Cultuur & boeken

Literatuur als wapen tegen de aanvallen van het leven

Meer dan een jaar lang schreef literair criticus en schrijver Pieter Steinz (1963) wekelijks een column waarin hij, uitgaande van zijn favoriete literaire teksten, zijn aftakeling ten gevolge van ALS beschreef. De fragmenten zijn illustratief, relativerend of navolgenswaardig en altijd interessant om hun literaire kwaliteit.

Klaas Fraanje

29 October 2015 07:26Gewijzigd op 15 November 2020 22:55
Pieter Steinz bij de presentatie van het Boekenweekessay, afgelopen voorjaar in Amsterdam. Foto ANP
Pieter Steinz bij de presentatie van het Boekenweekessay, afgelopen voorjaar in Amsterdam. Foto ANP

Prachtig zijn de zinnen die Steinz citeert uit Ovidius’ ”Metamorfosen”. De klassiek Romeinse verhalen beschrijven, hoe personen veranderen in dieren, bomen of levenloze natuur. Of Ovidius’ publiek deze verhalen letterlijk geloofde kunnen we in het midden laten, maar dat ze kunnen dienen om verschijnselen in de natuur begrijpelijk te maken, is wel zeker. Extra duidelijk wordt dat doordat Steinz deze wereldklassieker inzet als gelijkenis van zijn eigen metamorfose. Door zijn progressieve spierziekte verandert hij dan wel niet in een boom, maar zijn vermogen te bewegen neemt steeds verder af. „[…] het voorlopige resultaat is dat ik half mens, half hulpmiddel ben geworden […]”.

”Lezen met ALS” heeft als ondertitel ”Literatuur als levensbehoefte”. Velen, ikzelf incluis, kunnen zich maar moeilijk een leven zonder literatuur voorstellen. Vrij snel na ademhalen, eten en slapen komt lezen, om de geest te luchten, te voeden en te laten uit-(of toe)rusten. Zo werkt ”Lezen met ALS” ook, zij het tegen de duistere achtergrond dat ademen, eten en slapen voor Steinz gaandeweg wegvallen, omdat ze gevaarlijk of zonder technische hulpmiddelenonmogelijk worden.

Lijstjes

”Lezen met ALS” werkt echter ook anders. Als fervent lijstjesmaker maakte Steinz een overzicht met werken die hij nog wil lezen. Ook deze bundeling NRC-columns is eigenlijk een lijst met lezenswaardige boeken; ieder hoofdstukje van drie bladzijden is opgebouwd rond een boek, dat voor Steinz een literair hoogtepunt is.

Plato, Kafka, Bloem en Poe, de auteurs en werken lopen zeer uiteen maar er is een bindende factor. Niet alleen vormen ze samen een heel persoonlijke leeslijst, als een soort dwarsdoorsnede van Steinz’ lezersidentiteit, maar vooral blijken de teksten bruikbaar.

Steinz schuift daarmee een heel ander criterium naar voren voor literaire kwaliteit. Niet academisch oordeel, niet persoonlijke smaak en zelfs niet houdbaarheid of invloed op andere literatuur, maar het vermogen om de lezer te helpen greep te krijgen of te houden op het eigen leven. Dat geldt namelijk voor alle werken die Steinz gebruikt: door analogie maken ze iets duidelijk over zijn situatie, of kunnen ze een advies of levenshouding tonen die de lezer in de eigen situatie helpen. Zo bezien is literatuur misschien nog steeds niet letterlijk een levensbehoefte, maar wel nodig om dat leven te kunnen begrijpen en aan te kunnen. Literatuur geeft de lezer een kader, inzicht, richting.

Kerntaak

Staat deze (uiteraard impliciete) kenschetsing van literatuur tegenover andere? Jean Paul Sartre noemt een heel andere kerntaak van literatuur. Literatuur moet „uit evenwicht brengen, doen heroverwegen”, of zoals Fritzi ten Harmsen van der Beek schreef: „[literatuur is] de neerslag van een gedachte over het een of ander van een schrijver, zó geformuleerd, dat een (voor)oordeel wordt doorbroken bij de lezer.”

Men kan zich afvragen op basis waarvan de schrijver dan hogere of betere oordelen zou hebben dan de lezer, maar laten we ervan uitgaan dat opleiding, genie of visie hem dit voorrecht geven. Wat zegt dit dan over literatuur? Daarop zijn twee, fundamenteel verschillende antwoorden mogelijk. De twee citaten kunnen leiden tot literatuur als bijl aan de wortel van alles, tot literatuur met als functie het doorbreken van denkpatronen en taboes.

Het andere antwoord gaat verder. Literatuur breekt inderdaad door bestaande overtuigingen heen, maar dat is slechts middel om tot het uiteindelijke doel te komen: het vinden van een nieuw evenwicht, ontdaan van achterhaalde vooroordelen en om dichter bij de waarheid te komen. Literatuur als popperiaans kompas, niet per se in staat de waarheid te vinden, maar wel geschikt om de richting aan te wijzen, waarin moet worden gezocht.

Wapenrusting

Het gaat te ver om aan één publicatie heel Steinz’ poëtica op te hangen, maar in ”Lezen met ALS” bespreekt hij literatuur in ieder geval totaal anders dan de eerder geciteerde kenners. Of je literatuur moet (her)lezen wordt bepaald door de vraag wat die literatuur je in jouw situatie kan bieden. Eeuwenlang was dat ook de hoofdreden om te lezen (en dan vooral de Bijbel en ‘grote’ auteurs). Het lezen van literatuur tilt je op, helpt je verder en maakt je, zo niet een beter mens, dan toch een mens die het leven beter tegemoet weet te treden.

Dat literatuur zo kan werken, als baken, als wapenrusting tegen de aanvallen van het leven, zegt natuurlijk weinig over de richting die de lezer daarmee vervolgens inslaat. De eerst geciteerde tekst in ”Lezen met ALS” is Plato’s ”Phaedo” over het rustige en beheerste levenseinde van Socrates. Dat is voor Steinz, die bij herhaling zijn areligiositeit onderstreept, het grote streven: zelfbewust en (bewonderens)waardig zelf de regie houden tot, en over, het onafwendbare einde.

Of literatuur daarbij troost kan bieden, laat Steinz open. Naar eigen zeggen heeft hij, behoudens een aantal korte momenten, weinig behoefte aan troost gehad. Hij kijkt terug op een rijk en succesvol leven, weet zich omringd door geliefden en vindt daarin rust, om als een waar Stoïcus tot de laatste bladzijde te lezen.

Dicht bij de lezer

De literatuur die Steinz ons voorschotelt, is gevarieerd, vaak beroemd en altijd weloverwogen en passend door hem ingezet. De grootste kracht van ”Lezen met ALS” ligt echter elders. Steinz is er, met een bewonderenswaardig evenwicht tussen lichtheid, ernst, beelden en ontluisterende werkelijkheid, in geslaagd een triest en confronterend onderwerp heel dicht bij de lezer te brengen. Aangevuld met de bitter-grappige cartoons van Hajo de Reijger maakt dit ”Lezen met ALS” tot een aangrijpend boek en een literaire prestatie op zich.

”Lezen met ALS” is een intrigerend boek en is het meer dan waard om gelezen te worden. Ook (misschien wel juist) door lezers die tussen alle geciteerde teksten verwonderd de Bijbel als troost- of kompastekst missen.

Seneca, Plato, Herodotus en vooral de Romeinse filosoof Boethius (”De consolatione philosophiae”, Over de troost van de filosofie); Steinz schuwt de oude teksten niet, zolang ze betrekking hebben op dit leven. Want in een leven na ALS gelooft hij niet. Dat kan bij alle kwaliteiten van dit boek toch een verdrietige, wrange nasmaak geven.


Boekgegevens

Lezen met ALS. Literatuur als levensbehoefte, Pieter Steinz;
uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 468 1923 4; 224 blz.; € 19,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer