Dijksma: Geen koppeling tussen uitgifte fosfaatrechten en weidegang
DEN HAAG. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) is niet van plan de uitgifte van fosfaatrechten aan melkveehouders te koppelen aan bijvoorbeeld weidegang.
In antwoord op vragen vanuit de Kamer over haar wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij schreef de bewindsvrouw gisteren dat „differentiëren tussen bedrijven bij de toewijzing van fosfaatrechten niet mogelijk is.”
Dat heeft te maken met het eigendomsrecht. „Als differentiatie leidt tot de situatie dat een bedrijf minder rechten toegewezen krijgt dan noodzakelijk is om melkvee dat reeds op 2 juli 2015 fysiek aanwezig was aan te houden, staat dit op gespannen voet met het uitgangspunt dat als gevolg van de komst van fosfaatrechten geen eigendom zal worden ontnomen.”
Bij een stelsel van fosfaatrechten „is de keuze voor weiden of opstallen neutraler dan bij een stelsel met dierrechten”, aldus Dijksma. In eerstgenoemd stelsel is de verleiding voor melkveehouders om te streven naar een zo hoog mogelijke melkproductie per koe namelijk „geringer.”
Ze stelt verder dat ze de weidegang wil verhogen naar 80 procent in 2020. „Ik wil hiertoe de afspraken die gemaakt zijn in het kader van het Convenant Weidegang herzien.” Volgens GroenLinks, dat vindt dat weidegang wettelijk verankerd moet worden, loopt de weidegang jaarlijks terug. Dijksma reageert dat ze „niet wil vooruitlopen op de mogelijke situatie dat het percentage weidegang onverhoopt daalt.”
Het CDA vreest dat fosfaatrechten familiebedrijven op extra kosten zullen jagen. Volgens Dijksma hangt dat af van de wijze waarop het stelsel zal worden ingevuld.