Gemeenteadviseur Aart Peters, vraagbaak en makelaar
Hoe kun je je geloof uitdragen? Die vraag houdt Aart Peters, gemeenteadviseur binnen de classis Nijkerk in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), nu al ruim 31 jaar bezig. Vandaag gaat hij met vervroegd pensioen, zaterdag nam hij officieel afscheid tijdens een bijeenkomst in de Oude Kerk in Barneveld.
Zijn hart ligt bij het voeren van „het geloofsgesprek”, vertelt Peters thuis in zijn woonkamer in Barneveld. Wat dat voor gesprek is? „We schieten in de gemeente vaak snel door naar de praktijk, naar oplossingen voor vraagstukken die voor ons liggen. Wat doen we met ons kerkgebouw nu de gemeente kleiner wordt? Wat is de oplossing voor een conflict in de kerkenraad? Maar de vragen die hieraan voorafgaan, laten we vaak liggen: Wat reikt de Schrift ons aan? Wie zijn wij als gemeente voor God? Daarover gaat het geloofsgesprek.”
In 1984 kwam Peters in dienst bij de Nederlandse Hervormde Kerk als diaconaal consulent van de hervormde kerkprovincie Gelderland. Zijn werkgebied strekte zich uit van de Noordwest-Veluwe tot en met het rivierengebied. Hij had daarvoor tien jaar in de ambtenarij gewerkt en was actief in het kerkenwerk. „Ik wilde altijd al theologie gaan studeren, maar ik kon de stap niet zetten. Toen ik als diaconaal consulent aan de slag ging, begon ik al snel aan de oude catechetenopleiding in Zeist, geleid door ds. C. den Boer en ds. W. Chr. Hovius. Later volgde ik de pastorale variant hbo theologie aan Christelijke Hogeschool in Ede, daarna de agogische variant aan Windesheim in Zwolle en vervolgens nog een jaar de hogere kaderopleiding theologie in Ede. Al met al zijn er heel wat zaterdagen en avonduren in gaan zitten. Wel veertien jaar, bij elkaar opgeteld. Maar ik deed het allemaal met veel plezier.”
Bij de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland in 2004 veranderde het takenpakket van de diaconaal consulent, die zich rekent tot de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk. Hij werd gemeenteadviseur in de classis Bommel. Vijf jaar later verruilde hij die regio voor de classis Nijkerk.
Wat doet een gemeenteadviseur bij de Protestantse Kerk?
„Het takenpakket van een gemeenteadviseur valt uiteen in drie delen. Allereerst draag je zorg voor de vorming en toerusting van ambtsdragers in de gemeenten. Zo gaf ik cursussen pastoraat, diaconaat, gemeenteopbouw, missionaire vernieuwing, beleidsontwikkeling et cetera. Soms plaatselijk, soms ook regionaal.
Ten tweede ben je een vraagbaak. Je bent het aanspreekpunt voor gemeenten als het gaat om kerkordelijke en financiële zaken en bij conflictsituaties. Als ik er niet uitkom, zijn er collega-adviseurs of visitatoren. Dat is een ambtelijk orgaan en heeft in die zin meer zeggingskracht.
Ten derde denkt de gemeenteadviseur met gemeenten na over beleidszaken. Hij helpt bijvoorbeeld bij het opstellen van een beleidsplan. Iedere gemeenteadviseur heeft ook weer eigen specialiteiten. Ik ben agogisch werker en richt me daarom meer op inhoudelijke zaken. Er zijn ook specialisten kerkrecht of financiën bijvoorbeeld.”
Pastoraat heeft veel verschillende aspecten. Hoe vang je die in een cursus?
„Het ouderwetse huisbezoek boet aan populariteit in. Oudere mensen in de gemeenten stellen het nog wel op prijs, maar jongeren gaan liever naar een kring. De grote vraag in het pastoraat is: Hoe kom je tot een geloofsgesprek? Daarvoor zijn verschillende manieren denkbaar. Voorop staat voor mij dat de Bijbel open moet gaan. Ik adviseer altijd om het pastorale gesprek te beginnen aan de hand van een Bijbelgedeelte. Zo kun je ingangen vinden in de levens van mensen. Heel vaak gaat de Bijbel pas aan het eind van een bezoek open. Veel te laat.
Ik merk trouwens dat er veel behoefte is aan dit soort meditatief Bijbellezen. Overdenkend. Door zo een Bijbelgedeelte te bestuderen sluit je aan bij de biografieën en ervaringen van mensen. Tijd is daarbij een belangrijke factor. Je kunt niet verwachten dat een geloofsgesprek op gang komt als je te weinig tijd neemt of als je elkaar maar eens in de twee jaar ontmoet.”
U kwam als gemeenteadviseur bij allerlei soorten gemeenten. Kort door de bocht: van Gereformeerde Bond tot vrijzinnig. Kon u altijd aansluiting vinden?
„Laat ik het zo zeggen: vrijzinnigen weten wel van mijn kerkelijke ligging. En ik voel me natuurlijk meer verbonden met gemeenten van Gereformeerde Bondssignatuur. Maar tegelijk moet ik zeggen dat ik er altijd voor alle gemeenten heb willen zijn én dat ik avonden waarop diverse gemeenten bij elkaar kwamen heel verrijkend heb gevonden. Op zulke bijeenkomsten blijkt hoezeer je van elkaar kunt leren in de kerk. Als je écht naar elkaar wilt luisteren.
Ik vind het pas moeilijk, zo niet onmogelijk worden, als het geloof voor mensen niet meer betekent dan iets van zingeving, of als het gezien wordt als een interessante filosofie. Als Bijbellezen en bidden niet noodzakelijk worden gevonden.”
Hoe reageerde u in zo’n situatie?
„Het liefst liet ik anderen reageren, om zo de dialoog op gang te brengen. Ik kan wel wat gaan roepen, maar wie ben ik? Het is de uitdaging om juist mensen met elkaar in gesprek te laten gaan.”
Begin dit jaar raakte de hervormde ds. E. J. A. van der Kaaij uit Nijkerk in opspraak vanwege zijn eerder verschenen boek ”De ongemakkelijke waarheid”, waarin hij het bestaan van de historische Jezus ontkent. Hij werd in de gereformeerde kerk in Nijkerk van de kansel geweerd en werd in zijn eigen Vredeskerkgemeente vrijgesteld van werkzaamheden.
Ds. Van der Kaaij maakt deel uit van uw classis. Wat kan een gemeenteadviseur in zo’n geval betekenen?
„Samen met dr. J. van Beelen, de regionaal adviseur voor de classicale vergaderingen in Gelderland, hebben wij een pastoraal gesprek gevoerd met een delegatie van de kerkenraad van de Vredeskerk. Dat was al in een vroeg stadium. We hebben hen geïnformeerd over de kerkordelijke mogelijkheden die er bij zulke conflicten zijn.
Als gemeenteadviseur ben je in zo’n situatie vooral een luisterend oor. Je fungeert als makelaar: je brengt de ene partij met de andere in contact. Daarmee voorkom je dat een kerkenraad het idee heeft dat hij van het kastje naar de muur wordt gestuurd. We houden van korte lijnen, ook in de kerk. Als gemeenteadviseur kun je een kerkenraad direct in contact brengen met de juiste personen in de classis of in de landelijke dienstenorganisatie van de kerk.”
U was ook een vraagbaak.
„Een gemeenteadviseur is het eerste aanspreekpunt buiten de eigen gemeente. Ik heb in de afgelopen jaren gemerkt dat de vragen waar gemeenten en kerkenraden mee zitten steeds ingewikkelder worden. Mensen zijn mondiger geworden. Gemeenteleden verschillen al snel van mening met de kerkenraad en laten dit ook blijken. Dat kan een gemeente soms flink uiteendrijven.”
Ooit begon u als diaconaal consulent.
„In de jaren tachtig was het diaconaat een soort appendix bij het gemeentewerk. Het deed er niet zo toe. Van mijn leermeesters dr. A. Noordegraaf en ds. A. Romein leerde ik dat diaconaat een wezenlijk onderdeel is van het gemeente-zijn. Misschien zelfs wel het belangrijkste onderdeel. De Heere Jezus Zelf was de grote Diaken. Hij ging ons voor in dienstbetoon. De eerste christengemeente viel op door haar onderlinge liefde. Ook wij krijgen eens de vraag voorgelegd of we in Zijn Naam hongerigen hebben gevoed en dorstigen te drinken gegeven.
Ik ben weleens in Roemenië geweest. De kerk is daar absoluut niet vermogend, maar het viel me op dat de christenen daar heel veel doen aan diaconaat. Zo organiseerden zij zorg voor daklozen met de weinige middelen die ze hadden. Ik vind dat een lichtend voorbeeld voor de kerk in West-Europa.”
Zakelijk
„Door de veranderingen in de zorg wordt er vaker een beroep gedaan op de diaconie”, vervolgt Peters. „Iedere kerkelijke gemeente krijgt daarmee te maken. Ook voor de gemeenteadviseurs zal er in de toekomst het nodige veranderen. Het werk zal zakelijker worden vanwege dienstverlening die moet worden betaald.
Ikzelf kan deze veranderingen niet meer meemaken. Tien jaar geleden kreeg ik een burn-out. De vorming van de Protestantse Kerk en het veranderen van mijn functie grepen mij aan. Sindsdien werkte ik voor 70 procent. Ik moet zeggen dat ik een heel goede werkgever heb gehad aan de PKN. Ik kreeg alle ruimte en kon in goed overleg ook bepaalde klussen weigeren als het mij te zwaar werd.”
Aan de muur tegenover de bank in de woonkamer van de familie Peters hangt een schilderij met daarop de Cunerakerk in Rhenen. Deze beeldbepalende kerk aan het water van de Nederrijn was lange tijd een ankerpunt voor hem, vertelt hij. „Toen ik net na 2004 in de classis Bommel kwam te werken, reed ik altijd over de brug bij Rhenen weer naar huis. Er speelden veel verdrietige zaken in de classis vanwege het scheuren van diverse hervormde gemeenten. Telkens als ik dan de toren van de Cunerakerk naar de hemel zag wijzen wist ik het weer: „Heere, het moet van U komen.””
U gaat met pensioen. Heeft u nog plannen?
„Ik speel graag piano en orgel, daar wil ik meer tijd voor vrij gaan maken. En ik ben bezig met een boekje over pastoraat, maar dat staat nog in de kinderschoenen. Af en toe hoop ik nog wat cursussen vorming en pastoraat te geven. Dat inhoudelijke werk, daar houd ik van.”
Aart Peters
Aart Peters werd in 1954 geboren te Rotterdam-Overschie. Na de mulo en twee jaar havo werd hij leerling-ambtenaar bij de gemeente Vinkeveen. Later was hij ambtenaar op de gemeentehuizen van Mijdrecht, Zeist en Kamerik. Peters volgde ondertussen een bestuursopleiding in Utrecht en Den Haag. Begin jaren tachtig rondde hij de sociale academie in Ede af. In 1984 werd Peters diaconaal consulent van de Hervormde Kerkprovincie Gelderland in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij volgde de catechetenopleiding, de pastorale variant hbo-theologie in Ede, de agogische variant hbo-theologie in Zwolle en een jaar de hogere kaderopleiding theologie in Ede. Peters schreef vier boekjes, een over gemeenteopbouw en drie over diaconaat. Recent verscheen ”Diaconaat, hoe doe je dat? Handvatten voor startende diakenen”, waarvan hij redactielid was.