„Thora is belangrijker dan de landbelofte”
UTRECHT. Het Joodse volk is een uitverkoren volk omdat het de wet van God kreeg toevertrouwd. De gave van de Thora is veel belangrijker dan de landbelofte. Een belangrijke opdracht van de Thora is het streven naar gerechtigheid voor alle volken, ook in Israël.
Dat zei de Israëlische rabbijn Jeremy Milgrom maandag in Utrecht op een landelijke dag die was georganiseerd door de werkgroep Kerk en Israël van de Protestantse Kerk in Nederland in samenwerking met hulpverleningsorganisatie Kerk in Actie. Het thema was ”Recht en gerechtigheid. Bijbels perspectief in context?”
De liberale rabbijn uit Jeruzalem sprak over de Bijbelse gerechtigheid met toepassing op de Israëlische context. Milgrom, een voorstander van de religieuze dialoog en medeoprichter van de organisatie ”Rabbi’s for Human Rights” (rabbijnen voor mensenrechten), zag het nationalisme in het Midden-Oosten als de grootste barrière voor de oplossing in het conflict Joden en Palestijnen. In zijn lezing legde Milgrom –zelf opgegroeid in een zionistisch milieu– uit waarom het zionisme niet meer voldoet. „Het zionisme was een noodzakelijke ideologie omdat de VS na de Eerste Wereldoorlog hun grenzen sloten en de Joden geen veiligheid meer hadden. Hoewel het harde zionisme nog altijd bestaat, zien veel Israëliërs nu dat Joden en Palestijnen prima kunnen samenleven in Israël.”
In de Tenach, het Oude Testament, en in de rabbijnse traditie is volgens Milgrom geen grond te vinden voor het weren van Palestijnen uit de staat Israël. Rabbijn Milgrom vindt het beroep op de Bijbelpassage waar de Kanaänitische volken worden uitgeroeid, misplaats. „De godsdienst van de Palestijnen is geen bedreiging, want Palestijnen zijn net als Joden aanhangers van een monotheïstische godsdienst.”
„Welke rol speelt de Thora in het leven van Israëlische Joden”, vroeg Milgrom zich af. „De Thora leert toch gerechtigheid te doen aan alle volken en zorg te hebben voor de wees, de weduwe en de vreemdeling?”
Milgrom betreurt het dat de steeds betere verstandhouding tussen Israëliërs en Palestijnen op het persoonlijke vlak zo weinig in de media komt. Naar de mening van de rabbijn ontbreekt het de Israëlische politieke leiders ook aan moed om over het diepe wantrouwen heen te stappen.
De Nederlandse rabbijn Tamarah Benima belichtte de visie op gerechtigheid vanuit de Bijbelse en rabbijnse bronnen met toepassing op de Nederlandse context. Benima is rabbijn van liberaal-Joodse gemeenten in de noordelijke provincies en de vrijzinnige Beith Ha’Chidushgemeente in Amsterdam. Ze stelde dat het najagen van gerechtigheid een cruciale Bijbelse opdracht is. „Waarheid, gerechtigheid en vrede vormen volgens de rabbijnse traditie pilaren voor een samenleving.”
De rabbijn vindt het recht in Nederland, gemeten naar Bijbels-Joodse maatstaven, beneden de maat. In het licht van het Jodendom, waarin de kinderbescherming zo centraal staat, noemde zij het hoge aantal gevallen van kindermishandeling in Nederland „ronduit schrikbarend.” Ze kritiseerde de Nederlandse neiging om anderen te beschuldigen, terwijl misdaden in Indonesië en Srebrenica worden vergeten.