Buitenland

Minstens 192 doden bij aanslag Madrid

Bij bomaanslagen op drie treinstations in de Spaanse hoofdstad Madrid zijn donderdagochtend minstens 192 doden en zeker 1427 gewonden gevallen. De aanslagen vinden plaats aan de vooravond van de algemene verkiezingen in Spanje komende zondag.

Buitenlandredactie
11 March 2004 13:43Gewijzigd op 14 November 2020 01:02
MADRID - Een treinstel is totaal verwoest na de bomaanslag donderdagmorgen in Madrid. Foto EPA
MADRID - Een treinstel is totaal verwoest na de bomaanslag donderdagmorgen in Madrid. Foto EPA

Francisco Torres stond donderdagochtend om 7.40 uur op ruim 50 meter afstand van de trein waarin de eerste bom afging. „We bleven kalm”, meldde hij de BBC. „Slechts één minuut later explodeerden twee andere bommen. Pas toen holden mensen het station uit. Mensen schreeuwden. Het was een schokkend gezicht. Om eerlijk te zijn, ik heb toen niet langer gewacht om te zien wat er gebeurde”, aldus Torres.

Bebloede en huilende mensen kwamen in drommen het Atocha-station uitlopen en werden opgevangen in een sporthal in het nabijgelegen Retiro-park. Ziekenhuizen riepen mensen op om bloed te geven.

Niemand heeft de verantwoordelijkheid opgeëist, maar de verdenking ging onmiddellijk uit naar de Baskische terreurorganisatie ETA, die daarmee de bloedigste aanslag uit haar geschiedenis zou hebben gepleegd. De zwaarste aanslag van de ETA tot nog toe was in 1987 op een supermarkt in Barcelona, waarbij 21 mensen omkwamen. Vanaf het begin van de strijd voor Baskische onafhankelijkheid in 1968 heeft de ETA 850 mensen gedood.

„Het is een aanval op de Spaanse democratie”, aldus regeringswoordvoerder Eduardo Zaplana. Hij noemde de ETA een „criminele bende moordenaars.”

Volgens ooggetuigen waren er in totaal zeker drie ontploffingen, die vrijwel gelijktijdig plaatshadden. Negenentwintig doden vielen toen rond 08.30 uur twee bommen ontploften in een trein die het station Atocha binnenreed, nabij het Prado-museum en het museum Reina Sofia. Bij explosies in twee stations op de lijn naar Atocha toe vielen nog eens 33 doden: 18 in El Pozo en 15 in Santa Eugenia.

De Spaanse spoorwegmaatschappij Renfe heeft alle treinverkeer van en naar de stations Atocha en Chamartin stilgelegd.

De politie gebruikte taxi’s om de gewonden naar ziekenhuizen te brengen, omdat er te weinig ambulances waren. De autoriteiten hebben voor het station een veldhospitaal ingericht. Ziekenhuizen hebben donoren opgeroepen bloed af te staan voor de slachtoffers. Op de stations brak direct grote paniek uit onder de treinreizigers. Atocha is een belangrijk treinverkeersknooppunt, waarvan veel forenzen gebruikmaken.

Premier José Maria Aznar heeft na spoedoverleg met minister Angel Acebes van Binnenlandse Zaken en de politieke partijen de verkiezingscampagne stilgelegd tot zondag. De bestrijding van de ETA-terreur is een van de hoofdthema’s bij die verkiezingen. De politie hield al rekening met aanslagen.

Eind februari onderschepte de politie een bestelbusje dat met meer dan 1500 kilo explosieven op weg was naar Madrid en op Kerstavond verijdelde de politie een aanslag van de ETA op het station Chamartin. De premier van de Baskische regionale regering, Juan José Ibarretxe, sprak zijn afschuw uit over de aanslagen. Hij bezwoer dat de ETA niet het Baskische volk vertegenwoordigt. „Telkens wanneer de ETA een aanslag pleegt, breekt het Baskische hart in duizend stukken”, zei hij in Vitoria.

„Dit is een van die dagen die je niet zou willen doormaken”, zei Jesus Caldera, woordvoerder van de socialistische oppositiepartij PSOE, die de ETA uitmaakte voor „beesten.”

Van over de hele wereld stroomden reacties binnen. Koningin Beatrix betuigde haar medeleven aan haar bevriende ambtgenoot koning Juan Carlos. Premier Balkenende liet premier Aznar weten geschokt te zijn. Hij zou later met Aznar bellen, aldus de premier, die donderdag voor een werklunch op weg was naar de Duitse bondskanselier Schröder.

Balkenende liet zich via de Nederlandse ambassade in Madrid op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Deze ambassade wist donderdagochtend nog niet of er Nederlandse slachtoffers bij de aanslagen waren betrokken.

De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Dominique de Villepin, liet tijdens een bezoek aan Amsterdam weten dat de tragedie „een zwart gewaad” over Spanje trekt.

De secretaris-generaal van de Raad van Europa Walter Schwimmer zei donderdagmorgen „niets dan verachting” te voelen voor de plegers van zulke „afschuwelijke daden van willekeurig geweld.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer