CU-Kamerlid Segers heeft voor prostitutiewet nog vier zetels nodig
DEN HAAG. CU-Kamerlid Segers komt nog vier zetels tekort om zijn initiatiefwetsvoorstel over het in bepaalde situaties strafbaar stellen van prostitueebezoek door de Kamer te kunnen loodsen. „Het is zeker haalbaar, maar we moeten donderdagavond en daarna nog flink aan de bak.”
Vandaag is het eindelijk zover. De initiatiefwet, waaraan CU-Kamerlid Segers al in het voorjaar van 2013 begon te werken, is rijp voor plenaire behandeling. Vanavond laten de fracties hun licht schijnen over het voorstel om prostitueebezoekers die redelijkerwijze hadden kunnen weten dat de prostituee in kwestie slachtoffer is van mensenhandel, te beboeten of een celstraf op te leggen.
Segers en kompanen –ruim een jaar geleden besloten ook PvdA-Kamerlid Volp en SP-Kamerlid Kooiman mee te gaan schrijven aan het wetsvoorstel– antwoorden de Kamer over enkele weken.
PvdA, SP en CU; dat geeft samen 56 zetels. Tel daar nog CDA en SGP bij op, en de teller blijft steken bij 72.
„Ja, dat betekent dat we na vanavond nog flink aan de bak moeten om andere fracties te overtuigen van het nut en de noodzaak van ons initiatief. We gaan goed luisteren naar wat de VVD heeft in te brengen. Helder van de PVV (de PVV heeft in de Kamer twaalf zetels, AdJ) heeft mij verzekerd dat zij het debat met een open mind ingaat. Maar de benodigde steun zou ook kunnen komen van GroenLinks, of van meerdere kleine fracties zoals die van Kuzu/Özturk of van 50PLUS.”
Welke argumenten brengt u in stelling?
„Bij de bestrijding van misstanden richt de schijnwerper zich steeds meer op de klanten van de gedwongen prostituee. Die trend zie je in de maatschappij, bij het openbaar ministerie, de politie en de rechter. Het OM zegt ons dat het echt op ons wetsvoorstel zit te wachten, als een instrument om gedwongen prostitutie beter te kunnen bestrijden. De nationaal rapporteur mensenhandel ziet een kentering in het aanpakken van mensenhandel: in de eerste acht maanden van dit jaar zijn er al evenveel zaken tegen klanten van minderjarige prostituees aanhangig gemaakt als in meerdere jaren daarvoor. Dat komt mede doordat de specialistische kennis hier- over in het justitiële apparaat is gegroeid. Ons initiatief sluit bij die trend aan en ondersteunt die.”
Het achterliggende jaar trokken enkele kwesties, zoals de Valkenburgse zedenzaak, veel media-aandacht. Geeft u dat de wind in de rug?
„Zo zie ik dat inderdaad wel. Die kwesties openen mensen de ogen. Het is toch ongelooflijk dat een van de daders in de Valkenburgse zaak een man was die zich beroepsmatig bezighield met het ondersteunen van slachtoffers van loverboys? Zo iemand wéét toch wat hij doet, zou je zeggen.
Hoe dit ook zij, je ziet duidelijk dat in dit soort zaken niet alleen de pooiers, maar ook de prostituanten aangepakt worden en dat de straffen omhooggaan.
Nu gaat het in deze gevallen natuurlijk om het misbruik van minderjarigen. Maar de twee collega’s van PvdA en SP en ik vinden dus dat ook bij de gedwongen prostitutie van volwassenen de prostituanten niet bij voorbaat vrijuit mogen gaan.”
In de publiciteit over de Valkenburgse zaak zag je soms ook een ander sentiment: wat erg dat twee mannen, nu ze gebrandmerkt zijn als zedendelinquenten, zelfmoord pleegden.
„Wat je hier zag, was een gevecht om de perceptie: met wie heb je het meeste medelijden, met de klant of met het meisje? Het lijkt mij duidelijk dat onze eerste loyaliteit bij het slachtoffer moet liggen.
Ook Europabreed zie ik in het denken over prostitutie in combinatie met dwang, een omslag. In Duitsland en Engeland wordt het debat gevoerd, ook over verantwoordelijkheid van de klant. Frankrijk neigt steeds meer naar het Zweedse model (waar bezoek aan prostituees sowieso strafbaar is, AdJ). Noorwegen, Noord-Ierland en IJsland kennen een vergelijkbaar systeem. Het Europees Parlement en de Raad van Europa hebben zich eveneens in deze richting uitgesproken. Het wordt tijd dat ook in Nederland de klant een verantwoordelijkheid krijgt in de strijd tegen mensenhandel.”