Gratis apps bestaan niet
Het gemak en de grote beschikbaarheid van apps maakt de programmaatjes voor smartphone en tablet ongekend populair. Veel apps zijn gratis, maar de gebruiker betaalt wel degelijk een prijs.
Een ochtend in Amsterdam. Forensen haasten zich naar hun werk. Vlak bij het Centraal Station staat een klassieke Citroën Hy verkoopwagen. Met een opmerkelijke boodschap: gratis koffie.
Al snel melden zich de eerste gegadigden. Een jongen bestelt een cappuccino. Dat kan, zegt de uitbater. „Maar dan zou ik wel graag al de berichten op jouw telefoon willen inzien.” We zien de jongen even nadenken, maar al snel klinkt resoluut: „Daar ga ik niet mee akkoord.”
Bovenstaande is een scène uit een campagnefilmpje van ConsuWijzer dat vorige week verscheen. In de video zien we de ene na de andere koffieklant verbaasd en afwijzend reageren als er in ruil voor een kopje bruin vocht allerlei persoonsgegevens worden gevraagd. Hoezo gratis koffie?
Met het spotje wil ConsuWijzer aandacht vragen voor het gemak waarmee bezitters van mobiele apparaten allerlei –veelal gratis– apps downloaden, klakkeloos de gebruiksvoorwaarden accepteren en zonder het goed te beseffen deze apps toegang geven tot gegevens zoals locatie, contactpersonen, foto’s en berichten.
De datahonger van dergelijke apps gaat verder dan menigeen beseft. Vraagt een app toestemming om locatiegegevens te lezen, dan weet de aanbieder van het programmaatje precíés waar u bent. En geeft een gebruiker toegang tot zijn foto’s, dan kan de aanbieder ook daadwerkelijk álle foto’s bekijken. Chatapps als WhatsApp vragen bijna standaard om toegang tot de lijst met contactpersonen. Maar dat de gebruiker daarmee álle gegevens van die personen overdraagt aan de aanbieder, ontgaat de meeste mensen.
Wat doen aanbieders dan met die gegevens? Soms zijn bepaalde toestemmingen nodig om een app goed te laten werken. De zaklamp op een smartphone werkt alleen als de zaklamp-app toegang heeft tot de camera. Maar veel vaker zijn data gewoon de prijs die wordt betaald voor het gebruik van de app. Dat is eigenlijk best logisch, want app-ontwikkelaars zijn doorgaans geen filantropische instellingen. Die willen gewoon geld verdienen.
Met de gegevens die ze verzamelen, kunnen app-bouwers de boer op. Ze verkopen de data door aan derden, advertentiebedrijven bijvoorbeeld. Die kunnen op hun beurt met al die persoonsgegevens uiterst doelgericht adverteren. Het is de bekende cirkel, die ook geldt voor tal van andere gratis onlinediensten, zoals zoekmachines en sociale netwerken.
Zeker, aanbieders mogen dat pas nadat u als gebruiker daarvoor toestemming hebt gegeven. Het punt is –en daar legt ConsuWijzer met zijn spotje de vinger bij– dat we dat meestal doen zonder na te denken. Bewustwording van wat gebruikers aan informatie prijsgeven en wat ze daaraan kunnen doen, is daarom niet overbodig.
Op zijn website geeft ConsuWijzer een aantal zinvolle tips: vergelijk apps en kies niet de eerste de beste. Koop een betaalde variant; die vraagt vaak minder gegevens. Verwijder apps die je nauwelijks gebruikt. En check regelmatig de privacyinstellingen van je telefoon. Op de website zijn ook nuttige links te vinden, bijvoorbeeld naar een stappenplan om controleren tot welke gegevens uw apps toegang hebben.