„Krimpende RKK vereist Ingrijpen”
De situatie in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland noopt tot het nemen van maatregelen. Al ruim dertig jaar is sprake van vermindering op alle fronten en daarin lijkt voorlopig geen verandering te komen.
Dat schrijven de Nederlandse bisschoppen in een rapport dat zij maandag publiceerden ten behoeve van hun vijfjaarlijkse ad limina-bezoek aan Rome. De Rooms-Katholieke Kerk in ons land, die op papier ongeveer 5 miljoen leden telt, krimpt aan alle kanten en vergrijst sneller dan Nederland als geheel. Het aantal leken, priesters, religieuzen, priesterroepingen, parochies en kerkgebouwen neemt af. Dat geldt ook voor de deelname van kerkleden aan het kerkelijke leven en aan sacramenten als de biecht.
De bisschoppen dragen verschillende maatregelen aan. Zo zal de samenvoeging van parochies volgens hen noodgedwongen doorgaan, omdat er een groot gebrek is aan priesters. De herstructurering die in de afgelopen jaren is begonnen, moet er mede toe leiden dat de kerkprovincie efficiënter wordt en de kosten beheersbaar. Zonder adequate maatregelen zal een financieel tekort ontstaan. Die reorganisatie van het kerkelijke leven moet wel gepaard gaan met een „rijk innerlijk leven.”
Behalve voortzetting van de reorganisatie is het volgens de bisschoppen ook van belang mensen spiritueel te vormen, de gemeenschapszin te bevorderen en blijvende hulp aan mensen in nood (diaconie) te bieden. Kardinaal Simonis, voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie, vindt dat de kerk weer missionair moet worden. Ook moet geloofsverdieping volgens hem prioriteit krijgen.
Nederland is volgens Simonis nog altijd een missieland, een term die dateert van het ad limina-bezoek van de bisschoppen in 1993. „Het Evangelie moet opnieuw gebracht worden”, zei hij. Volgens de kardinaal moet dat gebeuren door kerkleden die bewust in de wereld staan en niet zozeer door missionarissen die uit het buitenland overkomen.
Wat de oecumene betreft, zullen de bisschoppen zich de komende tijd speciaal richten op de problemen die zich voordoen bij gemengd gehuwden. Die kunnen niet altijd aan elkaars geestelijke activiteiten deelnemen. Zo mogen protestantse partners niet meedoen aan de eucharistieviering. Verder vinden de bisschoppen de ontmoeting met evangelicalen en pinksterachtige groepen belangrijk.
Ondanks de sombere schets van de stand van zaken in hun kerk zien de bisschoppen ook tekenen van hoop. In meer parochies en religieuze gemeenschappen is een opleving te zien. Nieuwe bewegingen geven impulsen aan het kerkelijke leven. Bedevaarten krijgen een nieuwe pastorale en evangeliserende invulling. Verder is er veel belangstelling voor de spiritualiteit van kloosters en abdijen, aldus de bisschoppen.
De polarisatie in de kerk, die zich in de afgelopen twintig tot dertig jaar voordeed, is volgens de bisschoppen sterk afgenomen. „Goddank”, zei Simonis. Ook paus Johannes Paulus II is er zeer blij mee, zo liet hij in een gesprek met hulpbisschop De Korte van Utrecht weten.