Dat heeft woordvoerder A. J. Dingemanse van de Stichting Christenen voor Onderwijsvrijheid zaterdag gezegd. Volgens artikel 22.5 van deze wet mag de RvdK alleen worden ingeschakeld als ouders „reeds eerder zijn veroordeeld wegens het niet nakomen van de verplichtingen” van de Leerplichtwet. Dat is niet het geval.

Vrijdag stelde de gemeente in een brief aan de ouders dat die nalatig zijn doordat ze de gemeente niet duidelijk hebben gemaakt of het recht op onderwijs voor hun kind gewaarborgd is en er of sprake is van een gezonde ontwikkeling van het kind. De gemeente heeft de ouders tweemaal een uitnodiging voor een gesprek daarover gestuurd, maar die gaan daar niet op in, omdat volgens hen de gemeente haar wettelijke bevoegdheden te buiten gaat. Vrijstelling van de leerplicht „is niet afhankelijk van een besluit door de gemeente; de gemeente heeft op basis van de Leerplichtwet slechts een administratieve rol”, stelt de stichting.

Volgens de brief van de gemeente hebben de ouders, zolang ze geen informatie geven, geen recht op vrijstelling van de Leerplichtwet. Er zal dan ook proces-verbaal worden opgemaakt als ze hun kinderen niet bij een school inschrijven.

Volgens Dingemanse stelt de wet dat het beroep op vrijstelling geldig is zodra het tijdig is ingediend en aan de wettelijke vormeisen voldoet. „De keuze voor beroep op vrijstelling is een zaak van het geweten en de ouders zijn blij dat de wet deze ruimte biedt.”

De ouders onderwijzen hun kinderen thuis omdat er geen school in de buurt is waar ze hun kind naartoe willen sturen. Het gaat om enkele tientallen kinderen. „De gemeente heeft helemaal niets te vinden wat niet aansluit bij de geldende wetgeving, te weten de Leerplichtwet waarin deze mogelijkheid al 115 jaar is opgenomen”, stelde de stichting eerder. „De gemeente loopt vooruit op de landelijke regelgeving, waarvan helemaal nog niet duidelijk is hoe die eruit gaat zien.”