Gereformeerde Bond belegt studiedag over ”Gemeente-zijn”
WOUDENBERG. „Het profiel van Evangeliedienaren is het profiel van hun gekruisigde Meester”, aldus dr. T. E. van Spanje. De predikant uit Epe sprak woensdag tijdens de zevende studiedag van de Gereformeerde Bond, in Woudenberg.
De bijeenkomst, belegd door de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, had als thema ”Gemeente-zijn. Leef samen, als gemeente verbonden in deze tijd”.
Voor de ruim honderd aanwezigen sprak dr. Van Spanje over ”De brieven van Paulus aan de Korintiërs en de huidige gemeente”. In een tweede lezing ging ds. W. G. Teeuwissen uit Veenendaal in op gemeenteopbouw in de praktijk.
Paulus’ boodschap van destijds, gericht aan de Korinthiërs, kunnen we volgens dr. Van Spanje in de huidige situatie toepassen. Om aan het karakter van de Paulusbrieven recht te doen, bezag hij wat de apostel tegen de gemeente wilde zeggen, „om een zekere leesblindheid van latere lezers te voorkomen.”
Dr. Van Spanje: „Paulus’ brieven zijn tijdbetrokken, maar niet tijdgebonden. De apostel corrigeerde de misverstanden en misstanden in de gemeente van Korinthe. Hij stelde de wereldgelijkvormigheid aan het Griekse denken aan de orde. De Korinthiërs lieten zich beïnvloeden door hun cultureel-sociale omgeving. Wereldgelijkvormigheid weerspiegelde zich in verdeeldheid en opgeblazenheid.”
Is dat ook niet een van de grootste gevaren die ons nu bedreigen? vroeg de Eper predikant. „De Korinthiërs accepteerden ook Gods geboden op velerlei levensterreinen niet. Toch heeft de Heere in Zijn trouw de gemeente van Korinthe niet losgelaten.”
Gemeenteopbouw
De kern van gemeenteopbouw is volgens ds. Teeuwissen, de tweede spreker, gericht op God, op elkaar, op de gezinnen en de omgeving. „Van daaruit kunnen we groeien in geloof en liefde en kunnen we ook meer betekenen voor de mensen om ons heen en een wereld in nood. Deze verticale en horizontale dimensie horen bij elkaar.”
De Veenendaalse predikant wierp de vraag op in hoeverre de gemeente van Christus nog een contrasterende gemeenschap in een geïndividualiseerde samenleving is. „Het gevaar is dat we in de gemeente met ons ”eigen ding” bezig zijn.”
Ds. P. J. Teeuw uit Papendrecht behandelde in een workshop hoe om te gaan met verschillen in de gemeente. Elke gemeente heeft volgens hem te maken met verscheidenheid. „Het gaat dan over de liturgie, het alleen psalmen zingen of ook gezangen, over welke Bijbelvertaling te gebruiken en over de plaats van de kinderen in de eredienst.”
Op de vraag of die verschillen als een last of een rijkdom gezien worden, werd verschillend gereageerd. Eenheid in verscheidenheid is volgens ds. Teeuw een Bijbelse notie. „Maar die verscheidenheid mag nooit ten koste gaan van de waarheid van de heilsfeiten. Als daaraan getornd wordt, is een grens bereikt.”
Shoppen
Steeds meer gemeenteleden wonen van tijd tot tijd een dienst of een bijeenkomst in een andere gemeente bij. Shoppen in de kerk lijkt een groeiend fenomeen. In een workshop over shopgedrag in de kerk peilde ds. J. K. M. Gerling uit Wapenveld hoe de deelnemers van de studiedag daartegenover stonden: positief, neutraal of afwijzend. Het bleek dat met name jongeren zich niet meer aan één gemeente hechten. Ds. Gerling: „In Zijn verbond kiest God ons en geeft Hij ons aan elkaar. Hij roept ons als gemeente tot één lichaam. Ervaren we dat ook met elkaar?”
Een van de deelnemers aan de workshop gaf aan dat individualisering en keuzevrijheid de waarden van deze tijd zijn.