Van veel geklik tot die ene iconische foto
AMSTERDAM (ANP). Een arrogant kijkende Che Guevara met een dikke sigaar in zijn mond (1963) of een lama in een auto op Times Square in New York (1957): het zijn foto’s die wereldberoemd zijn geworden en talloze keren zijn gepubliceerd. Fotografiemuseum Foam in Amsterdam laat vanaf vrijdag zien hoe dit soort bekende beelden zijn ontstaan.
Het museum belicht daarvoor de werkwijze van beroemde journalistieke fotografen, in de periode voordat digitale fotografie haar intrede deed. Fotografen maakten eerst ‘contactvellen’ met de geschoten beelden, en kozen daarna „die ene iconische foto”.
De tentoonstelling bevat zestig contactvellen en de uiteindelijk gekozen foto’s die fotografen van het beroemde agentschap Magnum maakten van markante historische gebeurtenissen, van de Tweede Wereldoorlog en de Praagse Lente tot de Balkanoorlog en het conflict in het Midden-Oosten. Door de contactvellen zien bezoekers welke andere foto’s waren genomen buiten dat ene iconische beeld, van foutjes en mislukkingen tot toevalstreffers.
De Britse fotograaf Peter Marlow maakte vijftig foto’s van de voormalige Britse premier Margaret Thatcher, toen ze in 1981 sprak op een congres van de Conservatieve Partij. Hij selecteerde een foto van een licht omhoog en beetje streng kijkende Thatcher, die ook als de ‘Iron Lady’ bekendstond. Die ene beslissende opname werd talloze keren gepubliceerd in kranten en tijdschriften.
De Fransman Marc Riboud maakte in 1953 een bekende foto van een schilder die op grote hoogte balancerend de Eiffeltoren aan het schilderen was. Met zijn ene hand houdt de man de kwast vast, met zijn andere hand een deel van de stalen constructie. Een toevalstreffer, zo blijkt, want Riboud stond zelf op een wenteltrap en had amper ruimte om te fotograferen.
Foam ziet de tentoonstelling „als een eerbetoon aan de analoge techniek”. Door de digitalisering is het maken van contactvellen volledig overbodig geworden. Ze zijn intussen relikwieën.