Binnenland

Mijnbouwexpert: Zoutlaag ontstaan door vulkaanuitbarsting

Het dikke zoutpakket onder Nederland is niet geleidelijk ontstaan, gedurende miljoenen jaren, maar door een catastrofe in een heel korte tijd.

22 October 2015 18:34Gewijzigd op 15 November 2020 22:45
Stef Heerema. beeld RD
Stef Heerema. beeld RD

Stef Heerema, zelfstandig mijnbouwexpert, veegt in het laatste nummer van vakblad Grondboor en Hamer van de Nederlandse Geologische Vereniging de vloer aan met de gangbare ideeën over het ontstaan van het zout in de ondergrond.

Geologen gaan al 250 jaar uit van het actualiteitsprincipe: het heden is de sleutel tot het verleden. Wat geologen vandaag de dag waarnemen, passen ze toe op de ontstaansgeschiedenis van de aardlagen. Die zijn volgens die gedachtegang geleidelijk ontstaan over een periode van miljoenen jaren. In deze visie passen geen catastrofes.

Het is echter de grote vraag of het actualiteitsprincipe klopt. Heerema betoogt in zijn artikel dat Nederlandse steenzoutlagen wel degelijk snel zijn ontstaan door een wereldwijde catastrofe. Zijn artikel is het resultaat van acht jaar fulltime geologisch onderzoek, legt de mijnbouwexpert uit in zijn werkkamer in Assen.

Onder wetenschappers is het idee gangbaar dat een kilometer dik zoutpakket in de Nederlandse ondergronds is ontstaan door het indampen van zeewater. Zout zeewater spoelde in een bassin, het water verdampte tijdens droge periodes en het zout bleef achter. Dit herhaalde zich talloze malen. Op deze manier zou de zogeheten Zechsteinformatie zijn gevormd. Dit gigantische ondergrondse zoutmassief van 500.000 vierkante kilometer groot en een kilometer dik zou laagje voor laagje zijn afgezet door de zee in een periode van 300 tot 250 miljoen jaar geleden.

Fossiel

„Geologen zien dit proces vandaag de dag bij de Kaspische Zee. Ze extrapoleren die waarneming naar het verleden volgens het actualiteitsprincipe. Als dat proces de zoutlagen heeft gevormd, zou het logisch zijn dat we vervuiling of fossielen in het zout aantreffen”, vervolgt Heerema. „Die zitten er echter niet in.”

Ook moeten de overstromingen om de Zechsteinformatie op te bouwen eerst miljoenen jaren puur natriumchloridezout –of keukenzout– hebben gedeponeerd en vervolgens miljoenen jaren alleen sediment dat bestaat uit zand, klei en kalk. Heerema: „Hoe realistisch is het om dat te veronderstellen?”

Daarnaast bevat de formatie het mineraal anhydriet, ook wel calciumsulfaat genoemd. „Volgens de reguliere visie is dat eveneens een indampingsgesteente, maar dat kan helemaal niet: als je calciumsulfaat indampt, krijg je gips –calciumsulfaat gebonden aan water– en geen anhydriet.”

Geologen menen dat het dikke sedimentpakket door de hoge druk het gips heeft omgezet in anhydriet en water. „Maar thermodynamisch is dat onmogelijk”, stelt Heerema. „Anhydriet en water nemen samen meer ruimte in dan gips. Je hebt hitte nodig om gips om te zetten in anhydriet en geen hoge druk.” Alle tegenwerpingen van geologen doet hij af als verhaaltjes. „Ik wil deugdelijk wetenschappelijk bewijs zien voor hun ideeën, en dat is er niet.”

Ten slotte heeft de mijnbouwexpert grote moeite met de theorie dat zoutpijlers –ondergrondse bergen van zout– zouden zijn ontstaan door de hoge druk die het sedimentpakket zou hebben uitgeoefend op het zout.

Lavalamp

Volgens geologen is het sediment door inklinking zwaarder geworden dan de zoutlaag eronder. Zout is plastisch en kan vervormen. Door die hoge druk van het sediment zou de zoutlaag omhoog zijn geperst, zodanig dat er heel geleidelijk kilometershoge zoutpijlers zijn ontstaan. Net zoals in een lavalamp door verschil in soortelijke massa de ene vloeistof opstijgt in de andere.

„Maar het sediment dat die druk moet leveren, ligt zelf in de weg: het zout kan zo nooit omhoog komen, of het sediment moet zelf ook als een berg oprijzen. Het is belachelijk, dat kan helemaal niet. Vaste gesteenten kunnen niet omhoog vloeien zoals vloeistof in een lavalamp”, aldus Heerema.

Sommige geologen menen dat het sediment uiteen getrokken is, zodat in de spleet het zout omhoog kon komen. „Maar hoe kan iets gesteenten uit elkaar trekken? Dat is gewoon een sprookje.”

Een hoogleraar van Universiteit Utrecht –Heerema wil geen naam noemen– bevestigde onlangs in een privémail aan de Assenaar dat de geologische modellen geen verklaring bieden voor de verplaatsing van de bovenliggende gesteenten tijdens zoutpijlervorming.

Bovendien is sediment helemaal niet zwaarder dan de zoutlaag eronder, zo stelde Heerema vast tijdens onderzoek bij TNO. „Hiermee valt de basis onder de reguliere theorie weg. Er is dus momenteel geen geloofwaardige verklaring voor het ontstaan van de zoutlagen en van de zoutpijlers. En dat is een vérgaande conclusie.”

De mijnbouwexpert publiceerde daarom eerder deze maand in Grondboor en Hamer een nieuwe theorie over het ontstaan van het steenzout: het is in korte tijd gevormd tijdens een catastrofale gebeurtenis, evenals het sediment erboven.

Vloeibaar steenzout is van vulkanische oorsprong, stelt de mijnbouwexpert. Het vloeibare zout uit de aardmantel is in korte tijd wereldwijd in diepe bassins gestroomd. Vervolgens is het snel afgedekt met kilometersdikke lagen sediment. De zoutpijlers kunnen alleen gevormd zijn terwijl het zout nog vloeibaar en het sediment erboven nog stroperige modder was.

Hans Doornenbal, geoloog van TNO, verdedigt in zijn boek ”Petroleum Geological Atlas of the Southern Permian Basin Area” (2010) de klassieke wetenschappelijke visie. Geconfronteerd met de bevindingen van Heerema, reageert hij heel voorzichtig. „Ik ga verder nu niet op deze discussie in, dit zou voor mij of TNO verdere studie vereisen.”

Vulkanisch

Heerema heeft echter nog meer aanwijzingen dat hij op het juiste spoor zit. „In de bodem van de bassins bevinden zich verschillende breuklijnen en magmakamers van vulkanische oorsprong.”

De vulkanische oorsprong van het zout bleek ook tijdens onderzoek bij TNO in Zeist. „Ik heb daar samen met een geoloog onder meer een boorkern van pegmatiet-anhydriet bestudeerd. Die geoloog zei: „Hé joh, kijk hier pegmatiet, een stollingsgesteente.” Een bewijs dat dit anhydriet vulkanisch is gevormd. Het verbaast me dat niemand die conclusie ooit eerder heeft getrokken.”

Heerema verzorgde voorafgaand aan de publicatie van het artikel een presentatie bij TNO voor een aantal geologen. „Allemaal met een doctorstitel voor hun naam. Hun reactie was: „Meneer Heerema, u trekt heel veel overhoop.” Het is als een kaartenhuis waar ik de onderste kaart van weggetrokken heb. Ik vind het ontzettend tof dat ze oor hebben voor deze controversiële boodschap.”

Want de mijnbouwexpert heeft de vakwereld met een levensgroot probleem opgezadeld. „Geologische perioden van honderden miljoenen jaren schrompelen door mijn onderzoek ineen tot praktisch één moment. Het perm, trias, jura, krijt en tertiair blijken nu te zijn gevormd tijdens één wereldwijde catastrofe.”

www.wetenschep.nl/author/stef/

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer