Dat betoogt SGP-Kamerlid Dijkgraaf aan de vooravond van het debat over de defensiebegroting. De Kamer spreekt er woensdag over.

Van rechts tot links in de politiek is zo’n beetje iedereen er nu wel van overtuigd „dat onze krijgsmacht onaanvaardbaar is uitgehold en dat verhoging van het budget voor veiligheid en defensie noodzakelijk is”, constateert Dijkgraaf. „Wij staan nu dus, misschien wel bijna Kamerbreed, voor de uitdaging om constructief en structureel te werken aan een gestage verhoging van het budget.”

Voorkomen moet worden dat het momentum verloopt, aldus de SGP’er. Hij wil morgen van minister Hennis (Defensie) horen hoe ze waarborgt dat er de komende jaren „echt substantiële stappen worden gezet.”

De trendbreuk in de bezuinigingen op de krijgsmacht „moet nu wel echt handen en voeten krijgen”, stelt Dijkgraaf. „Die moet structureel zijn.”

Hij zal morgen pleiten voor langetermijnzekerheid over het defensiebudget. „Er mogen niet ieder jaar nieuwe bezuinigingsrondes rondwaren. Zo kun je geen fatsoenlijk langetermijnbeleid voeren. En de permanente staat van reorganisatie waarin defensie verkeert, is ook nog eens fnuikend voor het personeel.”

Met zijn CDA-collega Knops heeft Dijkgraaf een amendement ingediend om het budget voor defensie met 200 miljoen euro te verhogen. „Het mag niet bij mooie woorden blijven.”

Hennis heeft de Kamer gisteren laten weten dat ze extra geld uittrekt voor reservisten. Voor volgend jaar gaat het om ruim 4 miljoen euro, oplopend tot meer dan 20 miljoen in 2020.

De bewindsvrouw beoogt daarmee de zorgen van de Tweede Kamer over de reservisten te verlichten. Door de toegenomen inzet van reservisten dreigt er dit jaar een overschrijding van het reservistenbudget. De landmacht zag zich daardoor genoodzaakt om de inzet van reservisten te beperken. Als gevolg daarvan kunnen ze ook minder trainen. De Kamer drong er recent bij Hennis op aan het tekort te repareren.