De Russische autoriteiten hadden twee transporthelikopters ingezet, die zaterdagochtend van het Noorse eiland Spitsbergen uitvlogen om de reddingsoperatie te ondernemen voor de bemanning van een weermeetstation in het Noordpoolgebied dat gedeeltelijk onder kruiend ijs is verdwenen.

De twee helikopters kwamen zaterdag na een tocht in het donker bij de schots aan. De kleinere Mi-8-helikopter wist te landen en de twaalf onderzoekers en twee honden aan boord te hijsen voor de 800 kilometer lange vlucht naar vaste grond. Omdat het ijs te dun was, moest de zwaardere Mi-26-helikopter vlak boven het ijs blijven hangen om de overgebleven uitrusting aan boord te nemen.

De ijsvlakte met het weerstation Noordpool-32 is verder dan verwacht naar het zuiden gedreven en begon woensdag te breken. De twaalf bemanningsleden waren niet in acuut gevaar, maar konden ook niet veel langer op hun post blijven. Het ijs waar het weerstation in april vorig jaar op werd gevestigd, heeft zich sindsdien ongeveer 2750 kilometer verplaatst. Russische meteorologen zijn al op zoek naar een geschikte ijsvlakte om in april een nieuw station op te vestigen.

De Russische expeditie bestudeerde het klimaat en voerde experimenten uit toen een ruim 10 meter hoge muur van kruiend ijs woensdag hun post en het grootste deel van hun uitrusting verpletterde. De onderzoekers bleven ongedeerd en wisten zich met wat nooduitrusting in leven te houden bij een temperatuur van ongeveer 25 graden onder nul.