Miskotte beleefde mystiek op aardse wijze
AMSTERDAM. Vroomheid, mystiek, bevinding. De hervormde theoloog K. H. Miskotte (1894-1976) ademde ze in, al was hij –beïnvloed door Karl Barth– ook kritisch over de negatieve kanten ervan. Donderdag wordt het veertiende deel van zijn Verzameld Werk gepresenteerd.
Het deel ”Mystiek en bevinding” (uitg. Kok, Utrecht; 448 blz.; € 29,90) bevat teksten over en vanuit ‘de binnenkant’ van Miskottes theologie. De oudste tekst in dit deel stamt uit 1915, de jongste uit 1969.
Miskotte bundelde in 1969 artikelen, preken en zelfstandige publicaties over ”kennis en bevinding”. Die insteek is veelzeggend: bevinding hangt volgens hem niet in de lucht, maar is gefundeerd in de kennis van God. In het nieuwe deel zijn de teksten opgenomen die nog niet eerder in het Verzameld Werk zijn verschenen. Sommige daarvan verschenen in andere bundels. Nieuw is de uitgave van ”De weg van het gebed” uit 1962.
Miskotte heeft de term ”mystiek” zijn hele leven gebruikt, nu eens instemmend, dan weer kritisch. In zijn inleiding stelt dr. Kick Bras dat er in Miskottes dagboeken veel te vinden is over zijn persoonlijke beleving en de beoordeling van mystiek.
Hart
Met mystiek en bevinding bedoelt Miskotte de werkelijkheid van het hart, „het verborgenste van ons wezen, waar wij op de eeuwigheid betrokken zijn, hetzij in afkeer, hetzij in toekeer.” Dat maakt Miskotte concreet in de rust van de sabbat, als een vorm van ‘noodzakelijke lijdelijkheid’, de mystieke binnenkant van het leven. Hij hekelt dat het christendom zo weinig leeft vanuit het besef aangenomen te zijn door God, wat leidt tot „één lamlendige middelmatigheid” in plaats van „authentiek non-conformisme.”
Miskotte bracht mystiek en bevinding in de realiteit van het dagelijks bestaan, de vaak rauwe werkelijkheid van lijden en zinloosheid, zo blijkt uit de teksten. „Bijbelse vroomheid is nergens introvert, ze is aards en burgerlijk.” Mystiek gaat bij Miskotte nogal eens gepaard met uitbundige natuurmystiek en inspiratie uit literatuur en muziek (Mahler). Hij ontvlucht de wereld niet om God te zoeken, maar wil sporen van de Onzienlijke in onze zichtbare werkelijkheid ontdekken.
Mystiek is niet gericht op inkeer in zichzelf (Versenkung), maar is geïnspireerd door de beweging van wat Miskotte vaak noemt de messiaanse gemeente die strijdt tegen de machten van het kwaad en verlangend uitziet naar de uiteindelijke herschepping van de wereld. Typerend voor hem (en daarin ligt ook de actualiteit van zijn werk) is bezinning op de kerk in een tijd van opkomend atheïsme en nihilisme.
Smijtegelt
De verborgen omgang met God is bij Miskotte nooit een obsessie met zichzelf. De theoloog legt de nadruk op de objectiviteit van de omgang met God, op de genade die genoeg is. Kritisch is hij waar de mens zich concentreert op het innerlijk en op de innerlijke ervaringen.
Zo kritiseert Miskotte in zijn Kerkblaadje te Kortgene, waar hij als 26-jarige predikant zijn intrede deed, de Zeeuwse bevindelijkheid, maar kan hij anderzijds ook de bewogen Zeeuwse pastor Smijtegelt waarderen.
De opgenomen teksten waaieren uit van het relaas van een eigen religieuze ervaring van Miskotte tot beschouwingen over bevinding, van persoonlijk getoonzette meditaties, vooral over de Psalmen, tot theologische verhandelingen over het gebed en over de kern van het geloof: Christus alleen. Miskotte stelt dat de overweging hoe we „persoonlijk eraan toe zijn voor God”, nooit in de prediking mag worden gemist. Tegelijkertijd is bevinding niet te verstaan als „zielservaring waarop het geloof en de zekerheid van het geloof zou kunnen rusten.” De bevinding is volgens Miskotte geen vóórgaande grond voor het geloof, maar een toegevoegde waarde aan een kennis die door het geloof is gestempeld en daardoor voortdurend gevoed wordt. „Het gelóóf, dát is mystiek.”