Semslinie is oudste kaarsrechte grens ter wereld
GRONINGEN. Jarenlang was de 40 kilometer lange Semslinie tussen Groningen en Drenthe de langste kaarsrechte grens ter wereld. Inmiddels zijn er in Noord-Amerika, Afrika en in het Midden-Oosten veel langere, maar de Semslinie is met 400 jaar wel de oudste.
In het rijk geïllustreerde boek ”400 jaar Semslinie” doet historicus Paul Brood het waarom van de strakke grens tussen Drenthe en Groningen uit de doeken. Die grens is overigens naar landmeter Johan Sems vernoemd. In 1614 hadden Groningen en Drenthe Sems en zijn collega Jan de la Haye verzocht vanaf Ter Apel de grens tussen de twee regio’s af te bakenen. De la Haye trad op namens Drenthe en Sems namens Groningen.
Eerder was een grenslijn nauwelijks nodig geweest. Hier bevond zich het zogenaamde Bourtanger moeras, een gebied waar niemand iets mee kon. Met de rust was het gedaan toen de vraag naar gedroogde veengrond, turf, ontstond. Turf werd vanaf de late middeleeuwen gebruikt als grondstof voor huishoudens, maar diende ook om de ovens te stoken waarin stenen werden gebakken. Brood: „De ‘verstening’ van de steden en dorpen, waar eerst veelal in hout werd gebouwd, was in volle gang.”
In het begin van de zeventiende én Gouden Eeuw werd de stad Groningen projectontwikkelaar van de vervening van het Bourtanger moeras. Het veen vertegenwoordigde een grote economische waarde. Volgens Brood te vergelijken met die van olie en gas nu. „En toen begon de strijd.”
Er braken conflicten uit tussen Drentse en Groninger landgebruikers. Dit was het moment waarop Johan Sems en Jan de la Haye in beeld kwamen. Wie denkt dat alle problemen uit de wereld waren toen de twee hun opdracht in maart 1615 hadden afgerond en de afbakening gereed was, heeft het mis. De landmeters waren nog niet vertrokken of de bakens werden door boze boeren in stukken gehakt. De pijn zat vooral bij de Groningers. Zij waren het niet eens met het feit dat Ter Apel aan Drenthe was toegewezen.
Stadhouder Willem Lodewijk, de neef van prins Maurits, moest de zaak oplossen. Hij zette Sems weer aan het werk. Een zwarte lijn op de kaart gaf de definitieve grens aan. Het document werd op 10 oktober 1615 ondertekend. Het gekibbel was echter nog niet voorbij. Ter Apel was naar Groningen gegaan en nu was Drenthe ontstemd. Grondbezit betekende immers turf, dus geldinkomsten. Brood: „De Semslinie bleef omstreden omdat de economische belangen toenamen.”
De problemen gingen overigens niet altijd over geld. „Wie moest er zorgen voor het verdrijven van heidenen (zigeuners) van de grens bij Zuidlaarderveen in 1706? Hoe durfde de stad Groningen onroerende goederen, gelegen in Zuidlaarderveen, Annerveen en Annen, te verkopen in 1710?” De Semslinie die geschillen moest oplossen, werd eeuwenlang zelf een twistpunt.
De veenkoloniën vormden zeker een conflictgebied, maar dat neemt niet weg dat de bewoners van hun land zijn gaan houden. De inwoners genieten van de rechte lijnen en zij zijn beducht voor de aantasting van deze wereld. Onrustig wordt de veenkoloniaal bijvoorbeeld van plannen om van zijn wereld een energiegebied nieuwe stijl te maken. Of in de woorden van de plaatselijke geschiedschrijver Harm van der Veen: „Zoevende mega-malie-molens, die met hun slagschaduwen het land van Jan Sems tot een moderne ruigte vol hemelbestormende bonenstaken zullen degraderen.”
400 jaar Semslinie, Paul Brood; uitg. Wbooks, Zwolle; 168 blz., € 22,50.