Kamer: Budget palliatieve zorg op peil houden
DEN HAAG. Staatssecretaris Van Rijn (VWS) moet zorgverzekeraars op het hart drukken om bij eventuele bezuinigingen op de wijkverpleging de palliatieve thuiszorg te ontzien.
Een Kamermeerderheid van elf fracties steunde dinsdag een oproep daartoe van SGP en ChristenUnie. Het gaat om PVV, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA, Groep Bontes/Van Klaveren, Groep Kuzu/Özturk, Partij voor de Dieren, 50PLUS en Klein.
Bij het ontwerpen van het nieuwe zorgstelsel besloot Van Rijn na enig aarzelen de wijkverpleegkundige zorg op te nemen in het basispakket. Voor dit jaar stelde het kabinet hier zo’n 3,1 miljard euro voor beschikbaar. Omgerekend kwam dat neer op een bezuiniging van 400 miljoen euro, maar kort na de zomer lieten verzekeraars al weten dat de vraag naar wijkverpleging sterk was toegenomen, waardoor deze besparing niet kon worden gehaald.
Diverse zorginstellingen lieten daarop weten patiëntenstops te moeten instellen, onder meer voor de palliatieve thuiszorg, uit vrees deze zorg niet vergoed te krijgen. Een Kamermeerderheid is het echter eens met SGP en CU dat juist deze zorg maximaal moet worden ontzien, omdat van patiënten in de terminale fase geen zelfredzaamheid meer mag worden verwacht en omdat veel palliatieve zorgtaken al door vrijwilligers worden uitgevoerd.
Of de vraag naar wijkverpleegkundige zorg dit jaar inderdaad groter was dan geraamd, wordt volgens Van Rijn pas komend voorjaar duidelijk. Voor die tijd wil hij geen extra budget toezeggen. Wel verzekerde hij de Kamer ervan dat zorgverzekeraars er nu al alles aan doen om de palliatieve zorg zo veel mogelijk te ontzien.
De huidige ramingen voor 2016 voorzien volgens Van Rijn al wel in een groeiende vraag naar wijkverpleegkundige zorg.
Volgend jaar is er ruim 3,3 miljard euro voor beschikbaar; 180 miljoen meer dan dit jaar, zei Van Rijn vorige week bij het behandelen van de zorgbegroting.