René Fransen: Bijbel en evolutie bijten elkaar niet
In zijn nieuwe boek ”Check it out!” snijdt dr. René Fransen, bioloog en wetenschapsjournalist aan Rijksuniversiteit Groningen, zes heikele onderwerpen aan om jongeren aan het denken te zetten. De lastigste is wel die over de schepping.
Fransen vindt het belangrijk dat er iets komt voor jongeren waarin zij worden uitgedaagd om na te denken over onderwerpen waarmee ze zeker in aanraking zullen komen. „Ik had zelf weleens zitten nadenken over zo’n boekje. Maar wanneer er geen concreet project wordt gestart, verzanden de plannen al gauw. Toen het verzoek kwam van christelijk wetenschapsplatform ForumC en uitgeverij Jongbloed om zo’n boekje te schrijven, heb ik geen moment geaarzeld.”
Over welke grote vragen gaat het?
„De meeste boekjes die ik ken, gaan vaak over culturele vragen, zoals seksualiteit, abortus en dergelijke. Mijn boek is gericht op de vragen van de moderne tijd, die gedomineerd wordt door de natuurwetenschap. De vragen in dit boekje komen daaruit dan ook voort.”
Waar lopen jongeren dan tegenaan?
„Bijvoorbeeld orgaandonatie. Hoe moet je daar over denken? Als ze gaan studeren, krijgen ze te maken met mensen die hun voorhouden: Wij zijn ons brein. Wanneer neurowetenschapper Dick Swaab zegt: „Zo is het”, dan gaat dat erin als een preek in een ouderling.”
Wat hoopt u met het boekje te bereiken?
„Het boekje probeert sturing te geven aan de gesprekken die ze hierover hebben op catechisatie en studiekringen. Belangrijk is: wat zegt de Bijbel ervan en hoe moeten we erover denken vanuit christelijk perspectief? Ik hoop dat jongeren gaan nadenken over wat ze geloven. Je krijgt het geloof van je ouders aangereikt, maar je moet je dat geloof ook zelf toe-eigenen, zelf nadenken over de diepe levensvragen.”
Het boekje wekt de indruk dat u het vanuit een bepaalde zorg hebt geschreven.
„Dat klopt. Ik maak me zorgen over twee belangrijke zaken. De ene is dat er veel zaken spelen waarvoor geen rechtstreeks antwoord te vinden is in de Bijbel, zoals orgaandonatie en het puur materialistische denken van ”Wij zijn ons brein”. Ik wil jongeren ertoe aansporen om daar vanuit Bijbels perspectief naar te kijken. De andere is dat jongeren een zesdaagse scheppingsweek als enige mogelijkheid krijgen voorgeschoteld. Vandaar dat ik hoofdstuk 5 daar helemaal aan heb gewijd.”
Maar dat is toch een heel gebruikelijke visie?
„Ik denk dat er problemen ontstaan wanneer ze maar één visie leren over deze belangrijke kwestie en geen alternatief krijgen aangereikt. Logisch, een predikant is immers theologisch geschoold en heeft meestal een belabberde kennis van de natuurwetenschappen.
Je houdt dan één smalle weg over, en die is heel gevaarlijk. Als jongeren later zelf gaan grasduinen en ontdekken dat er ook andere visies op de oorsprong van het universum bestaan, kan de mening postvatten dat de wetenschap het juiste oorsprongsverhaal vertelt, en dat het geloof onzin is.
Ik ken bijvoorbeeld een jongen die op belijdeniscatechisatie vragen had over de biologielessen en Genesis. De predikant antwoorde: De Bijbel leert anders en dát moet je maar geloven. Die jongen voelde zich niet serieus genomen, en stopte met catechisatie.”
Wat is dan uw alternatief?
„Als Genesis een zesdaagse schepping leert, kan ik dat, met mijn kennis van de wetenschap, lastig aannemen als historisch feit. De wetenschap wijst immers een andere kant op: het universum is 13,8 miljard jaar geleden begonnen met een oerknal, daaruit ontstond plasma, vervolgens sterren, onze zon, de aarde en het leven daarop. Ik geloof daarin. Wat mij betreft is deze wetenschappelijke visie prima te combineren met Genesis.
Ik wil de discussie over schepping en evolutie niet oprakelen, maar probeer de jongeren aan het nadenken te zetten over wat ze nu eigenlijk geloven. De vraag: ”Wat betekent schepping”, gaat veel verder dan het beschrijven van Gods scheppingsmethode.”
Toch geeft de Bijbel zelf geen aanleiding om denken dat God alles heeft geschapen door evolutie.
„We hebben allemaal een bril op als we de Bijbel lezen; er bestaat niet zoiets als ”plain reading” (simpel lezen wat er staat, BvdD). Neem Genesis. Dat begint met licht afkomstig van God, terwijl Openbaring met God als het Licht eindigt. Ik vind dat een mooie gedachte.
Maar vraag je aan mij: Jij gelooft in de oerknal, waar staat die in de Bijbel? Op mijn beurt leg ik je de vraag voor: Jij gelooft dat het is gebeurd zoals het er staat? Dan moet je mij maar verklaren wat dat licht is geweest op dag één. Wij zijn altijd bezig de Bijbel te interpreteren.”
In uw boek stelt u dat de Bijbel niet foutloos is.
„Ik acht de Bijbel heel hoog; het is de bodem onder mijn geloof. God spreekt in de Bijbel door mensen tot mensen. De Bijbel is geschreven in een ander tijdvak dan het onze in een andere cultuur. Wij zijn niet de enige mensen die God op het oog had toen de Bijbel werd geschreven.
Wij hebben bovendien de oorspronkelijke teksten niet meer tot onze beschikking. Er bestaan onduidelijkheden in de grondtekst en er staan kennelijke overschrijffouten in, er zijn stukjes verdwenen en er zijn later stukjes toegevoegd. We hebben daarom theologen nodig om de Bijbel te leren lezen.”
Welke theologen?
„Bijvoorbeeld John Walton. Die zegt heel stellig: „Als de Bijbel eenduidig zou zeggen dat Adam en Eva de eerste mensen waren, zou ik dat accepteren.” Daarmee ben ik het eens; wat de genetica en de evolutiebiologie laten zien, botst met de visie dat Adam en Eva de eerste mensen waren. Walton meent dat Genesis niet is bedoeld als een letterlijk beschreven geschiedenis. Trouwens, de meeste theologen stellen dat Adam en Eva niet de enige menselijke voorouders zijn geweest. En daar ben ik het volmondig mee eens.”
Dus u gaat af op de meerderheid in plaats van op de argumenten?
Fransen lacht en schudt zijn hoofd. „Nee, zo bedoel ik dat niet; ik snap hun redenering en kan daarin meegaan. Die neemt voor mij de spanning tussen Genesis en de wetenschap weg.
Of ik selectief aan het shoppen ben? Misschien, maar het gaat er mij wel om wie het zegt. Als ik John Walton hoor spreken, proef ik zijn geloof en hoe hij wil omgaan met de Schrift. Ik kan het voor mezelf verantwoorden wanneer ik de Bijbel zo lees.”
Gebruikt u deze opvatting over de Bijbel om uzelf wat exegetische manoeuvreerruimte te verschaffen?
„Ik wil de betrouwbaarheid van de Bijbel niet gaan relativeren.” Nadenkend: „Maar in mijn boek probeer ik wel wat exegetische ruimte te creëren om jongeren aan het nadenken te zetten. Daarbij wil ik hun geen vrijbrief geven om te relativeren. Ik ben ervan overtuigd dat Genesis en evolutie elkaar niet bijten.
Wat mij betreft zit die exegetische ruimte in Genesis. Andersom zit daarin voor mij ook de ruimte om mensen met een andere opvatting in hun waarde te laten, al zal ik altijd de wetenschappelijke feiten blijven verdedigen. Als een jongeaardecreationist komt met opmerkingen die niet stroken met de feiten, zal ik dat zeggen; maar van zijn geloofsstandpunt blijf ik af.”
Hoe kan een niet-foutloze Bijbel volgens u toch Gods betrouwbare Woord zijn?
„De kern van mijn geloof is het geloof in Jezus Christus. Over Zijn opstanding heb ik geen spoortje twijfel. Maar ik heb ontdekt dat er buiten die kern heel verschillende opvattingen mogelijk zijn, ook over de Bijbel. Het christelijk geloof is bovendien meer dan de Bijbel: christenen kunnen een relatie met Jezus hebben.”
Wat is volgens u het eerste wonder in de Bijbel?
Fransen trekt zijn wenkbrauwen op. „De schepping natuurlijk. Maar dat wil niet zeggen dat die onverklaarbaar is. De schepping is deels verklaard door de wetenschap. Maar bijvoorbeeld dat Jezus wandelt over water niet; dat wonder strijdt met de natuurwet van de zwaartekracht.
Ik geloof voor mijn scheppingsverhaal de wetenschap die mij zegt dat er 13,8 miljard jaar geleden iets gebeurde met een kwantumfluctuatie die spontaan uitdijde, waaruit ten slotte de zon, de aarde en het leven zijn ontstaan. Dat is wat mij betreft ook een wonderlijk verhaal. Mijn hersenen gaan enorm kraken als ik kijk naar het allergrootste en naar het allerkleinste in het heelal. Ik kan die niet bevatten.
Meestal wordt mijn visie theïstisch-evolutionistisch genoemd, maar ik geef zelf de voorkeur aan de Engelse term Evolutionary Creationism, evolutionair creationisme, omdat dit beter uitdrukt dat God de Schepper is van alles.”
Hoe is God dan bij de schepping betrokken geweest?
„Hij heeft alles bedacht. Maar ik zie God niet als een kosmisch Ingenieur Die in het heelal sterrenstelsels maakt. Hij is onmisbaar voor de instandhouding van een schepping die zichzelf schiep. Ik geloof dat God het eindresultaat kende: de denkende mens, een wezen dat een relatie met Hem kan aangaan. De mens is verwacht door God; ik geloof dus niet in louter toeval.”
Hoe is God dan Schepper geweest?
„Dat is spreken over iets wat we niet begrijpen. Alles bestaat in Hem. Als Hij de schepping één moment uit Zijn gedachten zou laten, zou deze instorten.”
Is God dan wel betrouwbaar wanneer Hij in Genesis 1 een ander scheppingsverhaal weergeeft dan de wetenschap nu leert?
„God alleen weet hoe de schepping heeft plaatsgehad. Maar Hij heeft deze laten opschrijven voor Zijn volk Israël. Dat leefde in een heel andere denkwereld dan het onze. Hij heeft met hun bevattingsvermogen rekening gehouden en het laten opschrijven in termen die hen bekend waren. Daarom wordt bijvoorbeeld de oerknal niet genoemd.”
Specifieke kerkgenootschappen hebt u met uw boek niet op het oog. Maar welke zullen ermee aan de slag gaan?
„Geen flauw idee. Ik denk dat het boekje de grootste kans maakt binnen de Protestantse Kerk en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, maar ik hoop dat de evangelische kerken waartoe ik zelf behoor, het ook zullen gebruiken. Ik heb geen idee hoe kerken waarin de klassieke belijdenisgeschriften leidend zijn, tegen mijn boekje aan zullen kijken. Hoe strikter ze zich daaraan vastklemmen, hoe lastiger ze ermee uit de voeten zullen kunnen, verwacht ik.”
Kunnen mensen die vasthouden aan een zesdaagse schepping iets van uw boek leren?
„Ik respecteer hun visie als geloofsstandpunt, maar wetenschappelijk gezien is deze nauwelijks te onderbouwen. Als creationisten wetenschap bedrijven, zullen ze zich ook aan de regels van de wetenschap moeten houden of stoppen.
Ik kan er prima mee leven wanneer creationisten zouden stellen dat de wetenschap geen uitspraak kan doen over de oorsprong van alles, zoals de wetenschap ook niets kan verklaren over het wandelen op water. Oorsprongsvragen bieden daarvoor ruimte.”
René Fransen
Dr. René Fransen is van huis uit bioloog. Sinds 1996 werkt hij als wetenschapsjournalist voor de Rijksuniversiteit Groningen en schrijft hij als freelancejournalist artikelen in het Nederlands Dagblad. Hij publiceerde in 2009 het boek ”Gevormd uit sterrenstof”.
De moderne wetenschap stelt jongeren voor grote vragen, zoals: Wat is mijn plaats in het heelal? Hoe werkt wetenschap? Mag ik orgaandonor zijn? Of een heel actuele: Hoe is alles geschapen?
Met het boek ”Check it out!” biedt auteur Fransen een handreiking aan jongerengroepen om die aan het denken te zetten over wetenschap en de Bijbel. „Kant-en-klare antwoorden zijn er niet.”
Bij vrijwel alle onderwerpen laat hij zowel seculiere als christelijke wetenschappers aan het woord, met de bedoeling over hun ideeën na te denken. Het christelijk wetenschapsplatform ForumC levert op zijn website allerlei ondersteunend materiaal.
De auteur geeft aan dat het niet zijn bedoeling is jongeren een bepaalde kant op te sturen. Maar of hij daarin helemaal slaagt, is de vraag. In bijna elk hoofdstuk staan bijvoorbeeld heenwijzingen naar de evolutietheorie.
Met name in het hoofdstuk over de schepping zaait de auteur bewust of onbewust twijfel over de klassieke scheppingsleer. Ook probeert hij aan te tonen dat de Bijbeltekst niet foutloos zou zijn; is het zijn bedoeling het klassieke Schriftverstaan in twijfel te trekken? Gereformeerde theologen zoals Johannes Polyander (”Schijnbare tegenstrijdigheden”) en Franciscus Ridderus (”Schriftuurlijk licht”) verklaren dergelijke ‘fouten’ en noemen tegenstrijdigheden slechts schijnbaar.
Kennelijk is het toch de bedoeling van de auteur dat jongeren gaan denken dat zowel de klassieke scheppingsleer als de evolutieleer in Genesis kan worden gelezen.
Naast al het goede dat het boekje te bieden heeft over onderwerpen zoals orgaandonatie en de werking van het brein, laat het de argeloze gebruiker op het terrein van schepping en evolutie in verwarring achter.
boekgegevens
”Check it out! 6 grote vragen voor hart en hoofd”, René Fransen; uitg. Royal Jongbloed, Heerenveen; ISBN 978 9086 011 45 2; 88 blz.; € 12,50.