Rina Molenaar: Meer respect refo’s nodig in debat over vluchteling
GORINCHEM. Ze staat binnenkort –samen met directeur-bestuurder Jan Lock– aan het roer van Woord en Daad. Rina Molenaar. Een bevlogen mens met een groot hart voor de naaste ver weg. „Ik pleit voor meer respect in het debat onder refo’s over vluchtelingen.”
Zorg voor de medemens is haar met de paplepel ingegoten. Sinds dertien jaar geeft ze haar krachten aan Woord en Daad. Molenaar (41) treedt op 1 januari toe tot de raad van bestuur (portefeuilles communicatie en fondsen).
Wat houdt uw nieuwe functie in?
„Samen met m’n collega’s ben ik ervoor verantwoordelijk dat er voldoende geld binnenkomt en dat dit geld goed terechtkomt. Als schakel tussen Nederland en ontwikkelingslanden.”
Nieuw gezicht, nieuwe koers?
„Nou nee. De koers zal niet ingrijpend veranderen. Woord en Daad kent een open cultuur. Als manager geef ik al advies over het beleid. Vanaf 1 januari mag ik, met Jan en ons hele team, beleid maken.”
U hebt moeten solliciteren. Waarom bent u de juiste kandidaat?
„Woord en Daad kijkt naar capaciteiten. Ze zochten een netwerker, een mensenmens, die goede contacten met de achterban onderhoudt en strategisch kan denken. Jan heeft een visionaire blik en veel ervaring in het werkveld. Samen vormen we een mooi team.”
Wat is de uitdaging?
„Ontwikkelingssamenwerking verandert sterk. Hulporganisaties werken minder als de witte donor die het beleid van partnerorganisaties in het Zuiden bepaalt. We zijn op een gelijkwaardige manier aan het netwerken, waarbij zij hun ervaring met ons delen. Ik mag aan de slag met die nieuwe, flexibele samenwerking. Dat vraagt een andere manier van besturen, meer maatwerk. Verder verstrekt de minister niet langer zomaar subsidie aan hulporganisaties. Dat heeft grote gevolgen, ook voor ons. Wij gaan meer projectmatig werken. Bijvoorbeeld samen met Driestar educatief. Minder gericht op de individuele leraar in het Zuiden, maar meer op de hele onderwijssector.”
Uw voorganger is Nederlands gereformeerd, u bent hervormd. Hoe staat u in de achterban?
„Onze achterban loopt van Nederlands gereformeerd tot Gereformeerde Gemeenten in Nederland of thuislezers. Wij willen de volle breedte van de achterban dienen. De diversiteit blijft.”
U hebt donateurs die bijvoorbeeld elke week trouw hun potjes jam verkopen voor arme mensen in Afrika. Gaat u het contact met hen missen?
„Ik spreek elke dag mensen uit de achterban. Jan Lock ook. We blijven dat doen. Dat is belangrijk, omdat het gevaar bestaat dat je je loszingt van de achterban. Wij gaan het land in, ook om te horen wat mensen van onze koers vinden. Daarom hebben we klankbordgroepen opgezet. De input daaruit is cruciaal. Zij bewaren ons voor bananenschillen.”
Bananenschillen…?!
„Wij werken sinds enkele jaren veel aan bedrijfsontwikkeling in ontwikkelingslanden. Klankbordgroepen wezen erop dat we ook de allerarmsten niet uit het oog moeten verliezen. Zij moeten de rode draad in ons werk blijven. Zulke opmerkingen houden ons scherp.”
U zet zich dertien jaar in voor mensen ver weg. Wat is uw drijfveer?
„De aandacht voor de naaste is me met de paplepel ingegoten, dat is mijn passie. Maar ik ervaar het ook als leiding van God dat ik hier ben terechtgekomen. Soms zie je dat pas achteraf. Het mooie in mijn werk is dat de Bijbel, het geloof in God, mensen verbindt, ondanks grote cultuurverschillen. We leven in een gebroken wereld, maar mogen tekenen van het Koninkrijk oprichten.”
Vluchtelingen overstromen Europa. Hoe reageren refo’s?
„In de achterban leven veel vragen. Soms onkunde. In Jordanië bijvoorbeeld speelt het vluchtelingenprobleem al jaren. De geldkraan is daar deels dichtgedraaid. Nu komt 5 procent van die vluchtelingen naar Europa en worden wij ermee geconfronteerd.
Iedereen mag kritisch reageren, maar niet on-Bijbels. Angst snap ik, veroordelende reacties niet. God roept ons op tot herbergzaamheid, barmhartigheid, zonder naïef te zijn. Ik pleit voor meer respect in het debat onder refo’s over vluchtelingen.”
Strijdster voor gelijkwaardigheid – interview met Rina Molenaar (Terdege, 21-11-2012)