Zo’n tachtig Veenendalers zijn er naar de bijeenkomst in het gemeentehuis gekomen. Burgemeester Kolff toont zich zeer begripvol. „Ik begrijp uw vraag heel goed”, is meermalen de eerste zin van het antwoord dat hij een bezorgde inwoner geeft. Sommige bezoekers verwijzen naar overlast die bewoners van het nabijgelegen asielzoekerscentrum in Overberg geven in het winkelcentrum in Veenendaal-West en naar de onrust in het azc zelf.

„Iedereen springt nu in de bres voor deze vluchtelingen, maar denk eerst aan je eigen volk”, krijgt Kolff te horen.

„Veenendaal kan niet alle problemen van de wereld oplossen”, benadrukt de burgemeester. „Met de vraag of Nederland terecht asielzoekers en vluchtelingen opvangt en hoeveel het er dan mogen zijn, houdt de gemeente zich niet bezig. Die vragen zijn voor de politici in Den Haag. Wij hebben alleen ”ja” gezegd op de crisisopvang. Na 72 uur stromen de vluchtelingen door naar reguliere opvanglocaties buiten Veenendaal.”

Veenendaal staat wat dat betreft in een traditie, merkt Kolff op. „Nu telt Veenendaal 63.500 inwoners: 100 nationaliteiten op 19 vierkante kilometer. Samen proberen we er het beste van te maken. In 1914 waren er 6000 inwoners, 10 procent van nu. Toen werden in de Eerste Wereldoorlog 1200 Belgen opgevangen; er kwam ineens een vijfde van de bevolking bij; 1200 Belgen werden opgevangen. Ze hebben hier jarenlang gewoond.”

De tijdelijke opvang in de Veenendaalse sporthal heeft op sociale media allerlei reacties opgeroepen. Kollf heeft het gezien. „Er zijn Veenendalers die hulp aanbieden, anderen verwoorden angst of woede. Het is een groot goed dat hier in Veenendaal elke mening vrij mag worden geuit. Dat wil niet zeggen dat iedereen gelijk heeft.”

Kolff was bij de aankomst van de vluchtelingen, vertelt hij. „Het ging me echt aan het hart toen ik die mensen uit de drie bussen zag komen, op weg naar hun veldbedje. Kinderen met al hun bezit in één plastic zak. Het viel me vooral op hoe dankbaar de mensen zijn.”

„Zijn ónze kinderen wel veilig?”, is een van de vragen. „Er zijn in de sporthal vooral gezinnen”, antwoordt de burgemeester. „Ik zag een kind van twee maanden oud. Die gaan geen stennis maken in Veenendaal. Ze zijn blij met het veldbedje, na alles wat ze hebben meegemaakt.”

Een vraagsteller is benieuwd of de opvang eenmalig is. „Ik weet niet hoe de wereld er over een paar weken, een paar maanden of een paar jaar uitziet. We bieden nu opvang aan deze mensen”, aldus Kolff.

Is de opvang inderdaad maar voor 72 uur? Kolff: „Als het echt nodig is komt er 24 of eventueel 48 uur bij, maar langer niet. Daar is de sporthal niet geschikt voor.”