Het gaat justitie er niet in de eerste plaats om deze mensen alsnog zo snel mogelijk het land uit te krijgen. In een memo van plaatsvervangend minister van Justitie Larry Thompson wordt justitiële- en politieautoriteiten gevraagd om te bekijken of mensen die worden opgepakt op een of andere manier vervolgd kunnen worden. Daarbij wil men dan hun gegevens vergelijken met de lijsten van mensen die worden verdacht van terroristische activiteit of van terroristische sympathieën.

Justitie concentreert zich bij deze operatie in de eerste plaats op immigranten uit landen in het Midden-Oosten en Pakistan. „Landen met veel aanhangers voor het al-Qaida-netwerk van terroristenleider Osama bin Laden”, aldus Thompson. Vertegenwoordigers van Amerikaans-Arabische gemeenschappen en van burgerrechtenorganisaties hebben kritiek op dit aspect van de operatie. „Justitie geeft toe dat de meeste illegale immigranten uit Latijns-Amerikaanse landen komen, maar de eerste groep die onder de loep wordt genomen is de Arabische gemeenschap”, aldus Khalil Jahshan, vice-president van het Amerikaans-Arabische Antidiscriminatie Comité.

Thompson ontkent dat racistische of politieke elementen een rol spelen in de operatie. „Het is duidelijk dat wij niet achter 314.000 illegale immigranten tegelijk aan kunnen gaan. Wij moeten dus prioriteiten stellen. Het is logisch dat wij die prioriteiten aanpassen aan de recente gebeurtenissen in dit land en dat wij in de eerste plaats op zoek gaan naar mensen die een mogelijk gevaar voor onze maatschappij kunnen vormen”, aldus Larry Thompson tegenover The Washington Post.