Guyana legt grensconflict met Suriname bij VN
De regering van het Zuid-Amerikaanse Guyana is op oorlogspad in een poging grote delen grondgebied definitief binnen haar grenzen te krijgen. In het al decennia spelende geschil met buurland Suriname is om een oordeel van de Verenigde Naties gevraagd. Daarnaast maakt het land aanspraak op een betwist gebied met de grens met Venezuela en een deel van het maritieme gebied waarover Barbados en Trinidad en Tobago al jaren kibbelen.
De Guyanese president Bharrat Jagdeo maakte twee weken geleden bekend het al tientallen jaren slepende conflict over duizenden vierkante kilometers kustwater op de zeegrens met Suriname voor te leggen aan de Verenigde Naties. Volgens hem hebben gesprekken tussen de twee hiervoor in het leven geroepen grenscommissies niets opgeleverd omdat Suriname geen water bij de wijn wilde doen. In de zeebodem bevinden zich volgens deskundige rapporten enorme hoeveelheden aardolie en aardgas.
Guyana heeft voorgesteld deze samen met Suriname te exploiteren, maar de Surinamers willen daar pas over praten als de buren toegeven dat het gebied Suriname toebehoort. Vier jaar geleden liet Guyana een Canadees bedrijf hier proefboringen uitvoeren, maar dit werd door de marine van de woedende Surinamers verjaagd. Een gewapend treffen tussen beide landen bleef destijds uit vanwege de zwakheid en slechte bewapening van beide legers.
Het is niet het enige geschil tussen de twee landen. De grensrivier Corantijn wordt ook door de wederzijdse regeringen opgeëist, evenals een gebied ter grootte van de provincie Utrecht in het zuidelijke grensgebied. Dit stuk regenwoud, dat rijk zou zijn aan kostbare mineralen, wordt in de ogen van Suriname sinds 1969 bezet door Guyanese militairen.
Ook met Venezuela ligt Guyana over grote stukken grensgebied overhoop. De Venezolaanse president Hugo Chavez herhaalde vorige week nogmaals dat zijn land aanspraak maakt op een gebied dat bijna de helft van Guyana beslaat. Ook hier is de inzet vooral de rijke bodem, want die zou eveneens olie herbergen.
Enkele dagen geleden mengde Guyana zich ook nog eens in een voortsukkelend maritiem conflict tussen de twee Caraïbische eilanden Barbados en Trinidad en Tobago. Venezuela maakte begin jaren negentig met Trinidad en Tobago afspraken over de verdeling en het gebruik van de maritieme wateren tussen de beide landen. Dit tot ongenoegen van Barbados, dat eveneens aanspraak op een deel van het zeegebied maakt. Ook dit conflict is inmiddels aan de Verenigde Naties voorgelegd.
Totaal onverwacht heeft nu ook Guyana zich in dit conflict gemengd. In een eerder stadium schaarde het land zich al achter Barbados, vorige week liet president Jagdeo weten dat ook zijn land rechten meent te hebben op een deel van deze visrijke wateren. Ook in deze kwestie zegt Jagdeo de zaken niet op de spits te willen drijven, maar wel dat hij tot het uiterste zal gaan om ook hier als winnaar uit de bus te komen.
Volgens James Goodring van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Georgetown heeft zijn land in alle conflicten het gelijk aan zijn kant. „De grenzen zijn in de afgelopen eeuwen, in de tijd dat ons land nog een kolonie van de Engelsen was, in officiële documenten vastgelegd. De regering begrijpt daarom ook niet dat onze buurlanden dat niet accepteren. We staan volledig in ons recht, maar onze gesprekspartners zijn niet voor rede vatbaar. Er wordt nu gesteld dat wij op het oorlogspad zijn, maar in feite zijn de andere landen dat. Zij willen iets hebben wat niet van hen is. Vandaar dat Guyana naar de Verenigde Naties stapt.”
Toch lijken de Guyanese bestuurders niet gerust op een positieve afloop. Na het wegens slagkracht doodgebloede conflict met Suriname is de vloot van de marine drastisch uitgebreid, terwijl het leger gedeeltelijk van nieuwe wapens is voorzien. „Dat heeft niets te maken met de conflicten”, verzekert Goodring. „Deze vernieuwingen waren al langer gepland, alleen had het ministerie van Defensie daar het geld destijds niet voor. Dus het is beslist geen provocatie. Het neemt niet weg dat we, als het erop aankomt, niet zullen schromen onze grenzen te verdedigen. We verwachten echter dat de Verenigde Naties in ons voordeel beslissen. Dat zullen de buurlanden dan moeten accepteren, waarna we kunnen beginnen met het verstevigen van de onderlinge banden.”