Blair erkent „fouten” Irak, en toch ook niet
APELDOORN. Voor het eerst liet de Britse oud-premier Blair het woord „excuus” horen rond de invasie in Irak. Maar wat dit nu betekent, blijft onduidelijk.
De voormalige premier heeft spijt van gemaakte „fouten”, zei hij zondag in een gesprek met tv-zender CNN. „Maar ik vind het moeilijk excuses aan te bieden voor het verwijderen van Saddam Hussein”, aldus Tony Blair.
Het excuus betrof vooral de verkeerde inschatting dat Saddam massavernietigingswapens zou bezitten. De wapens van de Iraakse dictator zijn later nooit gevonden. Blair benadrukte dat Saddam eerder wel chemische wapens had gebruikt tegen zijn eigen volk. Maar dat was in 2003 geen aanleiding voor de inval.
Blair stelde zich in de tijd na de terreuraanslagen op New York in 2001 op als de belangrijkste bondgenoot van de Amerikaanse president Bush. In het CNN-gesprek, gaf hij toe dat er „sommige fouten” waren gemaakt in de voorbereiding van het bestuur in Irak na de val van het regime. Mensen als president Bush en zijn minister Rumsfeld van Defensie spraken vooraf de verwachting uit dat Irak zich „bevrijd” zou voelen en zich zou ontwikkelen tot een beschaafd land. Maar na het vertrek van Saddam laaide het geweld op. Zeker toen de zoektocht naar massavernietigingswapens onverrichter zake werd gestaakt, vroeg het grote publiek zich af of het niet gewoon misleid was.
Politici uit binnen- en buitenland die de invasie steunden, zijn doorgaans zeer terughoudend met kritische zelfreflectie. Woorden als ”spijt” en ”excuus” uit de mond van Blair klinken daarom veelbelovend.
Blair erkent dat de opkomst van de jihadistische beweging Islamitische Staat (IS) inderdaad deels teruggaat op de inval in Irak. Toch zegt hij niet dat die invasie verkeerd was. „We hebben troepen gestuurd naar Irak. We hebben een interventie zonder troepen geprobeerd in Libië en we hebben helemaal niet ingegrepen in Syrië, waar we alleen hebben geëist dat het regime zou vertrekken.”
En met die uitspraak schuift hij de kwestie weer door naars de huidige wereldleiders.