Cultuur & boeken

De blauwe deur als comfortzone in het jappenkamp

Ik wil ze liever niet zien, horen of lezen. Ik duw hun verhalen weg, want ze passen niet in mijn wereldbeeld. Ik weiger hen toe te laten in de comfortzone van mijn huiskamer en het scherm van mijn iPhone: de kleine gevangene in het jappenkamp en de aangrijpende geschiedenis van de Noord-Koreaanse vrouw die strafkampen overleeft.

Marie Verheij

1 October 2015 14:05Gewijzigd op 15 November 2020 22:13
In Noord-Korea is een onmenselijk bewind aan de macht. beeld RD, Henk Visscher
In Noord-Korea is een onmenselijk bewind aan de macht. beeld RD, Henk Visscher

Hun verhalen staan in twee boeken: ”De kleine gevangene” van Lise Kristensen en ”De sterren tussen zon en maan” van Lucia Jang en Susan McClelland. Bij het lezen van ”De kleine gevangene. Het waargebeurde overlevingsverhaal van een klein meisje in een Japans krijgsgevangenkamp op Java tijdens de Tweede Wereldoorlog”, erger ik me aanvankelijk aan de ‘kindertaal’ erin. Maar daarna zit ik aan het boek vastgekluisterd.

In oorlogen voltrekken zich de onwaarschijnlijkste gebeurtenissen, zo ook in het leven van Lise Kristensen. Dit boek werpt licht op de Tweede Wereldoorlog in het Verre Oosten. Agressor is Japan. Lise (1934, Soerabaja) leidt een zorgeloos bestaan. Ze is de dochter van Noorse ouders. Haar vader werkt bij meneer Verhoog, de gouverneur. Lise is de oudste van drie kinderen. In 1942 wordt hun vredige leven ruw verstoord. De Japanners bezetten Java. Europeanen worden geïnterneerd, mannen gescheiden van vrouwen en kinderen.

Platform

Twee jaar lang woont Lise met haar moeder, zusje Karin en broertje Lasse in een kamp. Eerst in een garage, dan in een kerk in Bangkong, waar nonnen humaniteit bieden. Daarna in het strafkamp Lampersari. Lise bedenkt manieren om haar familie te beschermen.

We lezen hoe het gezin overleeft op een blauwe houten deur: een verhoging vanwege de ratten en een platform van waaruit de wereld wordt bekeken. De deur is de comfortzone in het kamp. Hierop droomt Lise over de terugkeer naar het land waarover hun moeder vertelde, het paradijselijke Noorwegen. „Ik bad tot een God in wie ik niet geloofde en vroeg Hem of wij de nachtmerrie van het kamp mochten overleven en of ons gezin, eenmaal veilig thuis, weer net zo mocht worden als vroeger, voordat de Japanners ons leven ruw verstoorden. Ik ben bedrogen uitgekomen.”

De Japanners zijn wreed en schuwen marteling en verkrachting niet. Kinderen zijn getuige van bloedige moorden. Talrijke keren is er het ritueel van ”Tenko”, waarmee gevangenen worden gedwongen te buigen voor hun ontvoerders.

Vergeving en spijt

Het duurt meer dan vijftig jaar voordat Lise haar ervaringen op schrift kan stellen. Het schrijven is zowel een oefening in het verwerken van een trauma als een poging het drama dat zich in het verleden voltrok, af te sluiten.

De auteur wacht nog altijd op een symbolisch en oprecht gebaar van Japan om spijt te betuigen over zo veel wreedheid. „En aangezien ik de Japanners hun daden nooit zal kunnen vergeven, kan ik nooit een punt achter mijn kamptijd zetten”, stelt ze in het nawoord. Ze kan het nog steeds niet begrijpen dat Japan geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen om excuses aan te bieden aan de slachtoffers. „De wreedheden en barbaarse daden van de Japanners zijn in dit boek eerder afgezwakt dan aangedikt”, aldus Kristensen.

Indoctrinatie

Net als Lise Kristensen zette ook de Noord-Koreaanse Lucia Jang haar verhaal op schrift, met hulp van Susan McClelland. Het is bekend dat er in Noord-Korea een onmenselijk bewind aan de macht is. Als ik het verhaal van Lucia Jang lees, besef ik pas goed hoe angstaanjagend de indoctrinatie van een volk kan zijn.

Lucia Jang wordt in de jaren zeventig geboren en opgevoed met het idee dat de leider van het land, Kim Il Sung, de eeuwige vader is die het volk beschermt en leidt. De bevolking is arm, want alles draait in Noord-Korea om de macht en het welzijn van de familie Kim. Als Noord-Korea geen hulp meer krijgt van bevriende naties, verslechteren de levensomstandigheden van de bevolking en in de jaren negentig sterft een groot deel van hen de hongerdood. Mensen liggen apathisch op straat, omdat ze niets te eten hebben. Na de dood van de Grote Leider in 1994 verergert deze situatie.

Gras eten

Op een dag besluit Jang samen met een vriend de rivier de Tumen over te steken naar China om te kijken of ze voedsel kunnen vinden. Ze kan niet zwemmen en de Noord-Koreaanse grenspatrouilles schieten iedere overloper die ze betrappen dood, maar ze slaagt erin de andere kant te bereiken. In China hebben mensen volop te eten en voeren ze nota bene rijst aan hun honden. In Noord-Korea is er amper rijst, de mensen eten zelfs gras.

Jang gaat voedsel naar Noord-Korea smokkelen en houdt zo haar familie in leven. Het leven is echter een verschrikking. Ze moet trouwen met een man die haar slaat en bedriegt en die hun zoontje Sungmin verkoopt. Jang besluit in China geld te gaan verdienen als prostituee, maar ook dat is niet zonder gevaar. Als ze betrapt zou worden, moet ze naar een strafkamp.

Als ze later zwanger wordt van een Chinese man, weet ze dat ze in Noord-Korea het kind vlak na de geboorte zullen doden en dat ze haar opnieuw zullen opsluiten. Noord-Korea wil een raszuivere bevolking. Lucia wil dat haar kind blijft leven en een toekomst heeft. Ze vlucht de Noord-Koreaanse bergen in naar een oom en tante en wacht daar de geboorte van haar kind af. Met haar twee maanden oude zoontje in een zak op haar rug vlucht ze ten slotte over de Tumen naar China en via Mongolië naar Zuid-Korea.

Sinds 2010 is Jang Canadees staatsburger en heeft ze twee gezonde zoons. Haar liefste wens is nog altijd haar broers en zussen terug te zien in een vrij vaderland. Ze heeft het boek zo geschreven dat ze haar verhaal vertelt aan haar zoontje Taebum. Hierdoor is de sfeer indringend.

Vrede en vrijheid

Het nawoord van Stephan Haggard plaatst het boek in de context van het bittere Noord-Koreaanse realiteit. „Het lezen van zulke verhalen van verlies en verlossing zou ons allen moeten inspireren om ons niet alleen in te zetten voor de vluchtelingen –het topje van een veel grotere ijsberg– maar ook voor hen die daar nog gevangenzitten”, aldus Haggard.

Memoires als die van Chang en Kristensen doen een appel op je geweten en confronteren je met een ethische vraag: Hoe kun je vrijheid brengen in een land van oorlog en dictatuur? Ze roepen op tot de noodzaak om vrede en vrijheid te koesteren.


Boekgegevens

De kleine gevangene, Lise Kristensen; 
uitg. The House of Books, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 4434 760 9; 303 blz.; € 19,99;
De sterren tussen zon en maan, Lucia Jang en Susan McClelland; 
uitg. De Fontein, Utrecht, 2015; ISBN 978 90 2613 8430; 301 blz.; € 16,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer