De vrede van Christus tegenover dreiging en islam
In Parijse kerken klonk zondag de oproep om geen ruimte te geven aan angst- of haatgevoelens. „Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus: noch honger, noch vervolging, noch kalasjnikovs”, hield de gereformeerde predikant Samuel Foucachon zijn gemeente voor.
Het is een uitgedund gezelschap, zondagmorgen in Theatre de Nesle, een theater in hartje Parijs waar de Eglise Réformée Evangelique van Parijs haar diensten houdt. „De helft van de leden is thuisgebleven”, schat ds. Foucachon. „Een deel moet van ver komen en volgt wellicht het officiële advies op om zo min mogelijk de straat op te gaan.”
Het kerkbestuur overwoog zaterdag nog even om de dienst te annuleren, zoals bijvoorbeeld ook de Nederlandse kerk in Parijs deed. Ze koos er uiteindelijk echter voor een sobere dienst te houden, met minder zang en muziek en veel ruimte voor gebed. Bij aanvang van de dienst hebben zo’n vijftien mensen plaatsgenomen op de ongemakkelijke theaterstoeltjes.
Er is eerst ruimte voor gebed. Een van de aanwezige leden vertelt dat een collega van hem, een goede vriend, samen met zijn dochter is omgekomen bij de aanslag in theater Bataclan. Er wordt vervolgens intens gebeden voor de slachtoffers, het stadsbestuur, de veiligheidsdiensten. Psalm 89 klinkt, vrij vertaald uit het Frans: „Gedenk mijn levensduur, tot welke nietigheid Gij de mens hebt geschapen.”
Ds. Foucachon vervolgt in zijn preek een serie over de Romeinenbrief, waarbij het eerste deel van hoofdstuk 8 aan de beurt is. Maar hij grijpt voor de gelegenheid eerst al even vooruit op het slot van dat hoofdstuk: „Wie kan ons scheiden van de liefde van Christus?” „Niets”, benadrukt de voorganger. „Geen honger, geen vervolging, geen kalasjnikovs, geen bommen.”
Islam
De predikant heeft overigens niet de indruk dat zijn gemeenteleden bijzonder angstig zijn door de gebeurtenissen, zegt hij na de dienst. „Sommigen voelen zich wellicht onzekerder of ontregeld. Maar ik hoor niet van angstgevoelens.”
Bij hemzelf speelt weleens de angst op dat terroristen een volgende keer een kerk als doelwit kiezen, erkent hij. „Dat hebben ze ook al eens geprobeerd, in Villejuif. Wij zijn geen prominent zichtbare kerk, maar toch. Het roept bij mij vragen op die ik enkele jaren terug voor onmogelijk had gehouden.”
Of de dreiging leidt tot anti-islamgevoelens onder zijn gemeenteleden? Foucachon schudt resoluut zijn hoofd. „De mensen zijn zich natuurlijk goed bewust van de problemen met de islam, maar dat uit zich niet in negatieve gevoelens tegenover vluchtelingen en immigranten. Toen ik enkele weken geleden opmerkte dat de komst van vluchtelingen wellicht een geweldige kans is om hen van het Evangelie te vertellen, reageerden velen verrast en enthousiast.”
Vertellen over het Evangelie is volgens de Parijse predikant het enige christelijke antwoord op dreiging en islam. „Eén ding is voor mij wel duidelijk: islam en christendom hebben niets gemeenschappelijk. De islam die we nu aan het werk zien, belooft toegang tot het paradijs door moord, terwijl het christendom nu juist leert dat Christus Zelf is gedood, zodat wij zouden leven. Ik weet van ex-moslims voor wie het horen van die boodschap ongelooflijk bevrijdend was. Ik denk dat we niet genoeg kunnen bidden voor hun bekering.”
Lutherlied
In de protestantse Temple du Marais, om de hoek bij de Place de la Bastille, klinkt ’s avonds een soortgelijke boodschap. De dienst vindt hier plaats in de ruime crypte onder de kerk, omdat in de eigenlijke kerkzaal een Arabischtalige dienst aan de gang is. De crypte zit mudjevol, de kerkgangers (meest twintigers en dertigers) zitten tot ver op de trappen. God wordt gebeden om vergeving, „omdat U in ons land niet op de eerste plaats staat.” En „omdat we een spiritueel probleem hier politiek willen oplossen.” Het Lutherlied klinkt, waarin het gaat over de oprukkende vijand.
Maar die vijand zit in de eerste plaats in ons eigen hart, zegt ds. Gilles Boucomont in zijn uitleg van Psalm 55. „Onze vijand is niet in de eerste plaats IS, en ook niet de islam, of het kapitalisme, zoals sommigen beweren. Het is allereerst de angst in ons eigen hart.”
In het leven van een christen hoort dat volgens hem echter niet zo te zijn. „Weet je hoeveel keer er in de Bijbel de oproep „Weest niet bevreesd” staat?” vraagt hij zijn gemeenteleden. Hij geeft zelf het antwoord: 366 keer. „Zou het toeval zijn dat dit aantal ruimschoots genoeg is voor elke dag van het jaar?”
Tegenover allerlei soorten van dreiging plaats de predikant als christelijk antwoord de vrede van Christus. „Dat moet ons antwoord zijn op alle dreiging: de vrede van Christus tegenover de islam, tegenover vreemdelingen, tegenover problemen in de banlieues, tegenover de angst in ons eigen hart. Die vrede heeft een ongelooflijke kracht en verbreekt de wapens van elke vijand.”
„Bovendien”, zegt hij, „wat hebben we te vrezen? Christus heeft de dood overwonnen.” „Amen”, zegt hij. „Amen”, zeggen veel gemeenteleden hem hartstochtelijk na. Boucomont bidt vervolgens voor Franse jongeren die spiritueel de weg kwijt zijn, voor moslims, of God Zich aan hen wil openbaren, voor atheïstische medeburgers, voor de kerk in het Midden-Oosten.
Sirenes
Als de kerk uitgaat, dringt een passant er bij iedereen op aan binnen te blijven. Er klinken sirenes, een helikopter cirkelt door de lucht. Er zouden mensen in paniek weg rennen van de Place de la Bastille, vanwege schoten. De kerkgangers gaan rustig weer naar binnen. Sommigen checken op hun telefoons het laatste nieuws, maar de meesten maken een ongedwongen praatje met medegemeenteleden. Van enige vorm van paniek is geen sprake.
Uiteindelijk mogen de kerkgangers het gebouw via een zijuitgang verlaten, mits ieder vervolgens rechtsaf slaat, weg van de Place de la Bastille. Op het plein blijkt het even later echter rustig, op een brandweerwagen na die met loeiende sirenes het plein over rijdt, langs de kerk, richting de Place de la République.
Later blijkt dat mensen daar in paniek raakten doordat ze schoten dachten te horen. Maar gelukkig was het vals alarm.