De Amerikaanse minister van Defensie, Ashton Carter, heeft tijdens een gesprek met minister Jeanine Hennis „de hoop” uitgesproken dat ons land ook militair gaat optreden tegen terreurgroep Islamitische Staat in Syrië. De Amerikanen hebben die oproep eerder gedaan, aldus Koenders.

Hij ziet voorlopig niets in Nederlandse bombardementen in Syrië. Hij vindt het belangrijk dat de betrokken partijen eerst een politieke strategie overeenkomen voor de toekomst van Syrië. „Eerst moet iedereen dezelfde kant opkijken.” Nederlandse F-16’s bestrijden IS alleen in Irak.

De spanningen in de regio zijn opgelopen door de bloedige aanslagen in Parijs. De Franse luchtmacht heeft na de terreurdaden in haar hoofdstad waarbij 130 doden vielen, haar aanvallen op IS in Syrië opgevoerd en Frankrijk heeft bondgenoten om steun gevraagd.

Daar kwam dinsdag nog het neerschieten van een Russisch gevechtsvliegtuig bij door een Turkse F-16. Dat vliegtuig had het Turkse luchtruim geschonden. Het is boven Turkije door een raket geraakt en crashte in Syrië, aldus de minister. De Russen steunen de Syrische president Bashar al-Assad.

Frankrijk, Rusland en de VS moeten het volgens Koenders eens worden over een politieke en militaire strategie voor Syrië want „anders is het risico op dit soort incidenten erg groot”. Turkije en Rusland moeten nu alles op alles zetten om de zaak te de-escaleren, zei hij.

In de Kamer vroegen verscheidene partijen zich af of het optreden van de Turken wel proportioneel was. De PvdA noemde het een „stevige” reactie. Het CDA pleitte voor een onderzoek van de NAVO naar het incident, maar daar wilde Koenders niets van weten.