Vakantiedagenopbouw bij arbeidsongeschiktheid
DEN HAAG (ANP). Werknemers die voor 1 januari 2012 door arbeidsongeschiktheid te weinig vakantiedagen kregen toebedeeld, moeten die dagen vergoed krijgen. Dat heeft de Hoge Raad vrijdag bepaald in een zaak die twee werknemers tegen de Staat hadden aangespannen. Eerder kreeg het duo ook al gelijk van de kantonrechter en het gerechtshof.
Op grond van de destijds geldende Nederlandse wet was de opbouw van vakantiedagen bij arbeidsongeschiktheid beperkt. Die beperkte opbouw was echter in strijd met een Europese richtlijn, zodat bij het einde van het dienstverband van de twee klagers met hun werkgever te weinig vakantiedagen waren afgerekend. De werknemers spraken de Staat aan voor schade omdat de richtlijn niet tijdig in nationale wetgeving was doorgevoerd.
„De Hoge Raad heeft beslist dat op de aansprakelijkheid van de Staat voor de te late uitvoering van Europese richtlijnen de gewone aansprakelijkheidsregels van toepassing zijn. Omdat de wet al had moeten zijn aangepast aan de richtlijn, is de Staat verplicht tot vergoeding van de vakantiedagen die de werknemers zijn misgelopen.”
Tot 1 januari 2012 bouwden arbeidsongeschikte werknemers in Nederland alleen vakantiedagen over de laatste zes maanden dat ze in dienst waren. In de Europese richtlijn hebben werknemers echter een onvoorwaardelijke aanspraak op vakantiedagen over de gehele periode dat ze in dienst zijn, ongeacht of zij arbeidsongeschikt zijn.
Het ministerie van Sociale Zaken kreeg tot 2013 1200 claims binnen van mensen die het niet eens waren met de afrekening van hun vakantiedagen.