Binnenland

Tweede tunnelboor bereikt Zuid-Beveland

De tweede tunnelboormachine heeft dinsdag de overkant van de Westerschelde bereikt. Daarmee is een riskante klus tot een goed einde gebracht, want het was juist deze boormachine die in de zomer van 2000 grote vertraging heeft veroorzaakt. De oplevering van de tunnel zal waarschijnlijk eerder zijn dan de geplande 14 november 2003.

S. M. de Bruijn
12 February 2002 09:46Gewijzigd op 13 November 2020 23:25

Sara, de boormachine die de oostelijke buis van de Westerscheldetunnel heeft aangelegd, doorbrak dinsdag de laatste meters beton van het caisson bij Ellewoutsdijk op Zuid-Beveland. Daar komt de noordelijke inrit van de tunnel. Donderdag is er een feestje voor de medewerkers. Dan zal de directeur van de aannemerscombinatie KMW, R. de Leeuw, bekendmaken wanneer de tunnel voor het verkeer opengaat. Bij de start van de bouw was dat gepland voor 15 maart 2003, maar door een reeks problemen met de boormachines is die datum verschoven naar 14 november 2003. De laatste maanden verliep het boren echter een stuk sneller dan gepland, en de verwachting is dat de tunnel toch volgend jaar zomer open zal zijn voor het verkeer.

Met de komst van de tunnel, berekend op 12.000 voertuigen per dag, vervallen de veerdiensten Vlissingen-Breskens en Kruiningen-Perkpolder. De overtocht van 5 kilometer duurt nu, inclusief wachttijd, gemiddeld 35 minuten -in de zomer vaak langer- en ’s nachts varen de boten niet. De opdrachtgever voor de tunnel, de NV Westerscheldetunnel, heeft becijferd dat de jaarlijkse schade voor het bedrijfsleven 27 miljoen euro is. Omdat het Rijk nu jaarlijks al 23 miljoen euro bijdraagt in de exploitatiekosten van de veerdiensten, is de verwachting dat de tunnel -totale bouwkosten 750 miljoen euro, waarvan 90 miljoen voor de boormachines- zichzelf na dertig jaar heeft terugbetaald. Om dat te bereiken moet de toekomstige automobilist ruim 5 euro tol per passage betalen.

Ook Sara heeft haar ’overtocht’ door de Westerscheldebodem niet cadeau gekregen. „We hebben ups en downs gehad”, zegt projectleider ing. F. W. J. van de Linde van opdrachtgever NV Westerscheldetunnel. „We hebben gewerkt op de grenzen van de techniek. Het is een speciaal moment als het water uit het caisson gepompt wordt en als je daar de boormachine ziet. Dan gaat er iets door je heen.”

Het grootste probleem van de machine is de vervorming van het boorschild geweest, in mei 2000. Het boorschild is de 11 meter lange mantel die om de ruim 11 meter dikke boormachine heen zit. Het schild overbrugt de afstand tussen het snijrad dat de grond wegschraapt en de betonnen ringen van de tunnel, en moet daarom extreme drukken kunnen verdragen. Op een diepte van ruim 60 meter is de druk opgelopen tot 710 kPa (7,1 bar). Van de Linde: „Het schild is gemaakt van 7 centimeter dik staal, maar bij de Sara is dat zo’n 6 centimeter ingedrukt. We wisten dat de druk hoog zou zijn, maar hier was geen ervaring mee. Daar heb je geen computermodellen voor, het is learning by doing.” De affaire leverde drie maanden vertraging op.

Een ander obstakel van Sara was lekkage langs het hoofdlager van het grote snijwiel. „We zaten op 45 meter, in de Boomse klei. Om het lager te kunnen repareren, moesten we het snijrad iets terugtrekken. Daarna hebben we beton gestort om de ruimte voor het snijwiel te verstevigen, zodat we bij normale druk de afdichtringen konden vervangen. Ik ben zelf ook in de ruimte van het snijwiel geweest - normaal kun je daar nooit komen.”

De problemen met de boormachines zijn niet veroorzaakt door bijzondere obstakels onderweg. „Je weet nooit wat je tegenkomt, want we maken geen scan van de ruimte voor de boormachine. We hebben wel het tracé aangepast bij Ellewoutsdijk toen uit onderzoek bleek dat we puin en bestortingen zouden tegenkomen. Dat was daar gestort na een zware oeverval, rond 1730.”

Sara heeft drie maanden langer over de oversteek gedaan dan de zusterboor, Neeltje Suzanna, die op 23 januari arriveerde. „De twee boren zijn identiek, maar het blijven mensen die de machines besturen en die de machines moeten leren kennen. Vergelijk het met de kapiteins op een schip. Maar de machines gedragen zich ook verschillend. De west-machine had de hele tijd een drift naar rechts, die moest regelmatig bijgestuurd worden.” Uiteindelijk heeft Sara de Neeltje Suzanna nog verslagen, door een topsnelheid van 32 meter per dag te bereiken. Bij de start was uitgegaan van 12 meter per dag.

Van de Linde is al sinds 1991 betrokken bij de plannen voor een oeververbinding over de Westerschelde. Wat wordt zijn volgende klus? „Eerst zorgen dat dit af is. Ik ben hier met hart en ziel aan verknocht. En daarna hoop ik mijn kennis ook elders nuttig te kunnen besteden.” Volgende maand reist hij naar een tunnelcongres in Sydney, om zijn ervaringen met de Westerscheldetunnel wereldkundig te maken. „Als we ooit bij Gibraltar willen boren, om Europa en Afrika te verbinden, hebben we de kennis nodig die we hier opgedaan hebben.”

Meer artikelen over het boren van de Westerscheldetunnel staan op de pagina Wetenschap & Techniek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer