’Rwandese leider Kagamé liet president vermoorden’
De huidige Rwandese leider Paul Kagamé was tien jaar geleden de hoofdverantwoordelijke voor het neerhalen van een vliegtuig dat de presidenten van Rwanda en Burundi vervoerde.
Dit staat in de conclusies van een Frans politieonderzoek van de Nationale Anti–Terroristische Divisie (DNAT). Het Franse dagblad Le Monde bericht dit in zijn editie van woensdag 10 maart. De DNAT heeft haar rapport eind januari aan onderzoeksrechter Jean–Louis Brugière overgedragen.
Nadat het vliegtuig op 6 april 1994 was neergehaald, ontstond een buitensporige golf van geweld in Rwanda. Naar schatting 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s werden afgeslacht onder leiding van Hutu–extremisten die vreesden de macht in het land weer aan de Tutsi–minderheid te verliezen.
Dat gebeurde vervolgens toch, toen Kagamé als Tutsi–guerrillaleider vanuit het buurland Uganda Rwanda in juli 1994 veroverde. Hij is sindsdien de sterke man van het Midden–Afrikaanse land. Kagamé wordt woensdag in Brussel verwacht voor een officieel tweedaags bezoek aan België.
Kagamé heeft altijd hardnekkige geruchten bestreden die stelden dat zijn beweging, het Rwandese Patriottische Front (FPR), het vliegtuig neerhaalde om een omwenteling te bewerkstellingen. De FPR zou dan de macht kunnen grijpen.
Het front zou onder de toen reeds gesloten vredesovereenkomsten slechts een bijrol krijgen in de politiek van Rwanda. Die bleef tot ergernis van radicale Tutsi’s door Hutu’s gedomineerd. De Tutsi’s droomden van de terugkeer naar een stelsel waarin zij het alleen voor het zeggen hadden.
Dat was een nachtmerrie voor Hutu’s. Die zouden volgens een andere theorie over de dood van de Rwandese Hutu en president Juvénal Habyarimana en zijn Burundese collega Cyprien Ntaryamira, de vredesakkoorden hebben willen saboteren.
Habyarimana sloot die overeenkomsten met de FPR. Hutu–extremisten zouden met de aanslag de uitvoering van de akkoorden hebben willen voorkomen en elke rol van betekenis voor de Tutsi’s hebben willen uitsluiten. De aanslag werd gevolgd door massale slachtingen van ongekende wreedheid en snelheid.
Het onderzoek van de DNAT stelt dat de lezing dat de FPR achter de aanslag zat, klopt. De onderzoekers baseren zich onder meer op Tutsi–dissidenten die later braken met de autoritaire Kagamé. Hij zou destijds de beslissingen hebben genomen. Ongeveer tien hooggeplaatste FPR–leden voerden de aanslag uit.
De Franse justitie onderzoekt de aanslag sinds 1998. Onder de slachtoffers waren ook de Franse bemanningsleden van het door Parijs vertrekte presidentiële vliegtuig.