Volgens Heerts is het „marktdenken” doorgeslagen. Dat gaat ten koste van de „solidariteit in de samenleving” en het „gevoel voor mensen met lagere en middeninkomens, bij wie het allemaal niet vanzelf komt aanwaaien”. Alleen een brede coalitie kan effectief tegenkracht bieden.

Hij vestigt zijn hoop vooral op PvdA, SP en GroenLinks als politieke deelnemers aan de antineoliberale tegenbeweging. Regeringspartij VVD en oppositiepartij D66 luisteren vooral naar de werkgeverslobby VNO-NCW, die hamert op minder regels en lastenverlichting omdat het dan allemaal wel goed zal komen. Dat geldt ook „voor delen van het CDA”, aldus Heerts.

Heerts verwijt VVD en D66 daarnaast „elitair individualisme”. „Bijvoorbeeld door te zeggen dat iedereen wel zzp’er kan worden, en dan zijn verzekeringen en pensioen zelf wel kan regelen.”

„Die vrijheid-blijheid mentaliteit helpt sommige hoogopgeleiden die gewilde arbeid leveren. Zij hebben een onderhandelingspositie. Maar voor velen levert het niet genoeg op om er een fatsoenlijk bestaan van te leiden.”