Christelijke sloppenwijk H9 in Islamabad gaat plat
In allerijl moesten ze huis en haard verlaten. Zo’n 800 christenen in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad vluchtten in augustus 2012 naar H9, een miserabele sloppenwijk. Ze moesten vertrekken toen moslims dreigden hun huizen in brand te steken. Als er niets gebeurt, moeten ze binnenkort weer hun spullen pakken, nu de overheid heeft aangekondigd de sloppenwijk af te zullen breken.
Sloppenwijk H9 ligt net buiten het stadscentrum van de Pakistaanse hoofdstad en toont een wat trieste aanblik. Op straat liggen bergen met afval. Zo ver het oog reikt, zijn er bouwvallige tenten te zien, gemaakt van houten stokken, stukken plastic en dekens.
Al drie jaar lang leven de christenen hier zonder schoon drinkwater en elektriciteit. Overal in de wijk rijden brommertjes rond met daarop plastic watertanks.
„Elke dag moet ik 2 kilometer rijden om drinkwater te kopen”, vertelt een oudere man die net bezig is om de tanks met een fel gekleurde sjaal aan zijn brommer te knopen. Even verderop zitten een paar vrouwen voor hun tent. Een van hen laat haar armen zien en wijst naar haar gezicht. Haar hele lichaam zit vol rode bultjes. „Ik heb van het water hier gedronken omdat ik geen geld heb om schoon drinkwater te kopen. Daardoor heb ik een huidziekte opgelopen. De dokter heeft gezegd dat ik me drie keer per dag met schoon water moet douchen, maar ik heb geen geld om zelfs maar één keer per dag te douchen.”
Rimsha
Samen met de Nederlandse Pakistaan Sylvester Bhatti gaat het door de sloppenwijk. In 1999 vluchtte Bhatti naar Nederland, waar hij de organisatie The Saviours Welfare oprichtte. Via deze stichting wil hij vervolgde christenen in zijn vaderland helpen met geld en goederen.
„Er is niemand die zich om deze mensen bekommert”, vertelt Bhatti. „De christenen moesten destijds vluchten nadat het 14-jarige meisje Rimsha ervan werd beschuldigd een pagina uit de Koran te hebben verbrand. De beschuldiging bleek vals en ze werd vrijgelaten. Rimsha is vervolgens met haar familie naar Canada gevlucht, maar deze christenen kunnen geen kant op en moeten hier in de sloppenwijk blijven.”
Open gat
Sadrak en Nasreen Masih, een oom en tante van Rimsha, wonen met hun negen kinderen in de sloppenwijk. Net buiten hun tent staat een hokje, gebouwd met stokken waartegen een paar kleden gespannen zijn. Sylvester Bhatti trekt een kleed weg, waarna een open gat in de grond zichtbaar wordt. Hij legt uit: „Dit hokje functioneert als toilet, maar wordt ook als badkamer gebruikt.”
Al snel begint Sadrak te vertellen wat er precies gebeurde op de dag in 2012 waarop hij zijn oude woonwijk Maira Garhan, 7 kilometer verderop, moest verlaten. „Het nieuws over Rimsha verspreidde zich snel door het dorp. Moslims gingen de straat en riepen negatieve dingen over de christenen. Ook begonnen ze mensen te slaan en riepen dat we weg moesten gaan. Grote groepen moslims kwamen met kerosine en dreigden onze huizen in brand te steken. Toen beseften we dat ons leven in gevaar was.”
Sadrak en Nasreen verhuisden met honderden andere christenen naar de sloppenwijk die H9 wordt genoemd. „Sloppenwijken hebben hier geen naam, alleen een nummer”, vertelt Bhatti.
Nasreen maakt wat eten klaar boven een houtsvuurtje en mengt zich in het gesprek. „In onze oude wijk lieten moslims ons niet toe om kerkdiensten te houden. Het gebeurde geregeld dat tijdens de dienst moslims de microfoon van de voorganger afpakten en ons vervolgens sommeerden de dienst te stoppen.” Sadrak vult aan: „Het ontbreekt hier aan alle basisvoorzieningen zoals water en elektriciteit. Maar een positief verschil is dat we hier vrijheid hebben. Er wonen hier geen moslims in de wijk. We kunnen in vrijheid bidden en onze kerkdiensten houden.”
Schuldgevoel
Sylvester Bhatti is zichtbaar geraakt door de verhalen van Sadrak, Nasreen en de andere sloppenwijkbewoners. Zelf moest hij jaren geleden ook vluchten vanwege bedreigingen van radicale moslims. „Heel vaak voel ik me schuldig. Dan denk ik: Ik was niet zo moedig als deze mensen, die zo dapper zijn dat ze in Pakistan blijven en voor hun bestaan vechten. Maar aan de andere kant denk ik: Het kan ook Gods plan geweest zijn om mij in Nederland te brengen om van daaruit mijn broers en zussen in Pakistan te dienen.”
EO-verslaggever Richard Groenenboom maakte ook een videoreportage over het bezoek aan sloppenwijk H9 in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Deze is te zien via www.sdok.nl en https://vimeo.com/136806880
Sloppenwijk H9 met gevluchte christenen afgebroken
De Pakistaanse overheid gaat de christelijke sloppenwijk H9 in de hoofdstad Islamabad afbreken omdat de woningen illegaal zijn gebouwd. Verschillende Pakistaanse media hebben hierover bericht. Inmiddels zijn er zeven woningen afgebroken, waardoor al zo’n veertig mensen dakloos zijn geworden. Een groot aantal mensen wordt opgevangen door familie.
De Nederlandse Pakistaan Sylvester Bhatti, die de christenen in de sloppenwijk ondersteunt, is verontwaardigd over het overheidsbesluit. „De christenen wonen er niet vrijwillig. Ze moesten vluchten omdat het in de wijk waarin ze oorspronkelijk woonden niet meer veilig was.”
Sadrak Masih, die samen met zijn vrouw en negen kinderen in de sloppenwijk woont, zag met eigen ogen dat huizen in de wijk werden afgebroken. „Mensen van de gemeente kwamen onaangekondigd langs en begonnen huizen en tenten af te breken. Toen we protesteerden, vertrokken ze uiteindelijk weer.” Sloppenwijken die aan de christelijke wijk H9 grenzen, zijn inmiddels met bulldozers vernietigd.
De Pakistaanse overheid heeft meerdere redenen voor dit drastische besluit, geeft Sylvester Bhatti aan. „De overheid is bang dat als mensen te lang op een illegale plek wonen, ze internationaal gezien het recht krijgen om in een gebied te blijven. Een andere reden is dat men van Islamabad een schone stad wil maken en daar past geen sloppenwijk in.”
Volgens Sadrak Masih wonen de christenen in de wijk H9 er helemaal niet illegaal. „Destijds heeft de overheid ons toestemming gegeven om hier te wonen, nadat we moesten vluchten vanwege bedreigingen door moslims in de wijk waar we eerst woonden. Nu zeggen ze dat we de grond illegaal hebben ingepikt en wordt ons verteld dat we terug moeten naar de plek waar we vandaan komen. Maar dat is veel te gevaarlijk.”
Wanneer de wijk echt plat gaat, is nog niet duidelijk. Sylvester Bhatti: „Het kan nog een tijdje duren, maar het kan ook zijn dat de wijk morgen tegen de vlakte gaat. Het enige wat zeker is, is dat de mensen hier in angst blijven wonen, zonder elementaire voorzieningen zoals water en elektriciteit.”