De top staat in het teken van zeventien nieuwe ontwikkelingsdoelen, die een vervolg zijn op de millenniumdoelen. Nederland is er met een zware kabinetsdelegatie vertegenwoordigd. In zijn speech zei Rutte dat de private sector nodig is voor de lange termijnfinanciering van de nieuwe ontwikkelingsdoelen en dat samenwerking tussen bedrijven en overheden nodig is om projecten uit te voeren.

In een toelichting tegenover Nederlandse journalisten zei Rutte even later dat ook de Nederlandse overheid grote multinationals als Heineken en Unilever nodig heeft om samen te werken aan de ontwikkelingsdoelen. „Ik geloof heel sterk dat de klassieke manier van ontwikkelingshulp moet worden geïntegreerd. Je kunt als land in je eentje niet zulke grote problemen oplossen. De overheid moet samenwerken met multinationals.”

In zijn speech verwees Rutte naar bierbrouwer Heineken dat ernaar streeft om in Afrika en in het Midden-Oosten 60 procent van de ingrediënten op lokale markten te kopen. Het kabinet steunt dit door training van lokale boeren. In Burundi heeft dat er al toe geleid dat 18.000 boeren kunnen leven van wat ze verkopen aan Heineken.

Het is aan regeringen en aan de VN om te zorgen dat dat juridisch en economisch kan. Dat kan leiden tot veel meer handel en investeringen in arme landen, aldus de premier. Daaraan bijdragen is een van de belangrijkste redenen voor Nederland om zich kandidaat te stellen voor een tijdelijke zetel in 2017 en 2018 in de VN-Veiligheidsraad, aldus Rutte.

Hij erkende na afloop dat er tal van obstakels zijn voor ondernemingen. De Nederlandse detacheerder Brunel trok zich onlangs terug uit Nigeria, omdat het weigerde mee te werken aan corruptie. Rutte: „Ik kan niet bepalen of Brunel de juiste keuze heeft gemaakt. Maar dit lijkt me een signaal voor Nigeria. Ik hoop dat zij nu gaan bekijken hoe ze corruptie kunnen terugdringen. Dat is een voordeel van de betrokkenheid van deze bedrijven. Zij hebben hoge standaarden.”