Internationale campagne tegen walvisjacht
Meer dan 140 dierenbeschermingsorganisaties in ruim 55 landen slaan de handen ineen voor een internationale campagne tegen de walvisvangst. Doel van de actie is het afdwingen van een volledig verbod op de walvisvaart tijdens de vergadering van de Internationale Walvisvaartcommissie komende zomer in Italië.
Ter ondersteuning van de campagne verscheen er maandag een rapport over de wreedheden die met de walvisjacht gepaard gaan. Hoewel de commerciële walvisvangst al sinds 1986 is verboden, zijn sinds dat jaar meer dan 20.000 walvissen gedood, aldus de World Society for the Protection of Animals (WSPA), de leidende organisatie achter de campagne. Landen als Japan, Noorwegen en IJsland vangen nog altijd walvissen, vaak met een verwijzing naar „wetenschappelijk onderzoek".
Volgens de Britse natuurkenner en filmmaker sir David Attenborough bevat het jongste rapport „wetenschappelijk en objectief bewijs dat het onmogelijk is een walvis op zee humaan te doden", aldus zijn voorwoord in het document.
Peter Davies, algemeen directeur van de WSPA, vindt dat „de wreedheid van de walvisjacht in de afgelopen jaren is overschaduwd door discussies over aantallen en populaties. Maar of je het nu hebt over één walvis of over duizend walvissen, de walvisjacht is verkeerd, om de simpele reden dat hij zo ongekend wreed is."
De techniek die wordt gebruikt om walvissen te doden, is nauwelijks veranderd sinds de 19e eeuw, toen de harpoen met explosieve kop werd uitgevonden, aldus de WSPA. Deze harpoen dringt diep in de walvis binnen en ontploft daar. Ondanks het verwoestende effect van de explosieven, sterft de walvis vaak niet onmiddellijk. Het dier raakt doorgaans ernstig gewond, en het kan langer dan een uur duren voordat het sterft.
Tijdens de jacht van 2002 meldde Noorwegen dat 20 procent van de geschoten walvissen niet direct dood was. Japan rapporteerde voor het jachtseizoen 2002/2003 dat bijna 60 procent van de walvissen niet onmiddellijk was gestorven. De vraag is ook of walvissen soms nog in leven zijn op het moment dat ze aan boord in stukken worden gesneden, aldus de rapportage.