WvK breidt programma Midden-Oosten uit
De Wereldraad van Kerken wil zijn Midden-Oostenprogramma uitbreiden. Behalve waarnemers die schendingen van mensenrechten rapporteren, moeten er ook vredestichters komen die Palestijnen en Israëliërs bij geweldloze acties bijstaan. Voor de uitvoering van het programma is vooralsnog geen geld beschikbaar.
Doel van het nieuwe Midden-Oostenprogramma blijft de beëindiging van de bezetting van Palestijns gebied door Israël. De deelnemers aan het programma moeten het geweld bij de bezetting aan het licht brengen. Zij dienen erop toe te zien dat de mensenrechten en het internationaal recht worden gerespecteerd. Ook moeten ze in eigen land de publieke opinie en het buitenlands beleid beïnvloeden met het oog op de opheffing van de bezetting en de oprichting van een Palestijnse staat.
Als verdere taken worden genoemd solidariteit met Palestijnse en Israëlische vredesactivisten en steun voor Palestijnse gemeenschappen en kerken. Met een geweldloze strijd voor gerechtigheid en vrede moet een einde aan de illegale bezetting van Palestina mogelijk zijn, aldus de Wereldraad.
„De kerk staat in dit conflict aan één kant, namelijk die van de armen en onderdrukten”, aldus Mark Brown van de Evangelisch-Lutherse Kerk van Amerika, die bij het vernieuwde programma is betrokken. Vorig jaar legde de Wereldraad van Kerken in een verklaring over het conflict de schuld geheel en onomwonden bij Israël. „Israël is schuldig aan het geweld waaronder de Palestijnen lijden”, zei de raad toen. „De blijvende bezetting van Palestijns gebied en de straffeloosheid waarmee Israël te werk kan gaan, belemmeren de vrede”, veronderstelde de oecumenische raad in een verklaring uit maart 2001. Israël zou zich niet aan internationale wetten houden, waarop de Wereldraad de VN vroeg die situatie te inspecteren.
Enkele maanden nadien, in augustus 2001, stelde de Wereldraad van Kerken een boycot van goederen uit Israëlische nederzettingen voor. Toen zouden het vooral de nederzettingen zijn geweest die de oorzaak waren van het geweld in de regio.
In het persbericht over uitbreiding van het programma rept de raad met geen woord over beëindiging van het Palestijnse geweld.
Voor uitvoering van het nieuwe Midden-Oostenprogramma heeft de raad echter geen geld. Weliswaar is er een ”Wereldraadfonds voor een oecumenisch antwoord op het Palestijns-Israëlisch conflict” opgericht, maar tot dusver is er bij dit fonds vrijwel geen geld binnengekomen. „We weten dat onze lidkerken dit programma van harte steunen, maar als de inkomsten achterwege blijven, kan het niet worden uitgevoerd”, aldus Salpy Eskidjian van de afdeling voor internationale betrekkingen.
De Wereldraad van Kerken vertegenwoordigt 350 tot 450 miljoen christenen buiten de Rooms-Katholieke Kerk. Tijdens de eerste bijeenkomst van de Wereldraad te Amsterdam, in 1948, werd een verklaring opgesteld waarin gesteld werd dat Israël in het heilsplan van God een geheel eigen plaats had.