Het boek is rijk geïllustreerd met foto’s van onder meer bijzondere gelegenheden, van docenten en studenten uit die jaren. Tegelijk is het verlevendigd met impressies van mensen die de verschillende cursussen hebben gevolgd. De lessen legden vaak een bijzonder geestelijk beslag. Er waren leerzame en goede gesprekken; daarvan worden veel voorbeelden gegeven. Het geeft een goed beeld van de sfeer.

In 1975 is de aanzet gegeven om de Cursus Godsdienst Onderwijs te beginnen, nadat de wenselijkheid en de mogelijkheid ervan waren onderzocht, zoals de synode had besloten. De werkers van het eerste uur hebben veel voor de cursus gedaan. Ds. J. van Haaren had al vrij snel een gedetailleerd plan klaar. P. Kuijt heeft als rector baanbrekend werk verricht. De CGO mocht onder de zegen van de Heere uitgroeien tot een volwaardige opleiding met bevoegdheden.

Uit de geschiedenis van de CGO worden interessante episodes genoemd. Tegelijk zien we dat de cursussen duidelijk in een behoefde voorzien als het gaat om de bestudering van de verschillende vakken: dogmatiek, belijdenisgeschriften, Oude en Nieuwe Testament, kerkgeschiedenis en andere vakken, zoals ethiek, kerkrecht en eenvoudige maatschappijleer, die belangrijk zijn om je plaats in de gemeente en in de samenleving in te nemen.

De titel ”Delven en delen” is passend: het gaat om het delven van oude en nieuwe schatten uit het Woord Gods, de belijdenisgeschriften en de geschiedenis der kerk. Het is goed om de zaken te onderzoeken. In de inleiding wordt het belang van kennis onderstreept. Tegelijk is het ”delen” van belang, om uit te delen van de schat van het Woord Gods aan anderen. Zo mogen door deze cursussen, die op verschillende locaties gegeven wordt, onder andere in Amersfoort en Dordrecht, de gemeenten delen in die schatten.

In het eerste deel van het boek geeft A. Bel een heldere terugblik op het werk van de CGO. Een goede indruk van de inhoud van de cursus wordt geboden door de predikanten ds. Clements en ds. Zippro. Ds. Clements stelt in het tweede deel de vijf punten van het calvinisme (de hoofdstukken van de Dordtse Leerregels) aan de orde: de totale verdorvenheid van de mens, onvoorwaardelijke verkiezing, particuliere verzoening, onwederstandelijke genade en de volharding der heiligen. Hij behandelt elk punt uitlegkundig, apologetisch en pastoraal. Het is goed dat deze punten, die zo wezenlijk zijn voor de leer der kerk, behandeld worden. Immers, we weten ons in de Dordtse Leerregels ook verbonden met het erfgoed van de (Nadere) Reformatie en de puriteinen. Duidelijk wordt daarin dat de Dordtse Leerregels inderdaad pastorale leerregels zijn. Zo krijgt de lezer een goede en levendige indruk van de CGO.

Ten slotte laat ds. Zippro in het derde deel de lijn van de orde des heils zien. Hij tekent die uit naar de opvattingen van Augustinus, van de middeleeuwen, de Reformatie en Calvijn.

De belijdenisgeschriften, Nadere Reformatie, W. à Brakel, Comrie, Kuyper, Bavinck en Kersten worden in korte hoofdstukken besproken. Veelal beknopt passeren de verschillende opvattingen de revue. Het uitgebreidst worden Comrie en Kersten behandeld. Daarin wordt vooral het eigene van de Gereformeerde Gemeenten weergegeven. De dogmatiek van Kersten krijgt daarin een zeer grote plaats. Het nodigt uit tot verdere studie. Zijdelings wordt genoemd de ”Gereformeerde dogmatiek” van Van Genderen en Velema. Het is ook nodig om wat er verschijnt aan goede theologie in andere kerkverbanden te bestuderen. Het Woord Gods en zeker onze gereformeerde belijdenis zijn waard om bestudeerd te worden. Het is goed om in dit boek te lezen hoe er gestudeerd wordt. Dat geeft zegen.

Boekgegevens

Delven en delen. Veertig jaar CGO, A. Bel, ds. G. Clements, ds. J. B. Zippro; 
uitg. Den Hertog, Houten, 2015; ISBN 978 90 3312 738 0; 140 blz.; € 14,90.