De ministers zijn opgestapt omdat ze boos zijn over het oplaaien van de strijd tegen de Koerdische militante beweging PKK. Het geweld heeft volgens hen geleid tot een „helse situatie, zeker in Koerdische steden”, citeerde de krant Hürriyet een van de politici. Ze zijn woest over het beëindigen van het vredesproces. Verder beschuldigden ze president Erdogan en zijn partij ervan dat ze zich gedragen als alleenheersers.

De interim-regering was een opmerkelijk fenomeen, aangezien de AK-partij de HDP afschildert als een club die Koerdische terreur goedpraat. Volgens de Turkse grondwet moeten echter alle partijen een kans krijgen om deel te nemen aan een regering die vervroegde verkiezingen voorbereidt. De AK-partij verloor bij de laatste verkiezingen haar absolute meerderheid en was daardoor veroordeeld tot de samenwerking. Andere oppositiepartijen hadden geen interesse in deelname.