Landbouworganisatie LTO Nederland stelde dinsdag dat de verdeling van deze foerageergebieden tussen natuur- en landbouwgebieden uit evenwicht dreigt te raken.

De provincies moeten binnenkort 80.000 hectare van deze foerageergebieden voor ganzen en smienten aanwijzen. Eerder is tussen overheid, landbouw- en natuurbeheerorganisaties afgesproken dat 50.000 hectare binnen de natuur van de EHS valt en de rest daarbuiten aangewezen wordt. Volgens een woordvoerster van het ministerie van Landbouw is het te vroeg om te concluderen dat bijna alle foerageergebieden buiten de EHS zullen komen te liggen, zoals LTO stelt.

Op grond van het beleidskader faunabeheer moeten de foerageergebieden aangewezen worden. Buiten die gebieden mogen de vogels met toestemming van de provincie verjaagd worden. De ganzen en smienten kunnen schade toebrengen aan de landbouwgewassen, wanneer ze op de akkers neerstrijken.

Begin dit jaar hebben de provincies al aan het ministerie laten weten dat het moeilijk zal worden de foerageergebieden voor de ganzen volgens de gemaakte afspraken aan te wijzen. Tot onvrede van LTO, die vreest dat de vogels zich straks te goed zullen doen aan het „smakelijke jonge gras” op de landbouwgronden.