Parels in de wereldkerk
Oecumene is: de parels in de andere kerkelijke tradities ontdekken. Dat heeft niets te maken met uitverkoop houden van je eigen schatten. Integendeel, als je weet van je eigen parels, dan ontdek je die ook van de ander.
Deze haast paradoxale ervaring heeft prof. dr. Martien Brinkman, die zich tientallen jaren bezighield met de oecumene van de wereldkerk.
Twee zaken stempelden zijn belangstelling voor de oecumene. Dat was in de eerste plaats zijn vader. „Hij had op zijn achttiende jaar een operatie ondergaan die tot blijvende verminking van zijn gezicht leidde. Het resultaat van de operatie van een tumor aan zijn wang was een gat dat nauwelijks was te verhullen. Hij werd verzorgd in een rooms-katholiek ziekenhuis, waar nonnen voor hem zorgden en voor hem baden. Nadien raakte hij echter in een geloofscrisis waaruit hij werd gehaald door baptisten in zijn woonplaats Stadskanaal.”
Brinkman heeft altijd een zwak gehad voor rooms-katholieken en evangelicalen. „Ik zie hen als medegelovigen. Oecumene leidt altijd tot reconfessionalisering, verdieping én relativering van je eigen confessionele standpunten. Je leert dat het christendom een bandbreedte vertegenwoordigt en dat ook andere tradities zich legitiem op de Bijbel kunnen beroepen.”
De echte oecumene kwam Brinkman tegen toen hij zijn vleugels uitsloeg in de wereldkerk. „In de tijd dat ik bij het Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumenica (IIMO) in Utrecht werkte, was ik bezig met de klassieke oecumenische thema’s, zoals intercommunie, ambts- en dooperkenning, Schrift en traditie. Daar is niets mis mee, maar in een niet-Europese context bleken dit zestiende-eeuwse controversen te zijn waaraan de meeste christenen buiten Europa totaal geen boodschap hadden. Toen ik in Leuven hoogleraar aan de Katholieke Universiteit was, kwam ik daar studenten uit Afrika en Azië tegen die van de universiteit hun eigen context moesten meebrengen. Dat betekende een grote verandering voor mij: ik werd daar zowel leraar als leerling.”
Niet-westerse theologie
Prof. Brinkman stuitte op een geheel andere visie op zending. „Voorheen was er alleen sprake van bezinning op zendingsmethoden, het beschrijven van de geschiedenis van de jonge kerk, maar nu gingen mijn ogen open voor de niet-westerse theologie. Een belangrijke rol speelde dr. Hans Visser van het Hendrik Kraemer Instituut, die mij in contact bracht met de Ghanese theoloog Bediako.”
Brinkman leerde zien hoe het Evangelie verpakt is in een bepaalde cultuur. „In Afrika kent men niet de idee van een plaatsvervanger, maar wel van Jezus als geneesheer, hoofdman (”chief”) en exorcist. In de Javaanse cultuur in Indonesië is het ritueel van het offer ingeburgerd. In het Westen kent men meer de gedachte van Plaatsvervanger, de vicaris die de Romeinse keizer vertegenwoordigt en in zijn naam handelt. Dat brengt een theologie met zich mee die sterk het Romeinse rechtsstelsel weerspiegelt.”
Deze culturele problematiek komt domweg al op je bord als je de Bijbel vertaalt, stelt Brinkman. „Moet je een nieuwe naam voor God bedenken of aansluiten bij reeds bestaande godsnamen? Ik herinner me Gereformeerde Bondsstudenten theologie die geschokt uit Zimbabwe kwamen en daar kerkgangers zagen met enkelbandjes, tekenen van invloed van de huns inziens heidense cultuur. Eenzelfde geval deed zich voor bij mijn promovendus Jan van Doleweerd, nu rector van het Calvijnseminarie op Bali, die in zijn tijd als zendingssecretaris predikanten uit eigen zendingskerken in Afrika wilde laten voorgaan in zijn eigen kerkverband, de Gereformeerde Gemeenten. Men wist er echter geen raad mee in de eredienst. Ze mochten uiteindelijk een groet overbrengen. Je kunt deze zendingskerken niet een kopie van de Nederlandse Gereformeerde Gemeenten laten zijn.”
Orthodox-reformatorische kringen brengen de discussie vaak onder de noemer van ”dialoog contra getuigenis”. De Wereldraad van Kerken zou te veel op het eerste spoor zitten en de uniciteit van Christus relativeren.
„Op de assemblees van de Wereldraad zag ik hoe Afrikaans, Aziatisch en Latijns-Amerikaans de huidige christenheid is geworden. Er zijn inderdaad grenzen aan de dialoog. Toch moet je stellen dat God allang aanwezig was in Afrika en Azië voordat de westerse zendelingen kwamen. De volgende spannende vraag is dan of Chrístus ook al aanwezig was. Dat zijn diepgaande vragen die een serieus antwoord verdienen.”
U was van 2000 tot 2005 als decaan van de theologische faculteit van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam verantwoordelijk voor allerlei overeenkomsten met denominaties die aan de VU hun opleiding vestigden, van moslims tot aan de Hersteld Hervormde Kerk. De theologie maakt weer gouden tijden door aan de VU?
„De Gereformeerde Kerken in Nederland hebben in 2003 eenzijdig het verband met de VU opgezegd, maar gelukkig was er een clausule toegevoegd dat de Protestantse Kerk in Nederland, die toen in de maak was, een bijzondere band met de theologische faculteit van de VU zou houden. Dat is tot ons voordeel geweest. Er was vanaf de jaren negentig sprake van een groeiende kloof tussen de academische theologie en de kerken, die steeds verder leegliepen. Het is in Nederland helaas niet gelukt om de theologische faculteiten, zoals die in het verleden zijn ontstaan, te handhaven. Theologisch Nederland was gespitst op schaalvergroting, maar studenten stemmen met hun voeten. De theologen waren toen in ons land tot op het bot verdeeld en beseften niet dat het goed is om een veelkleurigheid aan opleidingen te hebben.”
De nieuwe Gereformeerde Theologische Universiteit past goed in dat plaatje?
„Zeker, het onderstreept het belang om ook in inhoudelijk opzicht een veelkleurigheid aan te bieden. Er is nog steeds ruimte voor klassieke theologie die gevoed wordt vanuit een confessionele richting.
De eerste nieuwe denominaties die op de VU kwamen, waren doopsgezinden en pinksterkerken, twee tegenovergestelde richtingen. Later kwam de imamopleiding erbij, waarover we een flinke robber met elkaar moesten vechten. Groningen en Leiden waren boos dat zij die opleiding niet kregen, maar de moslims zeiden dat ze helemaal geen godsdienstwetenschappelijke benadering wilden maar een inhoudelijke. De VU wil voluit een theologische instelling zijn én andere gelovigen ontmoeten.”
In die tijd ontwikkelde zich ook het International Reformed Theological Institute, waarvan u directeur werd. Hoe levensvatbaar is de reformatorische theologie wereldwijd?
„Het motto is ”Living reformed theology”, daarmee uitdrukkend dat reformatorische theologie een levende realiteit is die beoefend wordt in een steeds wisselende context. Ons blad Journal of Re-formed Theology is het enige internationale tijdschrift op het gebied van de gereformeerde theologie. Het wil staan in de traditie van Calvijn en het calvinisme, maar wel gekleurd door de ervaringen van theologen in Azië en Afrika.
Dat is een heel andere traditie dan die van het Amerikaanse calvinisme. Het probleem van de reformatorische theologie is dat ze wereldwijd zwak georganiseerd is, vergeleken met de luthersen, de methodisten en de anglicanen. Er is de World Communion of Reformed Churches, maar die heeft nauwelijks gezag.”
Leeft de oecumene nog wel op het grondvlak?
„Als ik naar mijn studenten van de colleges oecumenica kijk, hangt drie vijfde de zogenaamde oecumene van het hart aan, een vijfde de klassieke institutionele oecumene en een vijfde is van mening dat oecumene bedrijven verraad plegen is aan de geschiedenis. Maar bij dat laatste vraag ik: Zijn de beslissingen in het verleden dan bepalend voor de toekomst? Wie hardnekkig vasthoudt aan de oude controversen, laat feitelijk weinig ruimte over voor de Geest.”
Dan zou de kloof tussen Rome en Reformatie beslecht kunnen worden, bijvoorbeeld in 2017, wanneer 500 jaar Reformatie herdacht wordt. Maar daarvoor blijken de verschillen op het punt van ambt en kerk toch nog te hardnekkig te zijn.
„De Rooms-Katholieke Kerk heeft door het protestantisme de Bijbel ontdekt, het inzicht gekregen dat de mis geen herhaling is van het kruisoffer van Christus en dat de priester Christus niet vervangt. Rome is nu bezig zich te ontwikkelen tot de „meest zuivere” kerk. Dat is een heilloze weg, maar die wordt gelukkig doorbroken doordat men vanwege de nood van de secularisatie elkaar aan de basis vindt, in weerwil van alle richtlijnen van bovenaf.”
U verdiept zich de laatste jaren in kunst en literatuur, sectoren waar het christelijk geloof bepaald niet prominent aanwezig is. Is men daar werkelijk van God los?
„Wanneer je een theologisch raster over de literatuur legt, zie je hoeveel verborgen religieuze thema’s er leven. Soms zie je alle valkuilen in de leer over Christus zelfs scherper getekend in de literatuur dan in de theologie. Dan gaat het over de spannende vraag of Hij werkelijk iemand was met een profetische boodschap die de wereld wilde veranderen, of iemand die zichzelf overschatte en daarom ten onder ging.
Het werk van de theologie is niet om allerlei christelijke motieven uit de literatuur christelijk te annexeren, maar om diepteboringen te doen waartoe moderne schrijvers zelf niet in staat zijn.”
Prof. dr. M. E (Martien) Brinkman
Martien E. Brinkman (1950) studeerde theologie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, promoveerde in 1979 bij prof. dr. H. M. Kuitert en werd bijzonder hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven en de VU. Sinds 2000 is hij hoogleraar oecumenische en interculturele theologie aan de VU. Brinkman was van 2000 tot 2005 decaan van de theologische faculteit en van 2005 tot 2015 directeur van het International Reformed Theological Institute (IRTI). Hij publiceerde enkele tientallen boeken en artikelen, waaronder ”Schepping en sacrament” (1991), ”Het drama van de menselijke vrijheid” (2000), ”De niet-westerse Jezus” (2007), ”Jezus Incognito” (2014) en ”Hun God de mijne? Over de God van Gerrit Achterberg, Hendrik Marsman, Martinus Nijhoff en Ida Gerhardt” (2014).
Lees ook:
Brinkman volgt Van de Beek op als directeur IRTI (Reformatorisch Dagblad, 15-09-2005)
Bevindelijkheid terug op de Vrije Universiteit - interview (Reformatorisch Dagblad, 03-09-2005)
Brinkman wordt hoogleraar aan VU (Reformatorisch Dagblad, 20-09-2000)
Kerk is imperialistisch als zij doel in zichzelf is : Dr. Brinkman inaugureert aan VU (Reformatorisch Dagblad, 14-01-2000)
Dr. M. E. Brinkman wordt bijzonder hoogleraar VU (Reformatorisch Dagblad, 09-07-1999)
Proefschrift Godsbegrip bij Wolfhart Pannenberg (Reformatorisch Dagblad, 08-06-1979)