De vereniging Hooftstraat koopstraat werd maandagavond gelanceerd. Daarin bundelen zestien winkels in het geplaagde gebied de krachten voor een campagne om het winkelend publiek terug te krijgen naar de Hooftstraat.

Deze was de afgelopen drie maanden afgesloten vanwege het kraanongeluk begin augustus. Sinds afgelopen weekend is de weg weer open voor verkeer.

Verbinding is het sleutelwoord, zeggen de bestuursleden van de vereniging. „Het ongeluk met de brug heeft gezorgd voor samenhang tussen de winkels”, zegt Peter Riksten van bistro De gelaarsde kat aan de Hooftstraat.

Biologische avond

De verbinding wordt centraal gesteld in een stempelkaartactie. Voor elke 10 euro die een klant bij een deelnemende winkel besteedt, krijgt deze een stempel. Wie vijf stempels in ten minste drie winkels verzamelt, krijgt bij het lokale theater een tweede kaartje gratis.

Na al het gemopper vinden de ondernemers het de hoogste tijd om weer naar de toekomst te kijken. „Je ziet aan de volle parkeerplekken dat het weer drukker is”, constateert Alfred Post van kluswinkel Provak tevreden – hoewel hij waakt voor te vlugge conclusies over de heropening van de straat. Middenstanders hadden te kampen met omzetverliezen tot soms wel 50 procent.

Hooftstraat koopstraat heeft al een eerste samenwerking opgeleverd. Zo organiseren De gelaarsde kat en de Natuurwinkel van Rick Teunissen later deze maand een gezamenlijke biologische avond. Daarnaast wil de vereniging investeren in de relatie met buurtbewoners. Betrokkenheid is er zeker. De aankondiging op Face­book van de oprichting van de vereniging bereikte ruim 15.000 mensen, aldus Teunissen.

Verdeeld

De gemeente heeft zich achter het initiatief geschaard. Ze financiert deels de reclamecampagne. Ook waren burgemeester Spies en de wethouders Van As en Hoekstra maandagavond aanwezig om de ondernemers een hart onder de riem te steken.

Toch is de Hooftstraat verdeeld over het initiatief. Sommige winkel­eigenaren zijn zelfs uitgesproken critici van het offensief. „Ik distantieer me er volledig van”, zegt Astrid Meijer van woonwinkel Meijer en Meijer. „Ze snappen het niet. De Hooftstraat is gewoon geen winkelstraat, het is vooral een horecastraat. Ik vind dat je de kracht moet zoeken in je eigen onderneming. Daar heb ik de andere winkels niet voor nodig.”

Meijer vindt het prima dat onder­nemers de koppen bij elkaar steken en discussiëren over het aantrekkelijker maken van de straat. Maar volgens haar gaat de vereniging aan een groter probleem voorbij. „Wil je de straat écht aantrekkelijker maken, dan moeten die coffeeshops weg. Pas dan kun je toewerken naar een gezellige straat.”

De eigenaar van kapperszaak Istanbul, E. Avci, is minstens zo uitgesproken. „Wil je een eerlijk antwoord? Het boeit me allemaal niet meer. Of die brug nog een jaar dicht blijft, of ze een initiatief beginnen – ze zoeken het maar uit. Ik richt me op mijn eigen zaak.”

Kom bij Avci helemaal niet aan met de naam van de campagne. „Er zijn hier welgeteld twee winkels waar je kunt rond­kijken en echt iets kunt kopen. De Hooftstraat is helemaal geen koopstraat. Je kunt hier blowen en eten. Ach, ze doen hun ding maar. Voor mijn part noemen ze het ”Hooftstraat blowstraat”.”

Dit betekent overigens niet dat Avci zich rekent tot de tegenstanders van de coffeeshops. Sterker nog: hij wil graag dat die blijven, want ze zorgen voor veel aanloop en veroorzaken volgens hem geen overlast. Uiteindelijk komt het neer op ondernemerschap, zegt hij. Relaties opbouwen met klanten, zodat ze bereid zijn voor je om te rijden.

Meer moeite

Overbuurvrouw Astrid Meijer is dat met hem eens. „Al dat gezeur over: „we zijn niet bereikbaar.” De Hooftstraat is altijd bereikbaar gebleven. Klanten moesten er alleen iets meer moeite voor doen. Als je relatie met je klanten goed is, zijn ze daar wel toe bereid.”

Teunissen van Hooftstraat koopstraat wilde bij de lancering niet op de kritiek reageren.

Turks restaurant Sofra sloot zich wel bij het initiatief aan. „We moeten er samen voor vechten”, verklaart eigenares Tevrat Soner. Ook haar restaurant heeft de afgelopen maanden het spaargeld moeten aanspreken, maar aan het randje van de afgrond heeft het niet gestaan. Soner ziet de toekomst positief. „Toen ik vanmorgen kwam aanrijden, dacht ik: Hè hè, eindelijk weer verkeer!”