Bama-student boven het maaiveld
Je steekt je hoofd boven het maaiveld uit? Hola, verbeeld je niets! Van dit gelijkheidsdenken moet Nederland af, vindt staatssecretaris Nijs. Zaterdag verdedigde ze tegenover voorzitter Floris van Eijck van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) de invoering van topmasters en collegegelddifferentiatie.
„Als liberaal vind ik…” De staatssecretaris zegt het opvallend vaak tijdens het eerste Nationale Mastercongres, dat werd gehouden tijdens de Nationale Carrièrebeurs in de Amsterdamse RAI. Liberalisering van het hoger onderwijs is het grote doel van de bewindsvrouw. Universiteiten en hogescholen moeten de ruimte krijgen om zich te profileren met opleidingen waarin ze extra investeren en waarvoor ze vervolgens ook extra geld van de student vragen. „We moeten af van de eenheidsworst. Eerdere kabinetten durfden dit nooit bespreekbaar te maken.”
De studentenorganisaties zijn de afgelopen jaren al meermalen te hoop gelopen tegen de collegegelddifferentiatie. Volgens hen zullen de beste studies alleen nog voor een elite toegankelijk zijn. „Dat wil ik ook voorkomen”, stelt Nijs. „En dat kan door een leengeldstelsel op te zetten.”
Vorige week stelde ook de PvdA voor het eerst dat differentiatie mogelijk moet zijn. Dat die uitspraak uit de mond van socialisten komt, vindt Nijs „een doorbraak; steun uit onverwachte hoek.”
De staatssecretaris wil de vrijheid van universiteiten en hogescholen vergroten. „Ze moeten gemakkelijker samenwerkingsverbanden kunnen aangaan, ook met het buitenland. Ook fuseren moet met minder moeite kunnen.”
De onderwijsinstellingen moeten zich kunnen profileren. „We moeten het Amerikaanse onderwijssysteem niet overnemen, maar wel de goede punten eruit pikken. Misschien hebben we in Nederland straks ook een Harvard-topuniversiteit.”
Eenheidsworst is taboe, en dat betekent volgens Nijs ook dat hogescholen hun eigen, beroepsgerichte karakter moeten behouden „en niet steeds dichter naar de universiteiten moeten toekruipen. Universiteiten ergeren zich eraan dat hogescholen zich in het buitenland als ”university” presenteren. Hogescholen moeten zich niet minder voelen.”
De titulatuur is een warboel, vindt Nijs. „Op de hogeschool haal je een bachelor, op de universiteit word je bachelor of arts, of bachelor of science. Dat is in het buitenland niet uit te leggen.”
Studentenvoorzitter Van Eijck zegt de groeiende diversiteit toe te juichen. Maar over de plannen voor topmasters en voor collegegelddifferentiatie blijft hij sceptisch. „Die plannen lijken vooral te dienen om kosten te besparen.”
Studenten moeten gelijke kansen en gelijke kosten hebben, vindt Van Eijck. De bewindsvrouw vindt echter dat topstudies alleen top zijn als instellingen er extra’s aan kunnen toevoegen. En van studenten mag doorvoor een bijdrage worden gevraagd. Nee, stelt Van Eijck, dat geld moet bij de overheid vandaan komen. Nijs: „Jij blijft in het gelijkheidsdenken hangen.”
Bestuursvoorzitter N. Verbraak van Fontys Hogescholen: „Een Ferrari is nu eenmaal duurder dan een Dafje. Ik geloof in de relatie tussen kwaliteit en geld.” Volgens Verbraak kan een deel van het nodige extra geld uit het bedrijfsleven komen.
Dat universitaire masters vergoed worden en hbo-masters niet, is hogescholen de afgelopen jaren een doorn in het oog geweest. „Het is een onterecht onderscheid”, oordeelt A. Steenks van de Hogeschool van Nijmegen. „De zorgmasters in het hbo zullen door de overheid worden bekostigd”, sust Nijs. „Dus die weg is vrij. Maar het moet binnen het bestaande budget.” Zorg is er over de tijdsduur van hbo-masters: één jaar, waardoor er nauwelijks tijd is voor stage.
Het bachelor/masterstelsel (bama) is ingevoerd om de afstemming op onderwijs en bedrijfsleven in het buitenland te verbeteren en de mobiliteit van studenten en staf te vergroten. De universiteiten hebben inmiddels 425 bachelor- en 818 masteropleidingen ontwikkeld. De klachtenlijn die het ministerie sinds een vier weken op zijn website heeft staan, heeft nog maar 26 meldingen opgeleverd.
Studenten moeten zich al aan het eind van het tweede bachelorjaar op hun masterstudie oriënteren, benadrukt C. van den Berg van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU). „Geef je ook tijdig op, want de selectie is tijdrovend en vooral bij Engelstalige opleidingen is de sluitingsdatum soms vroeg, omdat buitenlandse studenten hun huisvesting moeten kunnen regelen. Internationaal is het overigens heel gewoon om je bij meerdere opleidingen tegelijk aan te melden.”
Tot oktober was Van den Berg bama-projectleider aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. „Dus van de opstartproblemen weet ik alles af.” Inmiddels zijn de ergste kinderziekten volgens hem uit het systeem. Naar schatting gaat meer dan de helft van de studenten na de bachelorfase direct door naar een masterstudie. „Het is ook nog onduidelijk hoe geïnteresseerd de arbeidsmarkt is in mensen die uitsluitend een bachelor hebben.”