Tot nog toe heeft Duitsland tweehonderd militairen in het Afrikaanse land als onderdeel van de EU-opleidingsmissie. Zij zijn actief in het relatief veilige zuiden van Mali. Voor de gevaarlijker missie van de VN heeft Berlijn slechts tien militairen beschikbaar gesteld. Zij zitten in het hoofdkwartier van MINUSMA in de hoofdstad Bamako.

Met het sturen van de extra militairen, die een bijdrage zullen leveren aan het handhaven van het vredesakkoord tussen rebellen en de Malinese regering, wil Berlijn Frankrijk ontlasten in de strijd tegen Islamitische Staat.

De Duitse militairen gaan naar Gao, waar ook honderden Nederlandse militairen zijn gestationeerd. Eerder dit jaar werd al bekend dat Berlijn verkenners naar dat gebied zou sturen om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Duitse bronnen meldden in augustus aan het ANP dat Nederland er graag wil samenwerken met Duitsland. De beide legers zaten ook samen in Kunduz in het noorden van Afghanistan.

De Duitse verkenners vergelijken de situatie in het noorden van Mali met een oorlogstoestand zoals ze die eerder in Afghanistan meemaakten, meldde de krant Frankfurter Allgemeine eind oktober nog. Nederland had in Kunduz vooral politietrainers, Duitsland had er militairen ter bescherming van die missie.

Het chaotische en straatarme Mali hield in 2012 vrijwel op te bestaan. Een nieuwe opstand van Touaregs in het noorden en een militaire staatsgreep in Bamako werd gevolgd door een verrassende opmars van groepen jihadisten. Toen die bijna heel het land van 1,2 miljoen vierkante kilometer onder de voet dreigden te lopen, greep Frankrijk begin 2013 in. Het Franse militaire ingrijpen werd in de zomer van dat jaar omgezet in een VN-missie, MINUSMA.