TivoliVredenburg financiële flop
De bouw en exploitatie van muziekcentrum TivoliVredenburg in Utrecht is uitgelopen op een financiële flop. De bouwkosten zijn met ruim 58 miljoen euro overschreden. Het aantal betalende bezoekers is veel te laag voor de enorme capaciteit van het gebouw. Als er niks verandert, is exploitatie onmogelijk en loopt de gemeente aanzienlijke financiële risico’s.
Dat concludeert dinsdag de gemeentelijke rekenkamer, die onderzoek deed naar het muziekpaleis.
De conclusie komt voor directeur Frans Vreeke van TivoliVredenburg niet als een verrassing, zei hij dinsdag. Maar hij is ervan overtuigd dat zijn muziekpaleis „een geweldige toekomst” tegemoet gaat met meer dan een miljoen bezoekers per jaar, als Utrecht er meer subsidie in steekt. „Binnen de huidige subsidie zouden we klassiek, jazz en festivals moeten schrappen. We willen juist uitbreiden met debatten, literatuur en talkshows.”
De rekenkamer startte het onderzoek nadat er steeds maar tekorten aan het licht kwamen bij TivoliVredenburg. De oorzaak ligt volgens de rekenkamer in onderling geruzie vanaf de eerste plannen voor het complex. De gemeente had het hele plan misschien moeten schrappen toen dat nog kon.
TivoliVredenburg vervangt muziekcentrum Vredenburg, poppodium Tivoli en Stichting Jazz Utrecht. Het gebouw met vijf muziekzalen kostte uiteindelijk 156 miljoen euro. De huisvestingskosten zijn enorm hoog en dat maakt TivoliVredenburg duurder dan elk ander groot podium in Nederland.
Utrecht heeft sinds de opening in 2014 al vele miljoenen moeten bijspijkeren. Volgens de rekenkamer zullen die miljoentekorten blijven bestaan als TivoliVredenburg de ambities niet flink bijstelt.
Utrecht heeft een evaluatiecommissie ingesteld, die onder meer het nieuwe beleidsplan van TivoliVredenburg tot 2020 moet gaan beoordelen. Volgens het college is het rapport over TivoliVredenburg een goede les voor andere grote bouwprojecten in de stad. De Utrechtse raad neemt deze maand een besluit over de toekomst van TivoliVredenburg.
