Inlichtingendiensten moeten radicaal op de schop
MAARN. Een groep van negen jihadisten slaagt erin onder de radar van inlichtingendiensten te blijven en bloedige aanslagen in Parijs te plegen. Hoe is het mogelijk?
Abdelhamnid Abaaoud –het ‘brein’ achter de aanslagen in Parijs– was mogelijk betrokken bij zeven andere terreuraanvallen in België en Frankrijk. Niet alleen de aanval op het Joods Museum (mei 2014), maar wellicht ook op het satirische weekblad Charlie Hebdo en de supermarkt in Parijs (januari 2015). Prof. dr. Bob Hoogenboom van Universiteit Nyenrode dringt aan op versterking van de inlichtingendiensten. „Nationale veiligheid is een speerpunt van onze rechtsstaat.”
Terroristen slagen erin aanslagen te plegen, ondanks het feit dat inlichtingendiensten hen volop in het vizier hebben. Hoe kan dat?
„In de samenleving heerst een hopeloze almachtsfantasie, alsof inlichtingendiensten alles in de gaten kunnen houden. Zij kampen echter met een beperkte capaciteit en moeten doorlopend keuzes maken. Verder heeft het kabinet de afgelopen jaren structureel bezuinigd op inlichtingendiensten, defensie, politie en justitie. Die zijn maar deels teruggedraaid. Vanuit budgettair oogpunt zijn bezuinigingen verklaarbaar, vanuit veiligheidsoogpunt zijn ze desastreus. Het kabinet denkt onvoldoende strategisch over veiligheid.
Verder is Nederland op inlichtingengebied een institutionele spaghetti. Wij zijn erin geslaagd een uiterst complex systeem van diensten op te bouwen: politie, justitie, inlichtingendiensten AIVD en MIVD en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Onderlinge coördinatie, afstemming en uitwisseling van gegevens zijn daardoor gecompliceerd. Een radicale versimpeling van de onderlinge werkwijze van inlichtingendiensten is nodig om tijdig, adequaat te reageren.”
Zijn de inlichtingendiensten alert genoeg?
„Ja. Vrij snel na de aanslagen in Parijs was bekend wie de daders waren en waar ze woonden. De inlichtingendiensten hadden sommigen dus in het vizier. Het is echter gewoon onmogelijk om die vele honderden jihadisten in Europa permanent in het snotje te houden. Ga er maar aan staan. Achteraf is het gemakkelijk en goedkoop kritiek te uiten.”
De dag voor de aanslagen heeft Irak gewaarschuwd voor een grote aanslag in Frankrijk. Is dit signaal niet serieus genomen?
„Dat weet ik niet. Inlichtingendiensten wisselen wereldwijd voortdurend informatie uit. Dag en nacht. De grote uitdaging is om op het juiste moment een tijdige en adequate analyse van deze flarden aan informatie te maken. Dat is een ongelooflijk complex proces.”
Terroristen kunnen op het punt staan hier een aanslag te plegen zonder dat ook maar iemand het in de gaten heeft?
„Ja, we kunnen niet alles uitsluiten. Beangstigend, maar zo zit de wereld in elkaar. Tegelijkertijd moeten we ons niet gek laten maken.”
Wat is de oplossing?
„Niet overreageren. Doorgaan met deradicaliseringsprogramma’s. Maar we moeten ook niet naïef zijn, alsof je jihadisten met een goed gesprek tegenhoudt.”