„Minder zout in voedsel voorkomt beroertes”
BILTHOVEN. Wanneer voedingsmiddelen minder zout zijn, kunnen jaarlijks circa 1500 minder mensen een hartinfarct krijgen en 2650 minder een beroerte.
Dat stelt onderzoeker Marieke Hendriksen van het RIVM in haar promotieonderzoek waar de NOS maandag over berichtte.
Van al het zout dat Nederlanders binnenkrijgen, zit 80 procent in bewerkte voedingsmiddelen zoals brood, ontbijtgranen, kaas, vleeswaren, soepen en sauzen. De rest voegen mensen zelf toe bij het koken. Alleen al met die bewerkte voedingsmiddelen krijgen we gemiddeld meer zout binnen dan het aanbevolen maximum van 6 gram per dag.
Wanneer producenten het zout gehalte in voedingsmiddelen zouden halveren, krijgen mensen bijna 40 procent minder binnen.
In 2007 becijferde epidemioloog dr. Marianne Geleijnse van de Wageningen Universiteit al dat de hoeveelheid keukenzout in de voeding verantwoordelijk was voor 2500 hartinfarcten met dodelijke afloop en 2600 herseninfarcten.
De RIVM-onderzoekster keek nu voor haar studie naar de periode 2006-2010. In 2006 en 2010 zamelde ze 24 uursurine in van ruim 300 inwoners van Doetinchem. Daaruit kon ze de dagelijkse zoutinname afleiden. In 2006 bleek die 8,7 gram per dag en in 2010 8,5 gram.
De daling is niet significant. Dat wil zeggen dat er tussen 2006 en 2010 nog geen meetbaar effect is van maatregelen die fabrikanten zouden hebben genomen om het zoutgehalte te verlagen.
Producenten gebruiken zout niet alleen om voedsel op smaak te brengen, het heeft ook een conserverende werking en houdt vocht vast. Begin dit jaar berichtte het RIVM dat sommige voedingsmiddelen inmiddels minder zout bevatten dan in 2011.
Hendriksen hoopt dit te kunnen bevestigen met de urine die ze momenteel opnieuw inzamelt van de inwoners van Doetinchem.