Prof. Hoek neemt afscheid met symposium over gebed
Is een ”vraaggebed” nog van deze tijd? Kan men eigenlijk wel een onveranderlijke God bewegen? Vragen te over gisteren tijdens een symposium ter gelegenheid van het afscheid van prof. dr. J. Hoek in Groningen.
Het staat haaks op onze individualistische tijd, maar de Bijbel laat de overdracht van schuld in de generaties zien. Maar dat gebeurt niet zonder de individuele verantwoordelijkheid en de mogelijkheid van een nieuw begin.
Dat betoogde prof. dr. M. J. Paul, oudtestamenticus in Ede en Leuven, gisteren in Groningen tijdens het symposium ter gelegenheid van het afscheid van prof. Hoek als bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Prof. Hoek gaat met emeritaat.
Prof. dr. Paul trok enkele Bijbelse lijnen naar aanleiding van de gebeden van Ezra, Nehemia en Daniël. „Een hedendaagse trend is om God vooral als lief en vergevend te zien. Hij moet ons bevestigen in onze identiteit en zelfontplooiing. In genoemde gebeden in het Oude Testament komen echter andere aspecten naar voren, zoals rechtspraak, vergelding, schuld en onwaardigheid.”
Toch komen ook in deze gebeden wel degelijk argumenten naar voren die men God mag voorhouden om genade te schenken. „Genade is echter nooit verdiend of vanzelfsprekend. Bij God mogen mensen komen met hun pijn en verdriet, om een nieuw begin te kunnen maken.”
Het gebed in de genoemde voorbeelden van het Oude Testament is geen allerindividueelste zaak van ons persoonlijk beleven, maar is profetisch in het aanwijzen van knelpunten en een uitweg voor het volk. „Het gebed is een teken van hoop, dat een nieuw begin mogelijk is. Wie niet voor Gods aangezicht afrekent met het verleden en leeft uit vergeving, blijft een zware last met zich meedragen.”
Prof. dr. G. H. van Kooten, nieuwtestamenticus aan de Rijksuniversiteit Groningen, liet zien hoe het Nieuwe Testament zich verzet tegen de „veelheid der woorden” die kenmerkend waren voor de gebeden der heidenen. Griekse filosofen, zoals Socrates, kritiseerden de volkspraktijk van Grieken om bij hun bidden alleen aan eigen belang te denken. Zij hadden enig besef van het inzicht in het Nieuwe Testament dat het ware gebed gericht is op God en de naaste.
Is het ”vraaggebed” nog van deze tijd, zo vroeg prof. dr. F. G. Immink, hoogleraar praktische theologie aan de PThU, zich af. Bidden is een menselijke, subjectieve uiting, maar ook een uiting uitgesproken in het besef van Gods „werkzame tegenwoordigheid.” Het aanroepen van Gods Naam in het gebed heeft niet alleen een verwijzende functie, maar ook een tevoorschijn roepende kracht: Gods tegenwoordigheid wordt ingeroepen.
Prof. Immink baseerde zich op de gedachte van Calvijn, die zegt dat wij door die aanroeping „God geheel tot ons halen, opdat Hij ons zijn tegenwoordigheid betone.” Het gebed is een zekere samenspreking van de mens met God, maar er blijft een ongelijkwaardigheid. „In de verhouding tussen God en mens is God soeverein. Anders gezegd: de mens staat in een afhankelijkheidsrelatie. In het gebed wordt de biddende mens uit het middelpunt van de belangstelling gehaald.”
Lastige vragen
Er blijven allerlei lastige vragen, zo stelde de hoogleraar. Bijvoorbeeld: Krijg je ook antwoord op het gebed? Of nog strikter geformuleerd: Spreekt God terug? „Bij evangelische christenen en in pinksterkerken is dat een belangrijk thema. Trouwens, in iets andere vorm ook bij de zwaar bevindelijk gereformeerden. Aan bijzondere ervaringen en spontane invallen wordt een bijzondere waarde toegekend. En er is ook een heel arsenaal aan technieken om te onderscheiden of iets wel echt is. Immers, er zijn ook impressies die misleidend kunnen zijn.”
Prof. Immink had uiteindelijk geen duidelijk antwoord op de vraag of het vraaggebed nog wel van deze tijd is, „zelfs nauwelijks het begin van een antwoord. Alleen dit misschien, dat ons bidden voortdurend in het licht heeft te staan van de wijze waarop God Zich aan ons betoont.”
Er wordt volgens prof. Hoek gemakkelijk gezegd dat God bij het verhoren Zich aanpast aan ons menselijk spreken, maar dan maakt men misbruik van deze aanpassing „door de spanning tussen Gods raad en de reële inbreng van de biddende mens op te heffen”, zo zei hij tijdens de bespreking. Hij refereerde verder aan de recente discussie over de Protestantse Kerk in Nederland als volkskerk, die volgens scriba dr. A. J. Plaisier zou hebben afgedaan. Voor Hoek betekent volkskerk niet een numeriek grote kerk, maar een kerk die op theocratische wijze verantwoordelijkheid wil dragen voor de gehele samenleving. „In het openbare gebed mag een generaties overstijgende verantwoordelijkheid uitgesproken worden. Dat onderstreept het feit dat theologen zich niet met luchtfietserij bezighouden, maar met de praktijk van geloven van alledag.”
Prof. Hoek met boek vrienden geëerd
Prof. dr. J. Hoek kreeg gisteren na zijn afscheidsrede aan de Rijksuniversiteit Groningen een vriendenbundel aangeboden door ds. A. J. Mensink, voorzitter van de Gereformeerde Bond. Prof. Hoek wordt daarin getypeerd als een „theoloog tussen preekstoel en leerstoel.” Hij publiceerde veel op het terrein van theologie, kerk en gemeente, met speciale aandacht voor ethiek, dogmatiek en de gereformeerde spiritualiteit.
Tijdens zijn oratie benadrukte prof. Hoek het belang van het gebed binnen de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), waar hij bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit was. Hij kon zich niet aan de indruk onttrekken dat er nog altijd „een zekere schroom en een al te grote terughoudendheid heerst” om in het dagelijks werk binnen de universiteit en in het samen optrekken van docenten en studenten het gebed nadrukkelijk een plaats te geven. De PThU zal er volgens hem goed aan doen aansluiting te zoeken bij de internationaal groeiende aandacht voor de academische beoefening van spiritualiteit in het algemeen en de beoefening van het gebed in het bijzonder.
Lees ook in Digibron
Nadenken over de Godsleer : Hoogleraren Gereformeerde Bond – interview met dr. J. Hoek (De Waarheidsvriend, 18-10-2012)
Vroomheid verrassend relevant : Gereformeerde spiritualiteit in theologie van Martin Bucer actueel voor 21e eeuw – over inaugurele oratie (Reformatorisch Dagblad, 03-10-2006)
Dr. Hoek inaugureert aan TU Kampen (Reformatorisch Dagblad, 03-10-2006)
“Ik buig weer wat terug naar begin” : Dr. J. Hoek dankbaar voor benoeming (hoogleraar Theologische Universiteit Kampen) - interview (Reformatorisch Dagblad, 22-10-2005)
Geref. Bond benoemt dr. Hoek tot hoogleraar (Reformatorisch Dagblad, 22-10-2005)