De VS en Rusland onderhandelen al over een akkoord dat de veiligheid in Syrië moet verbeteren, maar dat is volgens Antonov niet voldoende. „We hebben veel meer samenwerking aangeboden, maar Washington is daar niet klaar voor”, aldus de onderminister volgens persbureau TASS.

Het woord samenwerking wordt door de Amerikanen gemeden, zegt Antonov, terwijl een betere samenwerking juist belangrijk is. Dat kan bijvoorbeeld goed uitpakken als een vliegtuig van de internationale coalitie neerstort in IS-gebied. De Russen kunnen dan helpen met het zoeken naar en bevrijden van piloten, zei de onderminister.

Volgens Antonov is er regelmatig overleg met Turkije en Israël over de Russische acties in Syrië. Ook zei hij dat er afspraken zijn gemaakt met het Syrische leger. „Al onze acties zijn gericht op Islamitische Staat”, zei hij daarbij. „Andere militaire of civiele doelen vallen wij, in tegenstelling tot wat westerse media melden, niet aan.”

Rusland voert sinds 30 september luchtaanvallen uit in Syrië, nadat de regering van president Bashar al-Assad daarom had gevraagd. Volgens het Westen worden behalve op doelen van IS ook aanvallen uitgevoerd op rebellen die strijden tegen Assad. Het gaat daarbij ook om militanten die door het Westen worden gesteund.