Rutte: Minister moet het net iets te druk hebben
DEN HAAG. Premier Rutte voelt er niets voor om in een volgend kabinet weer meer ministers en staatssecretarissen op te nemen, een suggestie die de laatste tijd wel gehoord werd in kringen van PvdA en D66.
In het radioprogramma ”Met het Oog op Morgen” zei Rutte vrijdag het juist goed te vinden dat bewindslieden „het net iets te druk hebben.”
Sinds het kabinet-Rutte I zijn er minder bewindslieden. Voor zijn eerste kabinet schrapte Rutte de minister van Landbouw, de minister voor Jeugd en Gezin en de staatssecretaris van Defensie. Rutte, die als liberaal voorstander is van een kleine overheid, wilde „de trap van bovenaf schoonvegen.”
PvdA en D66 stelden de afgelopen tijd dat de druk op sommige bewindslieden te hoog is. Dat zou vooral het geval zijn bij minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie. Ook van Hennis (Defensie) is wel gezegd dat haar portefeuille te zwaar is. De bewindslieden zouden door hun overladen portefeuille hun werk niet goed kunnen doen en fouten maken.
Rutte blijft bij zijn standpunt dat een kleine ploeg juist goed is: „Ik wil een kleine en krachtige overheid en kleine kabinetten, zodat iedereen het net iets te druk heeft. Het hele probleem is dat je met meer bewindslieden ziet dat ze werk gaan zoeken om hun salaris te rechtvaardigen.” Juist daarom vindt Rutte „het altijd goed wat krap te begroten in het aantal bewindslieden. Dat dwingt tot het maken van keuzes.”
Over de vaak bekritiseerde overgang van de politie van Binnenlandse Zaken naar Veiligheid en Justitie blijft Rutte stellig: „Ik vond en vind het verstandig dat politie nu onder Justitie valt.”
Het kabinet-Rutte II telt dertien ministers en zeven staatssecretarissen.