Koning houdt passie voor water
Koning Willem-Alexander viert deze week een klein afscheidsfeestje. In New York komt voor het laatst de Adviesraad voor Water en Sanitatie van de Verenigde Naties samen. De koning is er als oud-voorzitter bij. Hij zette het thema samen met de andere leden van de raad wereldwijd op de kaart.
Het was prins Claus die Willem-Alexander warm maakte voor het onderwerp waterbeheer. Een van de beste adviezen uit zijn loopbaan, noemde prins Willem-Alexander dat in 2010 in een lezing voor de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.
Prins Claus had in Afrika gezien hoe hoog de nood was. „Mijn vader heeft zijn jeugd in het toenmalige Tanganika –het huidige Tanzania, WH– doorgebracht, heeft veel ontwikkelingslanden bezocht en zich zijn hele werkzame leven ingezet voor ontwikkelingssamenwerking”, zei de koning in de lezing. „Hij had gezien dat schoon drinkwater en goede sanitatie de basis vormen voor een menswaardig leven en voor persoonlijke, sociale en economische ontwikkeling. Water is een conditio sine qua non –noodzakelijke voorwaarde, WH– voor het leven op aarde. Als je niet in staat bent de meest fundamentele elementen voor het leven op aarde te beheren, hoe kun je dan verwachten je verder te ontwikkelen?”
De echtgenoot van koningin Beatrix wist die waarneming over te brengen op zijn oudste zoon, zei Willem-Alexander terugblikkend in 2010. „Mijn vaders liefde voor het water en zijn passie voor Afrika en ontwikkelingssamenwerking hebben hun uitwerking op mij niet gemist. Ik ben er trots op dat ik dankzij zijn inzichten en zijn overtuiging nu zelf actief bezig kan zijn met waterbeheer en het verbeteren van de ontwikkelingskansen van vele mensen op aarde”, vertelde de koning in dezelfde lezing.
De ”wateropvoeding” begon al jong, vertelde Willem-Alexander in 2000. De prins en zijn broers mochten de kraan nooit laten lopen als het water niet nodig was. „Dat is er door mijn vader eigenlijk van jongs af aan min of meer figuurlijk ingeramd.” En de koning leert zijn kinderen zuinig te zijn met water, zo vertelde hij een paar jaar geleden.
Aan de slag
In 1997 ging de prins daadwerkelijk aan de slag met het thema watermanagement. Dat kon de prins een stevig internationaal netwerk geven. De prins kreeg een stoomcursus over water, waterproblemen, waterbeheer en alles wat daarmee te maken heeft.
Vanaf het begin werd de prins er vanuit het ministerie van Verkeer en Waterstaat op gewezen dat water om een integrale benadering vraagt. Er hangen heel veel onderwerpen mee samen, zoals gezondheid, hygiëne, voeding, armoede, veiligheid, milieu en natuur.
Voorzitter
In Nederland werd de prins eerst lid en in 2000 voorzitter van de Commissie Integraal Waterbeheer, een onafhankelijke adviescommissie van deskundigen. Een belangrijke stap was ook zijn benoeming tot voorzitter van het tweede Wereld Water Forum, dat in 2000 in Den Haag werd gehouden. Ministers van over heel de wereld kwamen toen samen om de problemen rondom water te bespreken.
In 2006 kwam zijn internationale doorbraak toen de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, prins Willem-Alexander vroeg om de Japanse oud-premier Hashimoto op te volgen als voorzitter van zijn Adviesraad voor Water en Sanitatie, oftewel de United Nations Secretary General’s Advisory Board on Water and Sanitation (UNSGAB). De adviesraad adviseert de secretaris-generaal over de Millenniumdoelen op het gebied van water en sanitatie. Doelstelling: in 2015 moest wereldwijd het aantal mensen dat geen schoon drinkwater of eenvoudige sanitaire voorzieningen heeft, zijn gehalveerd. Een pittige opdracht.
Waterpomp
Vanaf dat moment vloog de prins de hele wereld over om aandacht te vragen voor het thema bij regeringsleiders en verantwoordelijke minister. Vele landen en vele congressen bezocht de koning. Projectbezoeken vormden ook een belangrijk onderdeel van het werk: de ene keer stond hij bij een nieuwe waterpomp in de binnenlanden van Afrika, de andere keer sprak hij met de bewoners van een dorpje in India die bij hun eenvoudige huis sinds kort allemaal een wc hadden. De prins stond met zijn voeten in de modder.
Belangrijk moment was de Afrikaanse top over water in 2008. Mede dankzij de inzet van de prins en zijn vele bezoeken aan Afrikaanse regeringsleiders spraken die dat jaar in Sharm a-Sheikh over het belang van schoon water.
Ziekten
De Verenigde Naties riepen 2008 uit tot internationaal jaar van de sanitatie. Dat laatste woord werd vanaf dat moment ook in Nederland een gangbaar begrip voor de zorg voor goede sanitaire voorzieningen. Dat kwam door de toespraken van de prins waarin hij het woord steeds gebruikte.
De prins luidde overal de noodklok over het onderwerp: „2,6 miljard mensen op deze wereld hebben nog steeds geen beschikking over goede sanitaire voorzieningen en riolering!” zei de prins in een toespraak in 2008. „Iedere dag sterven er 7500 mensen door onhygiënische omstandigheden aan een van de vele watergerelateerde ziekten. Van die 7500 is maar liefst twee derde jonger dan vijf jaar! Onnodig!”
Waar hij ook was, probeerde hij mensen ertoe te bewegen iets te doen: „Hoe kunnen wij dit laten gebeuren, dames en heren? Hoe kunnen we 40 procent van de wereldbevolking laten leven in omstandigheden die wij 150 jaar geleden al als onacceptabel beschouwden? Terwijl we weten hoe belangrijk sanitatie is voor een waardig bestaan, voor gezondheid en voor ontwikkeling. En terwijl de oplossingen beschikbaar zijn!”
De prins reisde in zijn adviseursrol over heel de wereld, maar was tegelijk ook een goede ambassadeur van Nederland en de watersector. Waterbeheer bij overstromingen was ook een van de thema’s van UNSGAB. En geen land ter wereld heeft zo veel kennis op dat terrein als Nederland. De Nederlandse watersector was hem dankbaar.
Voedselproductie
Veel aandacht vroeg de prins ook voor de grote waterverspilling als gevolg van de voedselproductie. „De wereld heeft dorst omdat wij honger hebben”, zo vatte de prins het probleem in 2012 in een lezing in Rotterdam samen. „Ieder van ons drinkt per dag zo’n 2 tot 4 liter water. Maar om ons dagelijks voedsel te produceren is minstens 3000 tot 5000 liter water nodig! De landbouw gebruikt wereldwijd maar liefst driekwart van die hele schaarse zoetwatervoorraad. Een internationaal waterprobleem is doorgaans in de eerste plaats een landbouwprobleem. Een belangrijk deel van de oplossing moet dan ook gevonden worden in de manier waarop wij ons voedsel verbouwen”, zei de prins toen.
In 2012 besloot de secretaris-generaal om UNSGAB tot 2015 te geven zijn werk af te ronden. Dit jaar ronden de Verenigde Naties het grote project af.
Bij de laatste UNSGAB-bijeenkomst wil –inmiddels koning– Willem-Alexander aanwezig zijn. Bij zijn troonsbestijging in 2013 legde hij het VN-werk neer. „Onze missie is verre van af. Mijn rol verandert, maar mijn passie niet”, zei de prins in maart 2013, vlak voor de troonswisseling, op Wereld Waterdag 2013 in Den Haag.
En UNSGAB was ook belangrijk in de aanloop naar het terugtreden van koningin Beatrix. UNSGAB vormde Willem-Alexander. De adviseursrol bij de VN was een prachtige voorbereiding op zijn koningschap.
Vrijdag houdt de koning een korte toespraak tijdens de ”UN High-Level Water and Sanitation Days 2015”. Dan is het voorbij.
UNSGAB houdt op te bestaan. Veel van de beoogde doelstellingen zijn bereikt. De thema’s water en sanitatie zijn nu stevig ingebed in de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties voor de periode 2015-2030. Met dank aan prins Claus. Mede met dank aan Willem-Alexander. Al wijst die keer op keer op het werk van het UNSGAB-team als geheel.
Wieriks over VN-waterdoelen: Veel bereikt, maar ook nog veel te doen
Koos Wieriks is momenteel lid van de Adviesraad voor Water en Sanitatie van de Verenigde Naties, UNSGAB. Hij werd door VN-secretaris generaal Ban Ki Moon benoemd nadat prins Willem-Alexander de troon besteeg. Wieriks werkt al sinds 1981 bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Hij werd in 2006 ”persoonlijk adviseur van de Prins van Oranje” toen die toetrad tot UNSGAB.
Door de onafhankelijke club deskundigen van de adviesraad is een berg werk verzet, benadrukt Wieriks. „Mede dankzij UNSGAB hebben sinds 1990 2,6 miljard mensen een aansluiting op drinkwater gekregen. Dat is een geweldig succes. Tegelijk zien we dat de wereldbevolking doorgroeit. In de achterliggende periode zijn er ongeveer 1,2 miljard mensen bijgekomen.”
Punt van zorg is dat het geleverde water vaak van slechte kwaliteit is, zegt Wieriks. „De toegang tot drinkwater is belangrijk, maar op veel plaatsen is de kwaliteit van het water zelf nog slecht. Daar ligt nog een grote uitdaging. Ongeveer 1,8 miljard mensen op aarde krijgen water uit bronnen die fecaal (met ontlasting, WH) zijn verontreinigd.”
Wieriks noemt het „fascinerend” om te zien wat er op het punt van sanitatie is verbeterd. „Er is veel veranderd als het gaat over de acceptatie van het onderwerp. Toen UNSGAB begon was er in Afrika een soort taboe om over het gebruikelijke poepen in het veld te spreken. Nu gaan staatshoofden op de foto bij nieuwe toiletgebouwen. Het taboe is bespreekbaar gemaakt. In Azië en Afrika zijn kleine ondernemers en het grote bedrijfsleven actief op dit terrein.” Maar ook hier is het probleem nog lang niet opgelost: 2,4 miljard mensen moeten het nog altijd doen zonder adequate sanitaire voorzieningen, 950 miljoen mesen daarvan zijn nog steeds aangewezen op het open veld.
Mede dankzij UNSGAB zijn de thema’s water en sanitatie kortgeleden opgenomen in de nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Op het punt van sanitatie willen de VN eraan werken dat in 2030 alle mensen op aarde over sanitaire voorzieningen beschikken, zegt Wieriks.
Het UNSGAB-team bereikte ook veel op het gebied van financiering, zegt Wieriks. Internationale ontwikkelingsbanken zoals de Wereldbank, maar bijvoorbeeld ook de Gates Foundation, steken tegenwoordig veel geld in water- en sanitatieprojecten.
De laatste jaren koppelde UNSGAB in haar beleid de terreinen water-voedsel-energie nadrukkelijk aan elkaar, licht Wieriks toe. „Die drie terreinen hangen zo nauw met elkaar samen. Denk bijvoorbeeld aan de bouw van een dam voor energieopwekking en als wateropslag.”
Over de betekenis van de koning wil Wieriks niet veel kwijt, maar dat Willem-Alexander tot de troonswisseling met zijn grote kennis en ervaring een belangrijke rol heeft vervuld in het wereldwijd agenderen van het belang van water en sanitatie staat buiten kijf. Hij had hart voor de zaak en wordt hierom nog altijd gewaardeerd door mensen uit de VN-waterwereld, zegt Wieriks.
Deze week ontmoet de koning in New York nog één keer al die UNSGAB-mensen. Hij zal er een warm onthaal krijgen, weet Wieriks, die er zelf bij zal zijn samen met zijn minister, Schultz.
De komende jaren is het de grootste uitdaging om het thema water en sanitatie „op de agenda te houden”, zegt Wieriks. „Want we zijn er nog lang niet.”