Hij zei in het debat over de kwestie dat hij het niet goed vindt dat hij onduidelijkheid heeft laten voortbestaan. Eerder had Van der Steur al in een brief geschreven dat hij dit betreurt. Hij herhaalde dit donderdag in het debat, maar de PVV vond dit lang niet voldoende. Daarop maakte hij ruimhartig excuses.

De minister verwijt zichzelf vooral dat hij niet voldoende is aangeslagen op informatie over een foto van Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn. Hij doelt op de mededeling die hij mondeling van het Openbaar Ministerie kreeg dat er in het voortraject over het maken van een foto was gesproken.

De oppositiepartijen verweten de minister dat die niet het naadje van de kous wilde weten in deze kwetsbare zaak. „Maar ik wist niet dat de kous een naadje had”, zei Van der Steur. De zorgen van de SGP namen daardoor eerder toe dan af. De informatie die de ambtenaren en het OM verstrekken, mag niet afhankelijk zijn van de vragen die de minister stelt, zei SGP’er Elbert Dijkgraaf.

De hele voorbereiding van het antwoord aan de Kamer was volgens de minister gericht op een mogelijke overtreding van het mediaverbod door Van der G. Maar daar ging de discussie uiteindelijk niet over, omdat toen bleek dat de autoriteiten zelf betrokken waren bij het regisseren van de foto vorig jaar.