Tijdens een zeldzame persbriefing vertelde de koningin donderdag over haar werk voor de VN. Sinds 2009 is ze voor de internationale organisatie actief als ‘speciale pleitbezorger’ om financiële diensten voor iedereen mogelijk te maken. Over enkele dagen reist ze naar New York voor de VN-top, waar dit onderwerp op de agenda staat.

Volgens Máxima, voor wie het werk „soms meer is dan een fulltimebaan”, is er al veel bereikt. „Vijf jaar geleden zag de Wereldbank het niet als prioriteit.” Door gesprekken met regeringsleiders en door veel te reizen wil ze het onderwerp op de agenda zetten. „Ik probeer iets achter te laten: een nationale strategie voor ‘inclusieve financiering’, met duidelijke targets. Inmiddels zijn er al vijftig nationale strategieën gemaakt.”

Máxima zegt daarbij nog wel obstakels tegen te komen, zoals regelgeving dat je voor het openen van een betaalrekening een identiteitskaart moet hebben. „In veel landen weten mensen niet eens wanneer ze geboren zijn.” Ook de kosten van het betalingsverkeer vindt ze op veel plekken te hoog. „Door migranten wordt wereldwijd 440 miljard dollar overgemaakt naar familieleden in het land van herkomst. Nog niet zo lang geleden waren de kosten om dit over te maken, 20 procent.”

Verder is er volgens haar „nog een hardnekkige kloof tussen mannen en vrouwen. Vrouwen zijn minder geneigd een mobiele telefoon te hebben, en als ze er eentje hebben, is die van mindere kwaliteit.” Dat belemmert de mogelijkheden om mobiel te bankieren.

Máxima probeert haar drukke werk zo goed mogelijk te combineren met haar moederschap. „Soms is het alleen avondwerk, via conference calls, als de kinderen naar bed zijn. Ik spreek ook live panels toe via een videoverbinding, zodat ik niet hoef te vliegen.”